GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ondeR de duitschERS.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ondeR de duitschERS.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

16 Sept. 1947. 't Wordt tijd, elkaar weer eens goeien dag te zeggen; vandaar weer een briefje. Het is Dinsdag; tenminste hier; bij de • lezers is het al Woensdag. Vermoedelijk zal dit briefje niet meer in het blad kunnen komen vóór den Theologischen Hoogeschooldag"; toch hoop ik in den geest bij allen te zijn en er van te lezen. Laat ons naar den geest met allen verbonden zijn. En in den Geest.

Verbintenis in den Geest; daar heb ik nog al eens aan gedacht, toen verleden week enkele dagen werden besteed aan contact met duitschers. De Protestant Reformed Church heeft via haar radio-uitzendingen contact gekregen met een groep duitsche geloovigen. Die radio-uitzendingen zijn hier van meer dan gewone beteekenis. In Nederland"bereikt de radio maar een groepje menschen op beperkt gebied; hier in Amerika is dat ook het geval bij die vele stations, die 'niet zóó sterk zijn als de meest bekende. Maar als men de uitzendingen koppelt van station naar station, dan kan men een veld bereiken grooter dan van Brunnepe bij Kampen naar b.v. Constantinopel. Het kost heel wat geld natuurlijk; en toen de Protestant Reformed Church met de uitzending van een wekelijksch half uur begon, en daarbij de begeerte had, de stations te doen combineeren, moest zij, schrik maar niet, "daarvoor haar budget met zestienduizend dollars (ik herzeg: dollars) verhoogen, jaarlijks, Den eersten Zondag hoorde ik een uitzending van Rev. Lubbers, sprekende over. farizeeër en tollenaar. En toen ik een week later in Grand Rapids was, zag ik in de kerkeraadskamer van de prachtige, groote kerk naast de pastorie van Rev. Hoeksema de' voorbereiding' van een opname van een toespraak van diens collega Rey. Ophof; beide theologen zijn ook professoren, verbonden aan het Theologisch Seminary van de Prot. Ref. Church. De toespraak werd opgenomen op gramofoonpiaten; vandaar dat ik j.l. Zondag die plaat kon hooren afdraaien, welker voorbereiding ik een week tevoren had aanschouwd, 't Is een groot offer, dat men zich getroost; maar de vruchten blij-

ven niet uit. Immers, het waren juist die uitzendingen, die bij de duitsche hoordersi de begeerte deden wakker worden, om, met hen, - die de oude gereformeerde waarhejd zoo in haar heerlijkheid en gestrengheid wisten te ontvouwen, nader tot gemeenschapsoefening te komen. Zoo werd o.a. een regelmatige conferentie van predikante; n en gemeenteleden tot vaste gewoonte. Ditmaal was ook ik voor die conferentie gevraagd.

Zelden heeft zoo'n conferentie me meer verrassingen gegeven dan deze. Ondergeteekende kan niet zeggen, dat hij zich steeds in het conferentieklimaat thuis voelt. Maar dat ligt dan meestal niet in het wezen der conferentie, doch in het ontbreken van derzelver wei-wezen. Zulke conclusie schijnt me althans gewettigd als ik op deze terugzie. Verrassingen volop. Eerst de autotocht van Lincoln naar Sutton, in een klimaat, dat mijn verlangen naar het aanschouwen van Java aanmerkelijk drukte. Met de ondervinding van aanzienlijke koude, twee dagen later in dezelfde plaats (men beweert dat er sinds al nachtvorst geweest is' ook).' Dan de inrichting der conferentie. Diepgaande gesprekken, enorme belangstelling voor wat gereformeerd is, en ook voor de nederlandsche verwording, zooals die openbaar kwam in het drijven der voor het schisma verantwoordelijke theologen. Preeken, inleidingen, debatten en uitnemende maaltijden. Afstanden waar een nederlander van duizelt, en die de conferentiegangers voor niets telden.

