GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geestelijke verzorging onzer gemobiliseerden..

I.

In verschillende bladen zijn in den laatsten tijd klachten opgenomen over de geestelijke verzorging der militairen en hun achtergelaten gezinnen.

Gelukkig zijn ook betere geluiden vernomen, waaruit bijzondere zorg bleek voor de achtergelaten gezinnen.

De verschillende uitingen geven voldoende bewijs, dat er nog heel wat valt te verbeteren, zoowel opzichtens de gezinnen, alsook voor de gemobiliseerden zelf.

Toch geven die uitingen ook bewijs van verwarring; van onbillijke klachten en van gebrek aan activiteit bij de gemobiliseerden zelf.

Daarom zij het mij veroorloofd een poging te wagen om een betere regeling te bevorderen.

Bij het uitbreken der mobilisatie zijn de kerkleden losgemaakt van de plaatselijke kerken om hun taak te vervullen in het mobiele leger.

te vervullen in het mobiele leger. Het behoeft geen breed betoog, dat de plaatselijke kerken (br. Postema noemde als gemobiliseerde de kerk van her komst thuis kerk. De kerk dus, waar zij hun tehuis, hun gezin hebben, „Ref." 26 April) een b ij zondere taak hebben voor de achtergelaten gezinnen. Hierin openbaart zich, naast lofwaardige goede voorbeelden, ook helaas een schromeUjk t e - kort. De nationale weerkracht wordt door dit tekort geschaad en het is bedroevend, dat zulks in den kring van het geloovig volksdeel moet worden ervaren. Van dit volksdeel mag toch in de eerste plaats worden verwacht, dat het bidt, dat onze God d e sterkte mag zijn van onze weerbare mannen, maar bij dat bidden ook het werken pare, om alles te doen wat mogelijk is om de zorgen van de gemobiliseerden mee te dragen en te verlichten.

Als de kerkeraden hiervoor overleg pleegden met Vrouwen- en Meisjesvereenigingen, zou veel mooi en practisch en nuttig werk kunnen worden verricht.

De gemobiliseerde zelf behoudt den band aan zijn thuiskerk. Met voldoening hebben wij berichten gelezen, dat de gemobiliseerde ook een enkele maal bij thuiskomst met verlof namens den Kerkeraad werd bezocht of huisbezoek kreeg. Prachtig.

Bij de mobilisatie gingen de kerkleden hun plaats vervullen in het mobiele leger, ergens in Nederland. Hoe ging het nu met den kerkelijken band en de kerkelijke verzorging?

Dat „ergens in Nederland" beschouwen velen als een vaste tijdelijke standplaats, het kantonnement. De kerk in die tijdehjke standplaats noemde br. Postema de kantonnementskerk.

Gemakshalve willen wij die namen overnemen, omdat ze het onderscheid duidelijk maken.

De gemobiliseerde is voorzien van een reis- attestatie en meent nu aanspraak te mogen maken op heel veel zorg van de kantonnementskerk, waar hij terecht komt.

Hier nu ligt de oorzaak van klachten.

Dit stelsel is niet door te voeren. Denk maar aan Brabant en Limburg. Aan vele andere kantonnementen, waar geen Gereformeerde Kerk is of een zeer kleine (terwijl het een sterke militaire bezetting heeft), of wel aan gemeenten met één predikant, die eveneens gemobiliseerd is.

Het meerendeel dier kerken kan de persoonlijke verzorging der gemobiliseerden onmogelijk op zich nemen en een administratieve verzorging, overgave van attesten en bericht moet m.i. op een mislukking uitloopen.

Denk niet alleen aan kleine gemeenten, waarvan de scriba iemand is met een bezette dagtaak, denk ook aan steden als Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht.

Dat is, naar ik meen, ook niet de bedoeling van een reis- attestatie. Zulk een bewijs onderstelt een reizend-man. Om des Zondags op te gaan onder den Dienst des Woords heeft men zulk een bewijs ook niet noodig. Alleen wie gebruik wil maken van het Heilig Avondmaal, die vraagt tevoren toegang aan den Kerkeraad en vertoont zijn reis-attest. Zoo zie ik geregeld handelen door schippers. Hebben deze wat bijzonders aan de hand, ziekte b.v., dan wenden zij zich evenzeer tot Kerkeraad of Predikant en zeggen gaarne bezocht te willen worden. En dan komt zulks ook in orde.

Hieruit moge blijken, dat de gedachte, dat alle kantonnementskerken nu zijn geworden garnizoenskerken, door mij niet wordt gedeeld. Een garnizoen is een vaste bezetting en dat zijn de kantonnementen geenszins.

Een daarop gebouwd stelsel moet mislukken en voldoet ook niet aan de eischen van een mobiele weermacht.

In een rapport van de Nat. Chr. Officieren Vereeniging van Juni 1932 omtrent de geestelijke verzorging der weermacht, wordt omtrent oorlogstijd gezegd op blz. 20: „elk stelsel, dat zich niet aansluit aan hetgeen de oorlog onvermijdelijk medebrengt, te weten: veelvuldige verwisseling van standplaats en do oreenmenging van de groote verbanden, in de practijk zal falen".

Nu wil ik mij geenszins aandienen als oplosser van dit moeilijke kerkrechtelijke probleem, doch alleen wijzen op wat de practijk voor gelegenheid biedt, ook als mogelijkheid om daaruit een stelsel op te bouwen.

Men vergete daarbij niet, dat mobilisatie een noodtoestand is en wie daarin alles wil vragen wat kerkrechtelijk normaal is, dezelfde kans beloopt als hij, die het onderste uit de kan wil hebben.

Wat is er nu in de practijk geschied?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1940

De Reformatie | 8 Pagina's