GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OM HET HART DER REFORMATIE, XV.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OM HET HART DER REFORMATIE, XV.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord bevat alle beloften Gods, en het geloof neemt ze alle aan. De inhoud van het woord is Christust de gansehe Christus.... Dr H. Bavinck.

OVER WORMSER.

Wormser — hoeveel Gereformeerden kennen hem, nog — om van andere Nederlanders maar niet te spreken ?

Wie is er nog onder de bekoring van zijn pittig l^Tederlandsch, zijn gedachtehrijk betoog, zijn verrassend-zuiyere Schriftuurlijkheid?

Wórinsêr niet meer kennen - ^ dat is voor ieder Gereformeerde een groot, geestelijk gemis.

Opgekomen uit het volk, volksman van top tot teen, was het alsof al de geloofskracht, het diep-geestelijk leven-der eenvoudige geloovigen uit den bloeitijd der Gereformeerde Kerk, him inzicht, ernst en treuwe begi; iselvastheid in hem waren geconcentreerd en in een tijd van diep verval in hem tot nieuw leven én nieuwen glans waren gekomen.

Wondermooi is het zijn werk-en.strijdleven te overzien. Midden in het volk leeft hij. Met feillooze juistheid doorziet hij de nooden van het verslapte, verzwakte, steeds meer van God afvallende. Nederlandsche volk, dat hij zoo hartstochtelijk liefheeft. En al zijn kracht verteert hij in den letterlijken zin des woords om zijn volk terug te 1roex> en, ja, terug te d r ij V e n naar den Levenden God' eri Zijn heilige Kerk.

In de opwekkingsbeweging van den bekenden Re-• veil staat lüj' TTooraan. 'Ietwat vreemd lijkt dat: een zeer eenvoudig man onder vele aristocraten. Met heel zijn ziel leeft hij in allen arbeid mee. Maar niemand heeft dieper dan hij de wond gepeild, waardoor de Reveil verbloeden zou. De on-kèrkelijkheid, die - ten slotte alle actie tot onvruchtbaarheid doemde, heeft Wormser als groote zwakheid, als de zonde van den Reveil gesignaleerd. Met profetische helderziendheid sprak hij het wOord, dat ook nu nog, met metalen klank overal dient gehoord te worden: „de glans der tegenwoordige opgewektheid, z, oo zij bij haar christe-1 ij k e richting niet tevens een kerkelijk karakter aanneemt, (is) niet in staat voor mij dè donkerheid te bedekken van de toekomst die Kerk en Christendom beiden in ons vaderland, ook. door haar te gemoet gaan". ^) '

Ja, ook door haar !! Een onkerkelijke, godsdienstige beweging, al is ze nog zoo „vroom" en^ „ernstig", én „hartstochtelijk", al heeft , ze nog zooveel „zegen", werkt tenslotte altijd ontbindend.

Met de Afseheiding Was Wöfmser meegegaan.

Geschokt door de verschrikkelijke vervolgingen, kón hij in de Hervormde Kerk niet blijv.en, vooral omdat die Kerk tot de vervolgingen zélf aanspoorde. Hij wilde niet bij de vervo1gers, wèl bij de vervolgden hooren.

Maar helaas — de Afgescheiden kerken hebben Wormser rauw Van zich afgestooten.