't Waren duitschers, maar ze hebben in den oorlog gestreden aan amerikaansche zijde; „duitscher" wil niet meer zeggen dan dat de afkomst van voorgaande geslachten duitsch, of ook zwitsersch was; de theologeii, die ter conferentie zich het meest lieten hooren, hadden, voorzoover mij bekend, in Zwitserland gestudeerd. Ze waren dan ook amerikaansche burgers, vol belangstelling voor Nederland, en afkeerig van Hitler en zijn gansche bende. Het was een lust, , te zien hoe goed ze de kwestie van de formule, welker binding in 1944 zoo groote rampen bracht over gereformeerde zielen, door hadden, zoowel wat betreft de verbonds-, als de sacraments-, als de kerk-kwestie, die er verband mee houdt.

Behalve met deze duitschers van oorsprong hebben deze dagen ook veel ontmoetingen met nederlanders gegeven. De naam_j, nederlander" is te interpreteeren als de naam „duitscher" vaji zooeven.

Dat contact is verblijdend.

Qok met leden der Chr. Ref. Maar daarover later. Ö ja, die duitschers hier hebben flink geofferd voor Nederland!

miscELLanEa.

Behalve met de , , duitécheïs'''mÖchteil wè'óók met een groeiend aantal „nederlanders" kennis maken, of hernieuwen. Je hoort hier steeds weer met nieuwe blijdschap psalmen zingen en — nederlandsche dialecten spreken. In beide handelingen treedt de generatie van de negentiende eeuw dadelijk weer voor de aandacht. Ook b.v. in de titulatuur, die hier aan de predikantsvrouwen toegekend wordt. ledere getrouwde vrouw heet hier „Mrs". Maar de echtgenoote van den dominee heet „juffrouw". Een eeretitel, maar erfenis van de vorige eeuw.

In de eerste plaats zoeken natuurlijk de leden der Prot. Ref. Church hierbij de gemeenschap met eden broeder uit het „oude vaderland". Het is verheugend, hoe groot hun kennis is omtrent nederlandsche toestanden en fouten èn omtrent het herstel-in-reformatie. Tegenover de soms meer dan malitieuze verdachtmakingen en oppervlakkigheden, die ook wetenschappelijke menschen der Chr. Ref. Church in hun pers in dezen^ aandurven, en die voor een kenner der nederlandsche toestanden niets anders zijn dan een matte, maar vaak niet minder giftige repetitie van wat nederlandsche synodocraten hun. hebben óp de mouw gespeld (het sterkste staaltje leverde dr Cl. Bouma in Calvin Forum, geïnstrueerd door dr P. Prins) doen de pimtige en nuchtere opmerkingen óók van de meest eenvoudige leden der Prot. Ref. Church weldadig aan id ze doorzien den handel en weten zoowel dogmatisch als kerkrechtelijk hun weetje. Dat hebben we te danken aan de kundige en eerlijke voorlichting van Rev. H. Hoeksema, en van zijn mederedacteuren; The Standard Bearer is hun blad, dat thans, tijdens Rev. Hoeksema's ziekte, voornamelijk door ds G. Vos wordt verzorgdl; daarnaast bestaat ook het blad CoJicordia, dat meer populair, maar heel goed is. Dit laatste blad geeft een engelsche vertaling van ds Knoop's boek: Een Theater in Dachau. Heel wat bibliotheken van dominees heb ik al kunnen zien; zoodra je de kamer binnenkomt voel je je „thuis", want je vindt dadelijk ouwe bekenden. Ze blijken gebruikt ook. Vandaag logeer ik b.v. bij ds Petter; hij had nauwkeurig gevolgd wat ons blad schreef over artikel 36 der Belijdenis; , het trof me, dat op zijn bureau een exemplaar lag van het Rapport van 1905, waarover in de desbetreffende reeks van ons blad critische opmerkingen zijn gegeven. Citaat voor citaat was nageplozen. En als men weet, hoe hier op allerlei conferenties allerlei vraagstukken in behandeling komen, vraagstukken, waar het amerikaansche leven zelf de belijdende christenen mee komt confronteeren, dan krijgt men ineens het gevoel teru'g, dat er toch niet voor niets gewerkt wordt. Heel wat booze scheldpartijtjes van synodocratisch geïnfecteerden hier in Amerika geeft men dan rustig over aan de vergetelheid, die ze verdienen. .

