GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vereeniging van alle Christgeloovigen op den grondslag van Gods Woord en de Confessie. Slot.

Toen heeft het niet lang meer geduurd tot de scheur openbaar werd. De scheuring van vandaag, maar waarvoor men de oorzaken zal moeten zoeken in vroeger dagen. We dachten, dat we er waren en we bedachten niet, dat Salomo een begenadigde wijze was, maar dat juist in zijn afwijken • de diepste oorzaak lag van de latere scheuring des rijks.

Wel zouden we ondankbaar zijn, wanneer we Gods genade, ons ook toen nog betoond, vergaten. Ik moet nu heel voorzichtig zijn. Het noemen van namen is nóg gevaarlijker, wanneer men prijst dan wanener men laakt. We mochten toch weer eens in menschen roemen. Sikkel b.v. was er toch nog en is nóg niet dood. God alleen weet wat zijn preeken en geschriften hebben gedaan. Hoe ze ons naar het Woord teruggedreven hebben, misschien zeg ik beter geworpen, geslingerd, zoodat we er zelfs bij braken. En op allerlei manier heeft de Geest gewerkt. Ik noem nu alleen maar, niet om opnieuw menschen te vergoden, maar om aan hun gemeenschappelijken arbeid te herinneren, waartoe God ze genadig verwaardigd heeft, predikanten als Post, Sietsma en van der Vegt, theologen als Greijdanus en Schilder, en philosophen als Vollenhoven en Dooyeweerd, en broeder A. Janse.

Daarom klinken deze namen in onzen kring zoo wel, omdat ze voor ons besef altijd verbonden zullen blijven — waar de dragers van die namen ook zullen belanden •— aan wat wij uit Gods hand als relormatie hebben aanvaard.

Intusschen hebben anderen dezen zegen veeleer voor een vloek aangezien en van deformatie gesproken. De eerste, die dezen smaad reeds in het begin dezer eeuw is begonnen te dragen is de oudste van de zooeven genoemden geweest. We stooten ook thans weer mijns inziens op het smartelijk versciiijnsel in de geschiedenis der kerk van een gestuite reformatie; een wederstaan van den Geest door tegenspreking van het Woord.

Ook déze reformatie is, naar den mensch gesproken, weer mislukt. De deformatie overwon en legde haar winst in synodebesluiten en - daden vast. Juist het goede, dat God ons in de vorige eeuw geschonken had ten aanzien van leering en regeering der kerk, werd achteloos overboord gezet en het verkeerde, hetwelk het geslacht dat heenging al te zeer aangekleefd had, werd als hoogst kostbare lading met zeelen vastgesjord, teneinde voortaan alle booze reformatiestormen te kunnen doorstaan.

Het gezegend werk der in de laatste decenniën met kracht baanbrekende reformatie is jammerlijk ontijdig afgebroken. Gods goede gave is versmaad. En ziet thans, welk tooneel de Geref. Kerken te aanschouwen geven.

Het Koningschap van Christus in Zijn ambtsdragers aangerand, met als gevolg een kerkrechtelijken warboel. Een onschriftmatig dogma in de a.s. dienaren des Woords allen geloovigen opgedrongen met als gevolg een ethische chaos.

En nóg was God goed. Hij schonk ons nog vrijmaking van onschriftuurlijke banden in de kerk. Maar ons hart, dat om dezen zegen juicht, kan 'tegelijkertijd niet anders dan diep bekommerd zijn en bezorgd wegens het lot van hen, die ons verlieten, omdat zi; afzwaaiden van den ouden heroieken weg van het Goddelijke Woord en de daarmee in overeenstemming te leeren en na te leven beKjdenis en kerkenordening. Ze zijn toch onze broeders. Waar gaan ze nu heen?

Daarom gevoelen we ons temeer verplicht onzerzijds te doen wat mogelijk is om te komen tot hereeniging van allen, die den HEERE vreezen en die Hem willen dienen naar Zijn Woord. Ik zeg: te meer.

Want deze reden is de voornaamste en de eerste niet. Ze komt er maar bij. De voornaamste reden, waarom we de hereeniging van alle Christgeloovigen op den grondslag van Schrift en belijdenis wenschen, is thans na de Vrijmaking precies dezelfde gebleven als voorheen: God wil haar.

Daarom zou ik willen aanraden o-m toch niet al te veel aandacht te besteden aan de redeneering, die vooral met zulke motieven als het psychologisch moment zou willen werken; met een argum^ent van vandaag of gisteren. Dat kaïi immers morgen wegvallen. Men denke b.v. aan het argument van den oorlog. Maar er is meer. Zeker is het waar, dat wat thans in de Geref. Kerken geschied is door onze Chr. Geref. broeders gevreesd is, n.m.l. de erheffing tot kerkleer van de bewering, dat de sacramenten aanwezig geloof zouden verzegelen. Maar wat thans bij de Vrijnreking geschied is, n.m.l. het pertinente dlwijzen van dat quasidogma, hadden ze misschien nooit voor mogelijk gehouden. En dus zouden we thans van een psychologisch moment om met de Chr. Geref. Kerk over vereeniging te onderhandelen kunnen spreken. Iets dergelijks doet zich voor ten aanzien van de Ned. Herv. Kerk. Dat de zoogenaamde , , synode" der Ned. Herv. Kerk nog eens zichzeif ontbinden zou om plaats te maken voor een echte naar presbyteriaansche regeeringswijze gekozen synode, wie had het durven hopen en toen we het hoorden, hébben we gedacht aan de oude belofte in de Acte van Afscheiding of Wederkeering: geen gemeenschap met de Nederlandsch Hervormde Kerk totdat deze terugkeert tot den waarachtigen dienst des Heeren.

