GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Contact met Indonesische kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Contact met Indonesische kerken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder dit hoofd kunnen wij in het verslag van de Classis Batavia, voorkomende in De Reformatie van 28 Mei j.l., het volgende lezen:

1. Het opnemen van contact met de Indonesische Kerken ziet de classis als een belangrijke opdracht voor elke plaatselijke kerk.

2. De classis wekt de Kerken binnen haar ressort op deze taak ter hand te nemen of, voorzoover reeds opgenomen, krachtig voort te zetten.

3. Het kerkverband (Nederland en Soemba) zal dienen te worden gekend, alvorens tot definitief verband of correspondentie met eenige Indonesische kerk over te ga^n.

Onder Indonesische Kerken zullen hier wel worden verstaan, kerken wier leden (in hoofdzaak) behooren tot een der Oostersche bevolkingsgroepen en waarin als voertaal gebruik gemaakt wordt van de Maleische of Indonesische taal of een der andere Indische talen. In de meeste plaatsen van eenig belang in, den archipel worden één of meer van die kerken of gemeenten gevonden. Sommige zijn "ontstaan als vrucht van ter plaatse verrichten zendingsarbeid, maar het komt ook voor dat menschen uit reeds langer gekerstende streken, zich voor hun levensonderhoud elders vestigen en dan op de nieuwe woonplaats zich vereenigen tot een Christelijke gemeente. Zoo vindt m-en ook buiten de Molukken en de Minahassa verscheidene kerken, die in hoofdzaak Ambonneesche en Menadoneesche leden tellen.

Een groot deel van die Indonesische gemeenten zijn geïncorporeerd in een van d^ vier kerkgenootschappen, waarin de Protestantsche Kerk van Nederlandsch Indië zich de laatste jaren gesplitst heeft: de Moluksché Kerk, de Minahassische Kerk, de Timoreesohe Kerk en de Protestantsche Kerk van Westelijk Indonesië. Er zijn echter ook nog gemeenten, die tot een ander kerkverband behooren en min of meer op zich zelf staan.

Al die kerken hebben minder of meer den invloed ondergaan van den door Japanners en ultra-nationalisten gewekten en gevoeden haat tegen al wat westersch is. Daar is bijgekomen de zuiging, die uitgeoefend wordt door het oecumenisch eenheidsstreven. Door deze oorzaken is bij velen groote verflauwing der grenzen ingetreden. In de prediking, de bediening der sacramenten en de oefening van de tucht wordt veel verbastering openbaar. Het schriftuurlijke toetsen der geesten of zij uit God zijn heeft dikwijls plaats moeten maken voor een andere wijze van toetsen bijv. een zoodanige waarbij in de eerste plaats gestreefd wordt alle sporen van westerschen invloed te weren. Hieruit moet bijv. verklaard worden de tegenzin, de laatste jaren openbaar geworden, tegen de Gereformeerde belijdenisschriften. Die stammen immers uit het westen.

Het is dan ook wel zonder meer duidelijk, dat kerken, die trouv/ willen zijn aan Schrift en belijdenis, niet zoo maar met de huidige Indonesische kerken in correspondentie kunnen treden of een kerkverband met haar kunnen aangaan. Het boven geciteerde classisbesluit spreekt dan ook slechts van contact opnemen. De classisvergadering wil niet dat die dwalende en verbasterde kerken maar aan haar lot worden overgelaten, maar acht het nobdig dat aan haar en haar leden de eisch van Gods Woord wordt voorgehouden, zich te reformeeren en te bekeeren. Daarom wekt ze nu de plaatselijke kerken op, met die kerken contact op te nemen.

Over deze uitspraak van de Classis Batavia verheug ik mij van harte eh; ik hoop en bid dat de plaatselijke kerken haar roeping in dezen zullen verstaan en kracht en wijsheid mogen ontvangen, die roeping te vervullen. Hier ligt in de eerste plaats een taak voor de kerkeraden, maar de kerkeraden hebben bij de vervulling van die taak het gebed en de medewerking van de leden der kerk, niet van sommige, maar van .alle noodig. Hoe die leden deze medewerking zouden kunnen geven, daarover wil ik hieronder iets zeggen. Ik denk daarbij ook aan de toekomstige leden van de kerken op Java, dus aan de leden van de kerken in Nederland, die hetzij als militair, hetzij in een burgerwerkkring, in de toekomst naar Indonesië zullen vertrekken. Daarom schrijf ik in een Nederlandsch blad. • Een Roomsche, met wien ik laatst een gesprek over de zending had, betoogde, dat arbeid, die de bekeering van heidenen ten doel heeft, zich niet uitsluitend of in hoofdzaak moet richten op kinderen en jonge menschen, maar vooral aandacht moet besteden aan de oudere menschen. Deze in den mond van een Roomsche wel zeer merkwaardige uitspraak acht ik stellig behartigenswaard.. En ik geloof' dat deze arbeidsmethode waard is toegepast of minstens overwogen te worden, ook al zijn het nu juist geen heidenen, in den gewonen zin van het woord, waarop de arbeid gericht is. Ook bij het contact opnemen met de Indonesische kerken moet aandacht besteed worden .aan de