In 1839 werd ds van 'Velzen predikant bij de Afgescheiden Kerk te Amsterdam. Niet lang na zijn komst, dient ds Scholte —^ toen in Utrecht wonende — eén aanklacht over van Velzen's prediking bij diens kerkeraad in. Van Velzen, „onverzettelijk, doordrijvend, heerschzuchtig" en , , niet lieel fijngevoelig in het kiezen wan de middelen en wegen" om zijn doel'te bereiken, - ) roept eigenmachtig een gemeentevergadering bij elkaar en laat daar het bezwaarschrift van Scholte verwerpen. En als Wormser dan met nog drie ambtsdragers een door van Velzen zelf opgestelden brief, waarin alle gemeenschap met den Utrechtschen kerkeraad werd afgesneden, weigeren te onderteekenen — zij willen de zaak éérst onderzoeken en niemand onverhoord oordeelen — dan worden ze enkele dagen later zonder meer geschorst! Zelfs ontvangen Wormser, zijn vrouw en schoonzuster, nadat zij geruimen tijd des Zondags met andere broeders en zus' ters, zonder tot kerkformatie over te gaan, afzonderlijk hebben Vergaderd; , op 7 Februari 1843 een brief - van Vg, n Velzen's kerkeraad, waarin hufi wordt mede-• gedeeld, dat zij, indien zij niet binnen een week gevolg zouden geven aan de herhaalde vermaning oa 'zich toch niet te onttrekken aan de samenkomsten der gemeente en het ambtelijk opzicht, openlijk buiten de genieente zouden gesloten wotden, en geen „deel noci lot" zouden hebberi „in het eeuwig voorregt der gemeente", omdat hetgeen de Dienaren des Heeren op aarde binden, naar Gods getuigenis in de hemelen gebonden is. In hetzelfde schrijven werd ^Wormser fepvendien aangezegd, - dat hij ook wegens het door in . druk verspreiden van lasteringen, het breken van zijn belofte 'en het voortdurend bevorderen van scheuring in de gemeente, uit zijn ambt van ouderling werd ontzet! Zonder dat daarna een formeele excommunicatie plaatsvond heeft de kerkeraad na eenigen tijd aan de gemeente meegedeeld, dat Wormser-en degenen, die met hem waren afgeweken, niet langer tot de gemeente gerekend werden, en alleen op belijdenis van hun zonden weer aangenomen konden worden. 3)

Deze geschiedenis is wel een roetzwarte'bladzijde id de geschiedenis "der Afgescheiden kerken en in het levensboek van Van Velzen! Het is ten aanzien

van Wormser geheel en al waar ivat Bouwman van Van Velzen schrijft: „Die hem in de weg stond, moest onschadelijk gemaakt". 4)

Behalve dit verschrikkelijke, onkerkelijke en hem diep wondende gebeuren was er nog iets, dat Wormser en - de Afgescheiden kerken uiteendreef. /Deze kerkeii vragen namelijk op voorbeeld van Scholte „koninklijke goedkeuring" aan, om op die wijze vrijheid van godsdienstoefening te ontvangen. Dat de afge-' scheidenen zich-als een nieuwe richting, een nieuwe kerk aandienden was in Wormser's oog verraad aan eigen karakter, historie, aejeldom en rechten. t)e Afscheiding — zoo' schreef hij puntig en raak - — is in een fuik geloopen. 5)

Vervreemd van de Afgescheidene kerken streefde •hij voortaan naar de eenheid aller Gereformeerden: de herleving" van de oude Gereformeerde Kerk., Op hst eind van zijn leven ging hij ender invloed van ds Hasebroek weer naar de Hervormde' Kerk terug. 6)

Allard Pierson heeft in zijn onvergelijkelijke „Oudere Tijdgenooten" Wormser's portret geteekend.

Op zijn meesterlijk schilderij van de vergadering der „Christelijke Vrienden" in een zaal van het , , Wapen ; van Amsterdam", die uitzicKt gaf op het „Rusland", ontdekken we óók Wormser.

„Een eigenaardig spel van het toeval heeft öp die rij stoelen, waarlangs ons oog zich thans ^jeweegt, naast dat donkere gelaat van den zoon van Abraham (bedoeld is Capadose — C. V.) den blonden, ronden Lutherkop van Wormser geplaatst; een HoUandsch man in merg en gebeente gelijk in heel zijn uiterlijk; deurwaarder van beroep, wat men zijn krachtigen en degelijken stijl niet zou zeggen " Het Hervormde Kerk-geloof „belichaamde" zich in Wormser; wat hij was, was hij door het geloof geworden; in hem toonde het wat het • van een helder hoofd en een eerlijk gemoed maken kan op Nederlandschen bodem. In hem geen aarzeling, geen zweem van sentimentaliteit of mystiekerij, .^evenmin nuanceering; alles uit één stuk; krachtig, louter, recht afgaande op het doel. De Gereformeerde theologie was zijn eigendom geworden; was de natuurlijke uiting van zijn denken; de bovennatuurlijke wereld zijn tehuis; hij was er gemeenzamer mede dan .anderen met hetgeen zij de werkelijkheid noemen. De vérlossing van de zonde was voor hem geen leerstuk, maar een waarachtigheid die hij aanschouwde en voor anderen aanschouwelijk poogde te njaken..., ..." Wormser is naar Pierson's overtuiging een bewijs vaoti het feit^ dat het Nederlandsche Protestantisme „mannen heeft gemaakt, om zoo te spreken van één boek, levende in en mét een enkel boek "en dat boek is: de Bijbel!5)

Groen van Prinsterer heeft Wormser „ontdekt".