Zeker zijn dit lichtpunten. Toch moeten die onzen koers niet bepalen. Evenmin als we ons door minder verblijdende factoren ait den rechten koers moeten laten drijven. Er blijven immers nog moeilijkheden genoeg over voor samenspreken met Herv. en Chr. Geref. Kerk. Ik denk aan het vraagstuk van de tucht en dat van de gezangen en van art. 36.

Maar deze dingen mogen onze houding niet bepalen. We moeten er niet eens te lang bij stilstaan anders zullen de „pessimisten" het van de „optimisten" altijd winnen. Want het zal nooit zoo worden, dat vereeniging aller Gereformeerden in Nederland zonder slag of stoot zal slagen. In den eersten tijd zeker niet. Daartoe is de verwarring veel te groot geworden. Ik zei reeds: Men verstaat elkaar niet meer, al spreekt men dezelfde woorden. Ook is het vertrouwen geschokt, en zal het wel lang duren alvorens b.v. een vrijgemaakt-Gereformeerde zich geheel veilig voelt onder één kerkelijk dak met voormalige Gereformeerde Synodocraten en dito Hervormde CoUegialislen. Er blijven obstakels genoeg op te ruimen. Er zal werk aan den winkel komen voor ons allen, maar vooral voor de broeders theologen. Ze zullen toch goed doen den wenk van Prof. Haitjema ter harte te nemen om het Geref. Kerkboek te leeren lezen. Hoewel zonder repristinatie. Ook aan Calvijn en de andere voorouders uit de reformatorische eeuw bij uitstek en daarna blijve niet hel laatste woord. Men zal ook verder dan de Dordtsche synode moeten zien te komen en de zaak van den concursus (de medewerking) in onderzoek moeten nemen; het stuk van de verhouding tusschen Gods raad en onze daad, de ruimte daartusschen en de plaats daarin voor verbond en geloof. Werk genoeg.

Maar dat behoeft niemand af te schrikken, als er maar de ernstige begeerte is: terug naar de belijdenis en vooral terug naar het Woord.

Dwars tegen de Woordverlating der eeuwen in bidden en werken om weer te komen bij elkander dnder één en hetzelfde Goddelijke Woord, met de handen naar rechts en links uitgestoken. Dat is onder de heerschappij van één Heere Jezus Christus als eenigst kerkhoofd en door één Geest verbonden. Dan komt het met de kerkregesring ook in orde. Want wat belijdenis men heeft zulk een kerkregeering zal men krijgen. De verwerping door onze synodalistische broeders van art. 31 der Kerkenordening is ten diepste verwerping van art. 31 der coniessie.

Broeders en zusters laat dus dé norm, dè regel, voor al ons hereenigingswerk blijven het gebed van onzen Zaligmaker; „Heilige Vader, bewaar ze in Uwen naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk als Wij", Joh. 17:11b. Hiermee wil ik eindigen.

Deze bede van onzen Heiland wordt nog al eens aangehaald, wanneer men over eenheid spreekt. Het is van belang haar nauwkeurig te lezen. Drie dingen vallen hier op. Ten eerste, dat onze Heere Jezus, toen dit onderdeel van Zijn Hoogepriesterlijk gebed begon. God niet aansprak als „Vader", maar als „Heilige Vader". De Heere Jezus stond op het punt van deze aarde heen te gaan. Maar wie zou nu in deze zondige, verleidelijke, gevaarlijke onreine wereld Zijn elf trouwe discipelen bewaren? (Judas was al weggegaan). Toen wist Hij niemand anders om ze in Zijn hoede aan te bevelen'dan den heiligen God van Israël, die reeds eeuwen lang Zijn oude kerk had gewaarschuwd voor onreinheid, voor gemeenschap met de wereld; die eeuwen lang 't Zijn Hebreeuwsche kerk reeds ingeprent had: „Weest heilig, want Ik ben heilig". Ik ben wars van alle onreinheid en gemeen-heid. Daarom: Heilige VaderI Men lette toch allereerst op dat begin van deze bede van onzen Heiland. „Heilige Vader". Reeds door dezen aanspraaktitel heeft onze Zaligmaker elke eenheidsbeweging verboden, die steunt op vleeschelijke accoorden en wereldsche compromissen. De God der Kerk is heilig.