oudere menschen in die kerken. De aanrakingsmogeiijkheden met oudere menschen op geestelijk terrein lijken mij grooter dan met het jongere geslacht, ondanks het feit, dat het verschil in taal bij de jongeren minder moeiUjkheden zg.1 geven, omdat vele jongeren Nederlandsch geleerd hebben.

Vele ouderen hebben in hun jeugd op school, in kerk en op catechisatie *n tamelijk orthodoxe opvoeding ontvangen, terwijl zulks met de jongeren veel minder het geval is geweest. Zoodra dan ook de moeilijkheid van de taalbarrière overwonnen is zal men ontdekken, dat men bij ouderen dikwijls een beteren klankbodem treft voor een Gereformeerd geluid, dan bij het latere geslacht. Wel valt er groot gebrek aan onderscheidingsvermogen waar te nemen, ook bij hen die den' Bijbel nog met eerbied als Gods Woord willen aanvaarden.

Naarmate die klankbodem verdwijnt of zijn resonantievermogen verliest, doordat het schriftuurlijke geluid meer en meer uitsterft, dreigt de mogelijkheid hoe langer hoe geringer te worden om het contact met de Indonesische kerken vruchtdragend te doen zijn.

Zonder een eenigszins betere kennis van de Maleische taal, dan, waarover de meeste Nederlanders in Indië beschikken, zal het evenwel moeilijk zijn vruchtdragend in contact te treden met de Indonesische kerken, omdat juist de oudere menschen in die kerken, die het meest geneigd zullen zijn tot luisteren, meestal geen Nederlandsch verstaan. Van ouds heeft een groot deel van de Nederlanders in Indië zich tevreden gesteld met een minimale kennis van het Maleisch. In het dagelijksch leven konden ze zich min of meer redden, maar een Maleische toespraak of preek konden ze gewoonlijk niet volgen en een krant in die taal was voor hen grootendeels een gesloten boek. En zij, die wel eens een toespraak in het Maleisch moesten houden, lieten deze dikwijls opstellen door een ondergeschikte. Wat de kennis van Maleisch betreft is de toestand de laatste jaren zeker niet beter geworden.

Doordat vele jonge Indonesiërs thans Nederlandsch verstaan en spreken is de prikkel om Maleisch te leeren veel minder geworden. Dat is te betreuren en tot nadeel van den Nederlander, zoowel als van zijn Indonesische omgeving. De Nederlander, die geen of slechts gebrekkig Maleisch kent, berooft zichzelf van het vermogen rechtstreeks met zijn omgeving in contact te treden en is niet in staat, tegenover die omgeving verantwoording te doen van de hoop, die in hem is.

Natuurlijk zal men zich eenige inspanning moeten getroosten om het Maleisch goed te leeren. Men zal iets moeten weten van de grammatica of liever van de vormverandering van de woorden. De gemiddelde Europeaan verwaarloost die vormverandering geheel en plaatst van de weinige woorden, die hij kent, de stammen meestal naast elkaar op dezelfde wijze als in een Nederlandschen zin. Maar om zijn gedachten zuiver te kunnen uitdrukken is kennis 'van de vormverandering van de woorden onontbeerlijk. Om zich die kennis eigen te maken is, behalve het gebruik van een goed leerboek, dat niet groot behoeft te zijn, het lezen en vertalen van een Maleische krant en het bijv.'onen van een Maleischen kerkdienst, een goed middel. Wie zich die moeite getroost, zal zich verrijken en wat nog belangrijker is, hij zal daardoor in staat gesteld worden, anderen deelgenoot te maken van dien anderen rijkdom, die er gelegen is in den eenigên troost, met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven het eigendom te mogen zijn van zijn^ getrouwen Zaligmaker Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Contact met Indonesische kerken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 1949

De Reformatie | 8 Pagina's