En eënmaïil met elkander in contact, ontstaat er een vriendschap tusschen den volleerden hoveling, den fijnen aristocraat, deji man van de nobelste beschaving èn !den volksman, den deurwaarder uit Amsterdam; een vriendschap zóó innig, zoo teer, zoo vroom, dat zij bijna bovenmenschelijk lijkt.

Groen noemt Wormser zijn , , geheimraad"! Groen had niets van die domme, dwaze, hoogmoedige wetén-Schapswaari, die minachtend neerziet op den „nietwetenschappelijk-gevormde". Hij erkende ' Gods vrijmacht' in het geven van groote gaven ook buiten den akadémisehen kring.

Hoor hem over zijn vriend!

„Een Christen, wiens vriendschaiJ'''^''iHiïv6orlichting(!!) ik, , als een der uitnemendste voorrechten die mij te beurt gevallen ajn, herdenk. Van wien da. Costa, in de krisis van'1853, schreef: „Wat voortreffelijke kop en wat karakter daai; bij! 'Wjare ik koning of minister, hij bleef geen - half uur langer deurwaarder".

„Een man, wiens invloed door geschrift en wandel, ter handhaving van den ahristelijk-protestantschen volksgeest, èn onberekenbaar èn (althans, bij vele magtigen ep edelen en wijzen naar de wereld) onopgemerkt is geweest.

Wormser was een geloovig Christen en een maü van uitstekende begaafdheid. Hij had een geopend oog niet slechts, maar een scherpen en ruimen blik voor onzen geheelen kerkelijken en maatschappelijken toe'-' stand. Niemand welligt. heeft hem geëvenaard in het algemeen verstaanbaar maken van het Christelijkhistorisch beginsel, toepasselijk op Kerk, Staat en School

Voorbeeldig door bescheidenheid en eenvoud. Met eene zeldzaam geëvenaarde en steeds bedachtzame * scherpzinni^eid bedeeld, die, bij het licht van Gods Woflrd, zich somtijds tot profetische wenken verhief". 8)

Zeldzaam hoog wordt Wormser ook door dr Kuyper gewaardeerd.

In zijn „Confidentie" houdt Kuyper een gloedvol pleidooi voor een echt-Gereformeerde actie in alle sectoren van het menschenleven. Gereformeerd-zijn, dat is hèt middel tegen factie-zucht en partijwezen; het brengt heel de rijke, prachtige erfenis der vadéren, tot ons; het is afdoende wapen tegen versteening en repristinatie; het is door en door nationaal: in Nederland is niet slechts de kerk maar ook de natie als natie gereformeerd. En, juist bij dit betoog rijst de gestalte van Wormser voor hem op.

„Vergenoegt ge u met Christelijken invloed te oefenen in engeren kring, houd dan vast aan het exotisch onbestemde, aan het uitheemsch en algemeene Christendom, dat jaren lang den toon gaf. Maar meent ge •feet mij, dat we verder moeten, dait althans de poging nog dient gewaagd, om tot ons volk als volk te gaan, dan is er ook geen keus, dan is alle aarzeling sleéhts krachtsverspilling, "en rest u niets anders dan het eenigL spoor in te slaan, dat naar het hart onzer natie leidt, door weldoordacht wêeropvatting van de histo-^ rische (en dat is dan dè Gereformeerde — C. •V.) lijn! Dit bewerend, druk ik slechts de voetstappen vkn ^en' grooten 'Wormser, den uitnemendén volksleider en auteur.....9)

En deze Wormser werd vóór alles in heel zijn le-

vensworsteling geleid, gesterkt, getroost door de realiteit van den doop, dien hij zoo drep had leeren, verstaan.

Neen, het is geen wonder, , dat juist Wormser een bijdrage levert in de worsteling om een Schriftuur-. 'Jijke doopsbediening in de psis ge-reformeerde Kerken.

