GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr J. Ridderbos over  „zwart op wit"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr J. Ridderbos over „zwart op wit"

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr J. Ridderbos heeft eenige dingen opgemerkt aangaande mijn bewering, dat wel degelijk, o.a. aan den kerkeraad van Wezep, door de commissie der uitdrijvende synode gezegd is, dat men maar moet he.engaan, als men een besluit van een synode niet voor vast en bondig houden kan, wijl men het in strijd acht met Schrift of Kerkenordening. Hij houdt nu vol, dat hij terecht ontkende wat volgens zijn formuleering ik beweerde en verwijst naar de Acta.

Nu zou ik dr Ridderbos onbeantwoord kunnen laten, omdat hij op een zeer krasse onwaarheid, die ik hem onder het oog bracht, en die nogal ingrijpend was, nimmer terugkwam. We zullen terwille van de lezers het toch maar doen.

In de eerste plaats: die Acta van dr Ridderbos' synodes zal ik niet raadplegen. Met de stukken heb ik aangetoond, dat deze een onzuiver beeld geven. Ze verzwijgen essentieele punten; ik gaf krasse voorbeelden, en ze zijn niet eerlijk. Het gaat er mij om, wat door de commissie, waarvan dr Ridderbos als van nummer zooveel samenroeper of lid was, aan Wezep geschreven is. Ik heb het gelezen; ds v. Dooren schreef het mij destijds. Het klopte heelemaal met wat ik zelf van die commissie heb ontvangen. Daarheen verwees ik in „De Reformatie" en ik gaf precies aan waar het stond, zwart op wit. Hij heeft metterdaad officieel aan mij geschreven:

„Zoolang dit niet is geschied (d.w.z. een uitspraak van een VOLGENDE synode, dat een betwist besluit uan een voorgaande niet voor vast en bondig gehouden worden moet, K.S.) heeft ELKE kerk en lEDEK kerklid deze besluiten krachtens het kerkverband als de facto bindend te erkennen. Meent hij dit om der

conscientie wil niet te mogen doen, omdat hij ze met Gods Woord in strijd acht DAN ZOU HIJ UIT HET KERKVERBAND MOETEN TREDEN. Maar IN het kerkverband BLIJVEN en synodebesluiten niet als bindend erkennen is innerlijk tegenstrijdig".

Over deze kerkrechtelijke ketterij, dit advies-totscheurmaking, (want het houdt in, dat men dadelijk weg moet loopen als men een besluit niet in overeenstemming met Schrift en belijdenis en K.O. acht) heb ik met de heeren van de commissie, wier handelingen, hoe krom ook, goedgekeurd zijn, uitvoerig gecorrespondeerd. Men kan het nalezen: „De Waarheid Luistert Nauw". De heeren Ridderbos, Polman, Nauta, Harrenstein, Milo, Hummelen, Zuidema hebben hun. beschouwingen niet teruggenomen. En ik heb de mijne gehandhaafd, gelijk ik het nog vandaag doe, want ik geloof dat de mijne gereformeerd is, en die van deze heeren ongereformeerd. Ik geloof tevens, dat ze zich een tikje schamen over hun woorden van destijds, vanwege de gevolgen, terwijl ze practisch er nog naar handelen. Als dr Ridderbos soms wil, dat wij stukken verhandelen, dan verklaar ik me bereid, hier de correspondentie van a tot z af te drukken op het quaestieuze punt, onder belofte, er geen letter aan toe te voegen, mits hij belooft, dan ook die citaten in zijn blad af te drukken.

Tenslotte volge hier onderstaande verklaring, gedateerd 6 April 1949, onderteekend door vier kerkeraadsleden van den Kamper kerkeraad, onder wie een predikant (de namen^mogen zoo noodig genoemd worden), van den volgenden inhoud:

dat op een vergadering van den kerkeraad in de groote zaal aar^ de Burgwalkerk 1944, waar een viertal afgevaardigden van de synode kwamen spreken over het bekende onderwerp, dr Den Hartog minstens tot twee maal toe letterlijk heeft gezegd: dat wanneer wij de bindende beslissing omtrent het houden voor wedergeboren niet konden aanvaarden, voor ons maar één weg openstond: dat wij eruit gingen. Daar was — zoo vervolgt het stuk — daar was bijna voltallig de geheele kerkeraad, zoowel predikanten, ouderlingen en diakenen aanwezig, zooals deze in den ongedeelden toestand bestond.

Zulke kerkrechtelijke onzin werd destijds niet alleen ruwweg gezégd, doch ook welbewust in officiëelen „handel" (!) geschreven. Als ds v. Dooren lust heeft, nog eens water naar de zee te dragen, door het citaat uit den brief der commissie mij te zenden, ik zal het met genoegen publiceeren. Dr Ridderbos moest nu maar eens ophouden, vlak voor zijn afscheid den indruk te vestigen als zou te loochenen zijn wat vaststaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1949

De Reformatie | 12 Pagina's

Dr J. Ridderbos over  „zwart op wit

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1949

De Reformatie | 12 Pagina's