GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kenmerken.

De quaestie van de kenmerken behoort tot de onderwerpen, waarover men nimmer raakt uitgesproken. Het is een vraagstuk van alle tijden, men praatte er in de houten huizen, waar ik opgroeide, even druk over als wij het doen op onze étagewoningen. Het is ook een interkerkelijke quaestie, ze wordt in alle kringen van geloovigen besproken. Ik ben in mijn loopbaan met allerlei soort van broeders en zusters in aanraking geweest. Vooral in mijn begin-tijd, toen mijn kaken nog niet zoo vleezig waren geworden en mijn oog niet zoo straf keek, ben ik menigmaal nagewogen. Meestal kwam ik er goed af, al waren er (en zijn er nog, zelfs dicht bij huis), die constateerden: Een min kind, amper vijf pond! Van dat zoeken naar kenmerken moet men niet steeds een carricatuur maken, ik weet wel dat er ook een kleine kant aan is, dat er veel vleesch en wereld bij komt, anaar ik heb toch eveneens andere gevallen medegemaakt, waarin een wat zelfverzekerde, doch niettemin oprechte liefde mij aan den haak sloeg. In zoo'n geval kom je altijd aan je gewicht, menigmaal zelfs een pondje er overheen.

Nu zitten er aan dat stuk van de kenmerken exegetische en confessioneele kanten, waarop ik hier niet inga. Maar het is mede een zeer pracüsclii vraagstuk. Welk standpunt wij tegenover de principiëele zijde van het vraagstuk innemen, niemand — hoe zuiver hij ook over deze quaestie moge denken — hij zal in zijn ambtelijke practijk of in het werk der evangelisatie weleens met zijn handen in het haar gezeten hebben. Daar kwamen menschen en ze vroegen toegang tot de gemeenschap der kerk. Soms was het geval duidelijk en wij wierpen met vreugde de kerkdeirren open. Er waren ook andere jevallen, waar wij piet recht weg mede wisten. Wij durfden de poort van het koninkrijk der hemelen niet gesloten houden, wij waren doodsbang een schaapje van den Goeden Herder buiten de kooi te zullen sluiten. Want die Herder komt voor Zijn schapen óp, Hij zou het gewisselijk aan ons bezoeken als wij een van de Zijnen hadden uitgestooten. Aan den anderen kant waren wij toch evenzeer bevreesd om de heiligheden des Heeren te ontwijden, de menschen te doen vallen in het gevaar van ijdel vertrouwen en kerk en wereld te vermengen.

Zooals wij weleens voor zulke levende vraagieekens gestaan hebben en nog staan, zoo zijn wij toch onszelf ook menigmaal tot een vraagteeken geweest, nietwaar broeder? Hoewel ZEKER VAN HEM, onzen Gezegenden Heere, waren wij dikwijls in twijfel over onszelf. Het woord van den catechismus: alzoo zwak, dat wij van onszelven geen enkel oogenblik kunnen bestaan, wij hebben het met bittere tranen leeren onderschrijven. De weg naar den hemel is nu eenmaal geen rechte macadamweg, maar hij kronkelt over hoogten en door laagten. Soms was het wel, , dat wij met hartelijke vreugde de vruchten der verkiezing bij ons meenden op te merken, dan weer konden wij geen enkel kenmerk van genade bij ons ontdekken.

Nu lees ik in de Schrift ook van kenmerken en dit geeft mij troost en licht. Want in de Schrift lees ik niet van menschen, die zichzelf kenmerken en evenmin van geloovigen die elkander kenmerken. Daar lees ik van den Man, bekleed met linnen (Ezechiël 9) en van den Engel, hebbende het zegel des levenden Gods (Openbaringen 7). De gekenden des Vaders worden niet verzegeld met de ganzenveer van een ouden schrijver noch met de vulpen van een bevindelijk christen, maar door Hem, Die de inktkoker heeft aan Zijn gordel. Nu ben ik niet bevreesd meer. Mijn broeders zijn meeren deels lieve menschen, ik kan met de meesten wel overweg en doe mijn best de anderen te verdragen, maar ik zou mijn zaligheid niet graag aan ze toevertrouwen. Ze zouden mij weleens met bevende hand zulk een klein kruisje kunnen geven, dat de mannen met de strijdbijl het niet zagen en mij doodsloegen! Mijzelf durf ik het nog minder toevertrouwen, wie kent zichzelven? Maar als ik het dierbaar gelaat van den Man in linnen zie, dan wijken vrees en twijfel. De Heer kent al de Zijnen en wordt van hen gekend! Als Zijn liefdevolle vingeren mijn voorhoofd aanraken, stamel ik met den Heidelberger: Die mij ook door Zijn Heiligen Geest des eeuwigen levens verzekert!

Het is niet gezegd, dat al mijn broeders het merkteeken lezen kunnen, dat de Man met den inktkoker op mijn voorhoofd geschreven heeft. Het is ook niet voor hèn geschreven, maar voor de mannen met het verpletterend wapen in hun hand. O, ik ben niet bang, de trouwe Heere zal het merkteeken wel zoo duidelijk geschreven hebben, dat de engelen des verderfs geen vergissing zullen maken, daarvoor is Zijn liefde mij borg. Ook 'bullen Gods wraakgezanten het schrift van den Christus, Die ook hun Heere is, wel kunnen

286 lezen. Deze engelen Gods zijn voorzichtiger dan de geloovigen op aarde, zij zullen niet buiten hun instructie gaan: Genaakt aan niemand op den welken het teeken is!

Een broeder, die het bombardement van Rotterdam had medegemaakt, schreef mij:

Moge ook mijn lichaam sterven, 't Eeuwig leven blijft de erve; Jezus heeft het Zelf beloofd, Eeuwig zij Zijn Naam geloofd!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

VAN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's