Ten tweede moet men bedenken, dat de Heere Jezus hier niet allereerst gebeden heeft om de eenheid van Zijn discipelen, maar om de bewaring van Zijn discipelen. En wel om hun bewaring, zooals er blijkens de Nieuvre Vertaling van het Ned. Bijbelgenootschap staat, bewaring in den naam, dien Gij Mij gegeven hebt. Die naam — dat was de gemeenschap van Zijn Geest en Woord, de krachten van het hemelsch Koninkrijk, waarmee de Vader onzen Heiland in deze wereld had doen optreden. Onze Zaligmaker bad nu of de Vader Zijn elf discipelen toch in dien naam, in die gemeenschap, in dat krachtveld van Zijn hemelsch koninkrijk, wilde bewaren. Of zooals hij vlak daarop kortweg bad: Heilig ze in Uwe Waarheid; Uw Woord is Waarheid. — Eerst bewaring van de wereld. En toen volgden de woorden: „opdat zij één zijn gelijk als Wij '. Geen Goddelijke eenheid natuurlijk. Maar zooals er in een leger eenheid is tusschen allen, van hoog tot laag, tusschen den opperbevelhebber en de officieren van den generalen staf en alle mindere rangssoldaten; ondanks alle verschil in rang, eenheid hierin, dat allen zich schikken onder het gebod des konings, zoo is er eens, nu bijna 2000 jaar geleden, eenheid geweest tusschen God en den Middelaar Jezus Christus hier op aarde en Zijn elf gehoorzame discipelen. Gelijkerwijs Christus de geboden 'des Vaders bewaard heeft, zoo hebben de discipelen op hun beurt weer Christus' geboden bewaard. Zoo waren zij één.

En zoo betrachten wj; nu weer de rechte eenheid als wij de geboden van Christus en Zijn apostelen bewaren. Dan zijn wij één.

Dat is de rechte, de catholieke eenheid. De eenheid in liefdevolle gehoorzaamheid aan Gods Woord en Christus' geboden. De eenigheid des waren gelóóls.

Geen accoorden met de wereld en het wereldsche. Dat is niet welbehagelijk aan onzen Heiligen Vader. Zeker, wel eenheid, natuurlijk, graag, maar alleen in dezen weg: in den weg van blijven in de gemeenschap des Geestes en des Woords. Via dat: In den naam. Zóó alleen zijn we als apostelen en als apostolische kerken het met elkaar eens. Geen andere eenheid dan via die bewaring in het krachtveld van Gods Geest en Woord en Gebod.

Daarom bad de Heere Jezus niet allereerst eigenlijk om onze eenheid maar om onze bewaring. Dan zou daaruit vanzelf voortvloeien als gevolg onze eenheid. Eenheid met elkaar tengevolge van eenheid met Christus en met God.

Broeders en Zusters, ik heb U vanmorgen hoofdzakelijk willen wijzen op het groote proces van Woordverlating door de eeuwen heen. In dat licht zagen we zoowel de deformatie in de kerk als de revolutie in de wereld opkomen. Nu weet U, dat de Schrift niet alleen spreekt van een binding, maar ook van een ontbinding van Satan. En zooals die binding van den Satan niet op een jaar of een eeuw nauwkeurig te bepalen valt, zoo waarschijnlijk ook zijn ontbinding niet. Die zal ook wel geleidelijk gaan. En het almeer zich verergerende proces van de Woordverlating, waardoor Europa thans bijna in het geheel geen Christelijk werelddeel meer is, zal er wel nauw mee samenhangen. Openb. 19 en 20 loopen op één punt uit.

De atmospheer wordt wel al benauwder en banger op aarde.

Misschien wil de HEERE Zich nog aldus over ons ontfermen: Misschien houdt Hij den Satan nog wat terug. En misschien krijgen de voormalige Christelijke volkeren nog een kans. En zoo ook het onze. En mischien wil God nog daartoe de eertijds verscheurde Gereformeerde Gezindheid hereenigen. Maar ik durf alleen maar te zeggen: , , misschien" en , , wle weet".

Speciale beloften hebben we daarvoor niet. We moeten maar gehoorzaam zijn. Maar zoolang de Heere Jezus niet terug is, blijft het mogelijk. En is het b.v. ook mogelijk, dat juist de bekende Vrijmaking van 1944 de Gereformeerden, ja de Christenen, in Nederland dichter bij elkaar brengt als men zal gezien hebben onzen moeilijken strijd om toch den aiouden catholieken grondslag der kerk te bewaren, n.m.l. het Woord van profeten en apostelen. En wie weet zal straks nog juist wat scheuring scheen een belangrijke stap in de richting van hereeniging blijken en mogen wij, hoe klein ook in getal, de plaats innemen van cement tusschen steenen.

Den weg tot hereeniging zie ik dus hierin, dat wij blijven door Gods genade wat we waren, n.m.l. Gereformeerde Christenen; daaronder versta ik Schriftmatige Christenen, die in alle dingen van dit leven, en dus zeker niet het minst inzake de bediening van Woord, sacrament, ambt en tucht, vragen naar den wil des Heeren, die alleen heilig en goed is; en die dan op die voorwaarde bereid zijn tot iedere verloochening van zichzelf; tot iedere verldochening van zichzelf mits zij maar niet tegelijkertijd met God-verloochening, met Christusverloochening en met Woord-verloochening gepaard ga.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's