Later»zal hij zgn boek schrijven, het boek, dat in den vollen zin des woords, het boek van Wormser was en blijven zal. Het is: „D e Kinderdoop, beschouwd met betrekking tot het b ij z o n d e r e, k e r k ^ 1 ij k e" e n m.aats, chappelijke leven".

Ontroerend is het na te gaan hoe dit levenswerk van Wormser is tot stand gekoinen. Vreeselijk geteisterd door de knobbeljicht — zoo schrijft zijn zoon — heeft hij' er aan gewerkt. Terwijl zijn linkerhand eri , rechtervoet door een hevigen aanval van zijn kwaal waren aangetast heeft hij het afgewerkt. „Zoo, wecken lang te bed liggend, schreef hij een goed deel'van het vervolg. Een plank op, bed, waarop zijn Bijbel en wat wit papier, en een potlood in de zoogenaamd gezonde hand waren voldoende om dagelijks, te werken tot de-koorts zich verhief". 10)

In dit boekje heeft Wormser gegeven het beste wat hij , geven kon!-Al zijn ^grqpte gaven, zijn enorme bijbelkennis, zijn met heel zijn wezen vergroeide kennis van de Gereformeerde opvatting der waarheid zijn er in gekristalliseerd. W"ie eenigszihs op de hoogte is met het bloedarme theologische leven in het midden der vorige eeuw, met name wat betreft den doOpi staat stom verbaasd, dat dit levende, Warme, reformatorische boek kon geboren worden en dat nog wel • in het hoofd, of. liever, in het hart van een „leek".

Uitgaande van (ie geopenbaarde dingen en wars van iedere speculatie, schildert Wormser de groote heerlijkheid van die wondete daad, die groote gave van Jezus Christus aan de kinderen, die we noemen met den naam van „doop". Wie deze bladzijde leest, hoort een echo van dat aangrijpende troostlied over den kinderdoop, eenmsial door Calvijn • „gezongen" in zijn heerlijke „Institutie".

Diep is de indruk geweest, die de lezing van dit - boek steeds heeft gemaakt. Hoevelen hebben door Wormser eindelijk hun doop leeren Verstaan!

Zeker, de reactie •was hier en daar ook fel en bitter. In piëtistisc'Re kringen wilde men Wormser's wending van den mensch haar de belofte, van de ervaring naar den Belovenden God niet meemaken. Wormser schreef tenminste eens aan Groen van , Prinsterer: „Zwolsche'vromen hebben mij'doen weten dat ik, wegens mijn schrijven over den kindeïdoop, waar-•dig was dat mij een molensteen om. den hals gedaan en ik in de diepte der zee geworpen werd; het is te ruim geschreven".

Maar Groen van Prinsterer was zeldzaam ingenomen met Wormser's studie. , .Gezond zielevoedsel en vaste ^ijs!" prijst hij. „Wie liefst oppervlakkigheid begeert, legge ze ter zij. Voor hem zijn ze tè diep. Maar het is hier als in de «goudmijn: hoe dieper men graaft, hoe meer de arbeid beloond wordt. Wormser zelf levert telkens het bewijs dat „de diepte der waarheid in de hoogst mogelijke eenvoudigheid ligt". Diepzinnig en helder tegelijk, is hij, ook \yaar nietalles onder' ieders bereik valt, verstaanbaar en leerrijk; in Chris-" telijken kring stichtelijk en populair Eike 'bladzij is niet der lezing slechts maar der overdenking waard......". Het is , , een buitengewoon, een veel te weinig gekend, een voor de gewichtigste volksbel'angen van het oogenblik bij uitstek .merksifaard^ betoog". 12)

Geen wonder, dat toen de Calvinistische reformatie doorwerkte in de laatste helft der vorige eeuw, ook Wormser's boek weer de a'andacht trok.

Als prof. dr F. L.' Rutgers in 1853 een krachtig pleidooi levert voor een .grootere waardeering van den kinderdoop, door de kerken op te roepen om te breken met den ingeslopen gruwelijken sleur in de doopsbediening, dan eindigt hij zijn betoog aJdus: , , Reeds voor 30 jaren schreef 3. A. Wormser (over de .kinderdoop, blz. IJ): „Leer de" natie haren doop verstaan en waardeeren, en Kerk eii Staat zijn gered". Wie Jiet e& s is inet dai woord, - dat ook onze Groen van Prinsterer zoo gedurig met instemming overnam, die bedenke, wat er dus wel volgen moet, WEinneer onze natie zal geleerd hebben, haren Doop • te miskennen en gering te schatten; en hij doe in. deze - wat zijn» hand vindt om te doen". 13)

Ook dr Kuyper wees meermalen op Wormser, voor-, al denkende aan diens „Kinderdoop".

