GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu woonde er in Bethel een oud profeet, wiens zonen hem heel de handeling kwamen vertellen, welke de Godsman dien dag in Bethel had verricht.... Toen ging hij den Godsman achterna.... Toen zeide hij tot hemi ook ik ben een profeet, zooals gij, en een engel heeft tot mij door des HEBREN ingeving aldus gesproken; Laat hem met u terugkeeren naar uw huis en laat hij brood eten en water drinken. Dat loog hij hem voor. Daarop keerde hij met hem terug. I Kon. 13 : 11, 14a, 18, 19a. (vertaling Dr C. v. Gelderen)

De bezwaarde, die maar niet gehoorzaam werd.

Bethel.

De naam beteekent: huis van God. Maar het was Beth-awen geworden (Hos. 4: 15 etc.) d.w.z. een afgodshuis. Koning Jerobeam had, hoofdzakelijk ter bewaring van zijn machtspositie, er een hiërarchie ingevoerd, een machtsapparaat, dat de zonen Abraham's knechtte, en had, met algeheele verkrachting van 's Heeren uitdrukkelijke bevelen, te Bethel den stier-kalverendienst ingericht; de openbaring des Heeren aangaande den eeredienst derhalve in den wind geslagen; de menschen afgetrokken van Jeruzalem, d.w.z. afgetrokken van de goede kerkenordening; en alzoo de eigenwilligheid ten top gevoerd. Het was heel erg mis. Hij zondigde en DEED ook Israël zondigen. Iedereen moest zich de facto conformeeren; de wil was zóó.

Dat het mis was, begrepen duizenden menschen. Ze waren bezwaard. Geen wonder: ze waren heel anders grootgebracht. Ze hadden het honderdmaal anders geleerd, en ook anders gezegd.

Maar tusschen bezwaard-zijn en gehoorzaamzijn ligt vaak een lange afstand. Jerobeam'S Kerk-formatie duldde wel de bezwaarden: de koning was veel te slim, dan dat hij het bezwaard-zijn niet met veel , , begrip" zou tegentreden. Maar al was er in , , zijn" kerk-formatie plaats voor bezwaarden, er was géén plaats voor gehoorzamen. Bevel was bevel. Wil was wil. De , , orde" — daar tegen mocht.niemand , , de tacto" ingaan. Ook niet, als hij vond, dat de orde van Jahwe anders beval dan de orde van den koning. De hiërarchie bediende de machfsapparatuur. En dat het méénens was met die macht, dat liet de koning ter dege iedereen voelen. De koning zelf liet een groot feest aanrichten, het feest van den N.E.E., den Nationalen Eigen Eeredienst. Zelf zou Zijne Majesteit het altaar bestijgen, d.w.z. optreden als N.E.E.-hoogepriester, als pontifex maximus.

Overwon jerobeam snel de bezwaarden?

O neen. Er bleven vele bezwaarden.

Hij moest zelfs aanvankelijk voor den N.E.E. zich behelpen met priesters , , die hij gemaakt had"; natuurlijk had hij liever levieten gehad, evenals Micha de Efraïmiet (Richteren 17). „Maar de beter gezinden onder hen wilden toch van Jerobeam's kalverendienst niets weten" (v. Gelderen 39).

, , Speciaal te Bethel moest Jerobeam zich met niet-Levietische priesters behelpen" (idem 36). De bezwaarden waren zelfs georganiseerd geweest. En hadden zelfs publiek geprotesteerd. Flink? Ja. De stukken waren er afgevlogen. Ze hadden de hiërarchie goed de waarheid gezegd; soms zelfs iets gedaan.

„Uit alle deelen van Israël trokken de priesters en Levieten naar Judea; blijkbaar wilden zij aan Jerobeam's heiligdommen niet dienen (uitzonderingen daargelaten)". (36).

Maar niet alle bezwaarden worden gehoorzaam.

Het blijven-protesteeren loopt vanzelf ten einde. Het bij-protesteeren-blijven ook.

Zoo was het ook met dien man, die, hoewel „godsman", in Bethel woonde.

Waarschijnlijk was hij „voortgekomen uit de profetische kringen, die zich sedert Samuels dagen zeer hadden uitgebreid.... en waartoe ook Ahia de Sihoniet behoorde. Maar niet alle profeten uit deze kringen stonden zoo pal voor den zuiveren dienst des Heeren als Ahia.... Er was een degeneratie ingetreden, waardoor de opkomst werd voorbereid van een beweging, die wij kortweg „valsche profetie" kunnen noemen. Een degeneratie, die zich openbaarde in slapheid tegenover Jerobeam's beeldendienst. De oude Betheliet is nu echt zoo'n gedegenereerd profeet. Zijn eenige protest tegen den stiercultus is, dat hij zeil er niet heengaat. Verder zou hij vermoedelijk alles op zijn beloop hebben gelaten, wanneer de man uit Juda niet was opgetreden", (v. Gelderen, 52).

, , De man uit Juda"? Ja.