Behalve leden van deze kerk zochten ook onderscheiden leden van de Chr. Ref. Church nadere informatie omtrent wat in Nederland geschied is. Met predikanten zoowel van deze als van de Ref. Church hadden we contact, ook hier in het Midden-Westen (ik schrijf dezen brief in Orange City, in den staat lowa).

Dat deze ontmoetingen vrucht dragen, daarvan ben ik zeker. Niet, dat aanstonds een andere houding der officieeie leiders van de Chr. Ref. Church te wachten zal zijn. Als ik de sfeer goed aanvoel, dan hebben ze al wel een min of meer onzeker en onbehaaglijk gevoel, zoo vaak ze denken aan wat ze in de eerste onbekookte momenten over ons en onze kerken geschreven hebben. Dat doet me genoegen, vooral omdat nog pas een niet onaanzienlijk getal van synodocratische figuren hier geweest is, die wel een en ander zuUen hebben besproken, waar men niet mee voor het voetlicht komt. Maar men vergeet hier snel, wat men zelf heeft geschreven of van anderen heeft gelezen. Ziet men in, dat er toch wel wat meer aan - de kwestie vast zit, en neemt men om wat reden ook, het plan op, andere tonen te doen hooren, dan wordt dat wel niet ronduit tevoren zoo gezegd, maar grijpt men de een.of andere gelegenheid aan, om te doen, alsof de zaken in een nieuw stadium gekomen zijn.

Misschien dat zulk een aanleiding tot positiewijziging zal worden gevonden in het thans publiek gemaakte feit, dat de brief, dien onze synode van Groningen heeft geschreven aan de Chr. Ref. Church nooit ointvangen is. Zoo althans schrijft ds E. van Halsema in een Wachter-artikel, dat overigens wel eenige opmerkingen bevat, die in The Standard Bearer een antwoord mijnerzijds zullen ontvangen. Reeds had in onze gesprekken op de boot ds V. Halsema mij gezegd, dat hem er niets van bekend was, dat onze synode aan die der Chr. Ref. Church een officieelen brief had geschreven. Dat verwonderde mij zeer; de brief zelf kan onzen lezers bekend zijn uit de pers, voor wat den hoofdinhoud betreft, en is ook afgedrukt in de Bijlagen van de Acta der Groninger Synode. In dien brief stond, dat wij de Gereformeerde Kerken hadden voortgezet, en dat we dus heelemaal geen nieuwe denominatie waren (men weet, dat dit „feit", béter gezegd: deze fictie, de z.g. officieeie grond was, waarop „The Banner" had gezegd: we kunnen iemand van zoo'n nieuwe denominatie niet op onze preekstoelen toelaten, — alsof niet heel wat andere, ook zeer vreemd-denkende figuren er optraden ). Voorts had onze synode in haar missive daaruit de conclusie getrokken, dat de Chr. Ref. Church dus zoomaar een bestaande correspondentie had afgebroken; en nu werd zrf geplaatst voor de consequentie: nog langer steunen op de informaties van de vrienden uit den kring der kennissen van kennissen, dan wel: uit eigen oogen zien, en eens rustig de feiten taxeeren. Het is nu deze brief van wien we thans vernemen dat hij niet ontvangen is. ^

Niet onmogelijk, dat men dit feit zal aangrijpen, om nog eens nader over de verhouding tot onze kerken te praten; en dat dan het feit, dat we toch wel wat anders zijn dan eerst gescholden werd, tot een andere houding leidt. Nadere bepaling dezer houding is dan ook voorbereid door het feitenmateriaal, dat hier thans publiek ook tot Chr. Ref. ooren doordringt. Er is een tijd van zaaien, later een van oogsten. Laat ons blijven hopen, en voorts maar voor onszelf blijven inzien, hoe verkeerd het is, als de kerk zich inspant voor wat de chineezen noemen: „het gezicht te bewaren". Wij noemen dit: het figuur te redden.

En: laat ons niet alleen de oude kerkelijke correspondentie aan de orde stellen, doch ook nieuwe zoeken met de Prot. Ref. Church. Oecumenisch doen ~-ook als anderen het laten. En zóó hen helpen.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

ondeR de duitschERS.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1947

De Reformatie | 8 Pagina's