Middern in de felle debatten der negentiger jaren over, den doop vinden we b.v. een ontboezeming als deze: , , Gelijk geheel natuurlijk is, rijzen er, hoe meer men over den heiligen doop gaat nadenken, Steeds meer allerlei-vragen pp, die betrekking hebben óp bijzondere twijfelachtige gevallen. Nu is het o'p zichzelf reeds een voordeel, dat men tegenwoordig zooveel meer dan vroeger over den beiligen Doop nadenkt. De oude 'Wormser zou er den Heere voor danjjen". 14)

En later, 'in .een zeldzaam mooi artikel, waarin Kuyper zijn lezers opwekt om toch vooral vóór alle dingen den'bloei van de ge'institueerde'Kerk te bevor-. deren, gl\jden zijn gedachten als vanzelf w«er naar Wormser. Waarschuwend wijst Kuyper n.l. naar den Reveil, die de vrucht van al zijn arbeid zou heb-. ben te niet zien gaan, indien hij niet in kerkelijke banen was gejeid: „Immers de mannen van den Reveil hadden voor „de Kerk" geen oog, beschouwden de kerk als een te missen vorm, en stonden in hét algemeen onder den invloed, die. uit-Frankrijk, Zwitserland, en vooral uit Engeland herwaarts overgenomen, voor den kinderdoop de rechte waardeering miste. Maar de oude Wormser stuitte dit door zijn, kloek geschrift over den^ Doop en Groen hechtte er aanstonds zijn'zegel aan". 15)

Het inoet wel een buiteiigewoon boek zijn, dat mannen van een geestelijke en wetenschappelijke statuur als Groen, Kuyper en Rutgers zoo vermocht te boeien; een „leekën-boek", dat in een vijftig jaar vijf-maal herdrukt werd!


1) J. A. Wormser, De onfcèr'kelyke rigtingenz. met een voorberigt van Mr G. Groen van Prinsterer. Amsterdam 1864 p. 18. Dit woord werd door Groen .meerinalen met instemming , geciteerd, , zie b.v. „N^e d. - G e d.", deel V, p. 98. Wormser schreef .deze woorden voor, 't eerst in 1849.

2) Deze karakterstreken zijn van H. Bouwman. Zie zijn: Decris is derjeugd, p. 39.

3) Zie over deze beruchte Amsterdamsche kwestie Jl-Bouwman, De crisis der jeugd, p. 34—43; J-A; Wormser, Het leven van Simon van Velzen; blz. 45—54; Idetn, Het léven van Hendrik Peter .Scholte blz.' 146—163; G, M. den Hartógh, Het Chr. Geref. Seminal-ie.te Amsterdam, P-31/3.; Verslag, van de Synode der Af.gesch-, TG, er, Gieme§nte in'Ned-erlan dj gehouden v. a-17 Nov. tot d'. 3 Dec. 1940 tejj^gnsterdam, 's-Gravenfiage. 1841, p. 44-47; 61/2/.

4) a. w. p. 39. 5)~Mr Groen van Prinsterer, Brieven van J. A. Wormser, II, Amsterdam, 1875, p. 279, vgl. I, p. 35, , • r. 14 V. b. is adhter; waarvan, èn Voor: U'H. Eg. het • wcfordje: Ik uitgevallen; '169, 201. •'• - ^^ •• '•' '' '•'= t' «) B r i e V e n enz. I p. 264; II, 263, 267.

7) Oudere Tijdgenooten 3, p. 106 v.

8) Brieven enz. p. V/VI. Vgl. N e d!-(iéAi Ar, p. 96. 8) Confidentie, p. 70.

10) Voorrede van den derden druk van het boek; Amsterdam, 1885; p. VI.

12) Zie Groen's Inleiding op den 2en, 3en en 4en druk.

13) De Heraut; 16 Dec. 1883.

14) De Heraut; 4 April 1896.

15) De Heraut; 16 Jan. 1894.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

OM HET HART DER REFORMATIE, XV.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's