Op het juiste moment d.w.z. juist op den dag, dat Zijne Majesteit publiek zal paradeeren als Opperpriester van den N.E.E., als eerste lid van het Rijks-moderamen van den H. C, den Hiërarchischen Cultus, komt daar ineens in Bethel, dat voor de gelegenheid feestelijk is uitgedost, een profeet uit Juda binnenstormen. Uit Juda, niet uit het fienstammenrijk dus van Jerobeam, doch uit het /wee-stammen-rijk, waarvan Jeruzalem met zijn wettigen Eeredienst het centrum was. Deze profeet slingert zijn banvloek tegen het altaar van den N.E.E. van Jerobeam's politieke grootheid. En dadelijk nadat hij zijn opdracht heeft uitgevoerd, trekt hij zich terug, gaat, zonder ergens te logeeren, zonder een restaurant zelfs binnen te loopen, die goddelooze omgeving verlaten.

Ook dat immers behoorde tot z'n prediking. Hij moét van den Heere zoo haastig vertrekken. Die zinnebeeldige handeling behoort tot z'n opdracht; met woorden, maar ook met de illustratieve ddad moet hij preeken. Dit vertrek-inijltempo wil zoo kras mogelijk zeggen; een goed bezwaarde houdt het hier niet langer uit; van bezwaard-zijn moet het komen tot gehoorzaamheids-betoon. Met deze hiërarchie kan een trouw knecht Gods zich niet associeeren; hij moet het tafellaken doorsnijden. Wie het tafellaken doorsnijdt tegenover degenen, die — als Jerobeam — het tafellaken doorsneden tegenover de getrouwen, die herstelt de tafelgemeenschap met en van de getrouwen. Jerobeam, gij zijt schismatiek: gij hebt de scheur gebracht; gij hebt de geboden des Heeren verworpen; gij hebt de afspraken geschonden. Als ik — profeet uit Juda — dus met u en uw stad en uw N.E.E. apparaat geen gemeenschap onderhoud, ben ik niet schismatiek, doch dan is mijn weigering-van-samenwoning met u een positieve daad van kerkelijke eenheid met hen, die des Heeren wet getrouw bewaren.

Natuurlijk vóélde de oude man uit Bethel dien zweepslag. Deze collega-godsman snijdt alle compromis openlijk af; doch hij zelf heeft practisch van het compromis geleefd....

Hij voelt den, zweepslag.

Maar hij bekeert zich niet. Hij wordt het typisch voorbeeld van alle bezwaarden, die, eenmaal geplaatst voor de keus van radicale gehoorzaamheid-met-de-daad, ja of neen, den moed missen voor de keuze van het ja, en daarna — ze willen zich een houding geven — de felste opponenten worden: ze zijn wel bezwaard, maar: „men moet niet breken".'

Men moet niet breken?

Ze bedoelen: niet breken met de omgeving. En om dit onschriftuurlijk advies te kunnen volhouden, zeggen ze straks óók: niet breken met de zonde. Wel bezwaard zijn, maar — als 't er op aan komt — niet met — de daad — gehoorzaam worden.

En om dat onschriftuurlijk advies te kunnen volhouden, redeneeren ze straks zóó: het radicaal-breken-met-de zonde is zelf ongehoorzaam; het is: breken-met-het-gebod, het gebod der eenheid. Ze vergeten, dat de eenheid zaak van gehoorzaamheid is. En ze stellen zich aan, alsof God het momenteele gegeven getal dergenen, die ergens samen-wonen stelt boven de acute gehoorzaamheid.

Zoo ontsteekt Satan in het hart van den ouden Betheliet het vuui der valsche profetie. Hij laat inspannen, rijdt den judeeschen collega achterna en zegt tot hem: ga maar gerust mee met mij, om toch in Bethel te logeeren, want de Heere heeft Zijn u gegeven verbod-van-logiesaldaap in een gesprek met mij gewijzigd: het anti-verbroederingsverbod is opgeheven, ga mee.

Het eind van de historie is, dat de judeesche godsman zich laat bepraten. Hij gaat mee. Ze gaan samen soupeeren. En dan werpt de Geest Gods z'n vlammen tegen hem: omdat gij dit gedaan hebt, en uw mooie preek hebt krachteloos gemaakt, en door uw ongehoorzaamheid uw bezwaren-inbrengen hebt ontkracht, daarom wordt ge niet bij uw vaderen begraven.

Spoedig is dat oordeel ook voltrokken. Op den terugweg verslaat een leeuw hem, die hem evenwel niet verslindt. Zijn lijk wordt door den Heere publiek tentoongesteld, opdat ieder wete, dat God uit doode profeten nog de preekstof weet te halen, die de levenden hebben veronachtzaamd, en dat Hij het heel erg gemeend heeft met Zijn anti-verbroederings-gebod.

Het gebeente van den judeeschen profeet komt dan ook na dien nogmaals ter sprake ten dage van Josia's reformatie (2 Kon. 23 : 18). Het treedt dan aan het licht, dat de Heere Zijn anti-verbroederings-gebod gered heeft uit de nivelleeringspogingen zijner zwakke knechten. En dat Hij het na vele jaren nog herhaalt en accentueert.

En dit is dan één der vele bijbelsche gegevens nopens bezwaarden, die niet voortvaren tot de gehoorzaamheid; protesteerenden, die niet komen tot de vrijmaking van zonden, die hen meesleepen; die om het getal in de hand te houden ook maar de zonde aan de hand houden. Laat zulk een dwang voor u niet noodig wezen. Vrijmaking schept de ware eenheid, en redt het verband.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 1945

De Reformatie | 8 Pagina's