GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

DE Z.G. OECUMENISCHE SYNODE EN DE WERELDRAAD DER KERKEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds J. H. Velema, chr. geref. predikant, schrijft in , ', De Wekker" over de z.g. oecumenische vergadering, die ook hij „synode" noemt — waaróm begrijpen we van hem niet —, en bespreekt enkele punten uit haar zittingen:

Een derde indruk is een gevoel van teleurstelling; niet zozeer betreffende de Oecumenische Synode als wel aangaande een bepaald onderdeel, dat nochtans van grote betekenis Is en eigenlijk het voornaamste agendapunt was: de vraag betreffende de aansluiting bij de Wereldraad van Kerken. De beslissing, die dienaangaande genomen is — een beslissing, die natuurlijk niet bindend is — heeft ons bitter teleurgesteld.

bindend is — heeft ons bitter teleurgesteld. Vurig hadden we gehoopt, dat deze Oec. Synode ons uit de mist zou helpen en duidelijk en krachtig heiar neen zou laten horen en het voor al de Kerken van Gereformeerd Belijden duidelijk had gemaakt dat haar plaats niet kan zijn in de Wereldraad. Helaas — dit krachtige neen is niet gehoord, hoezeer daarop van verschillende kanten ook is aangedrongen. De beslissing, die genomen is, was een compromis-beslissing. Voor wie het nog niet wist is duidelijk geworden dat pr onder de aanwezigen — niet onder de stemhebbende leden uit Nederland en Amerika — voorstanders van de Wereldraad zijn, meer dan we zouden denken. We vinden dit een bedenkelijk symptoom. Niemand verwijte ons ketterjagerij. En niemand zegge ook: ik verwacht van een jongeman andere klanken. Het is onze vaste overtuiging dat aansluiting bij de Wereldraad een ramp zou betekenen voor het kerkelijke leven en in lijnrechte strijd is met de strekking en de handhaving van onze Gereformeerde Belijdenis. Hoe prachtig de betreffende' uitnodiging ook was, welke mooie dingen er ook gezegd werden — er is een kloof. Zolang de Wereldraad toelaat dat de basisformule door ieder op eigen wijze wordt uitgelegd — zolang horen kerken van Gereformeerd belijden zich niet bij de Wereldraad aan te sluiten.

Is het verlof tot het op telkens ieders eigen manier „interpreteeren" alleen maar hinderlijk bij een basis­ formule? Op elk terrein ontmoeten wij de devaluatie van het (ook kerkelijk) woord. Niet alleen in dit opzicht.

Verder:

Hoe was de gang van zaken op deze Synode?

De Commissie, die deze zaak moest voorbereiden, was heterogeen samengesteld. Er waren voor-en tegenstanders van aansluiting in deze Commissie bijeen.

Die tegenstanders waren dus — zie boven — niet „gezondenen", geen stemhebbende leden. Ze zaten nochtans in een adviescommissie. Dat zal de kerkeraad van Utrecht (praeses ds de Goede) wel een ernstig bezwaar vinden. Verder:

Gevolg is natuurlijk geweest dat het moeilijk was voor deze Commissie om met een rapport te voorschijn te komen dat door alle leden kon ondertekend worden. Het rapport dat tenslotte werd aangeboden droeg dan ook duidelijk de sporen van het compromis. Immers in dit rapport werden de bezwaren tegen aansluiting duidelijk genoem.d.

Laten we ze even memoreren. Het \varen er 4:1. Blijkens handelingen van de Wereldraad zelf en uitlatingen van leidende figuren in de Wereldraad neemt men de basisformule niet ernstig.

2. De Wereldraad stelt resoluties vast en treedt la daden voor het front van de wereld. Hij is niet slechts een ontmoetingspunt van kerken, maar bedoelt een geestelijke eenheid te scheppen, v/aarbij het probleem van het liberalisme in de kerk is onderschat.

3. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de nivellering en vervaging der belijdeniswaarheid in de deelnemende kerken ongemeen wordt bevorderd.

4. Het samen arbeiden in één werkgemeenschap met degenen, die niet geloven in de vergiffenis door het bloed van Christus, zou schade doen aan de kerk zelf.

Ge zoudt denken dat deze argumenten voldoende waren om de Synode aansluiting bij de Wereldraad te ontraden. Maar neen, er werden ook argumenten aangevoerd pro aansluiting. Welke? De volgende:

1. Hier wordt een gelegenheid geboden om de eigen Gereformeerde stem te laten horen. Buiten ocze eigen kring is er zo dringend behoefte aan vastheid en klaarheid.

2. We moeten de jonge kerken, die reeds lid zijn van de Wereldraad, de grootst denkbare steun bieden. '

3. Het is de vraag of onze verantwoordelijkheid t.a.v. de sterke oprecht gelovige stroming in de Wereldraad niet eist, dat wij al het mogelijke in het werk stellen een weg te vinden, waardoor wij onze positieve invloed ten gunste daarvan zouden kunnen uitoefenen.

Omdat voor deze Commissie de primaire vraag was: voor of tegen aansluiting bij de Wereldraad, werd niet veel gezegd over de Internationale Raad van Christelijke Kerken en over de N.A.E. — twee organisaties, die aanklopten en uitnodigden om toe te treden.

Welk advies gaf deze Commissie nu aan de Synode? Dit advies werd geleld door de gedachte dat het niet wenselijk is dat de Geref. Kerken over heel de wereld vrrschillende wegen gaan, maar dat het verkieselijk is. dat zij dezeifde koers volgen. Daarom stelde ze voor te besluiten:

a. Een uitvoerige brief te zenden in antwoord op het schrijven van de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland, met een verklaring van haar standpunt, een uiteenzetting van haar bezwaren en een appèl op voor-' noemide Raad deze bezwaren weg te nemen.

b. De kerken te adviseren zich In dit stadium niet bij deze organisatie aan te sluiten.

c. Een internationale commissie te benoemen met opdracht deze punten nader te bestuderen en aan de volgende Synode rapport uit te brengen.

Zoals onze lezers zien is dit een compromis. Vermeld dient nog te worden dat Prof. v. d. Schuit alsUd van Comm. I een bijlage bij dit rapport gevoegd had, waarin hij veel sterkere gronden tegen het toetreden tot de Wereldraad naar voren bracht. Ik citeer o.a. de volgende zin: „Dat wij als kerken ons stellen onder de tucht van het Woord des Heeren en onder afsmeking van 's Heeren Geest alles zullen doen wat de kerkelijke eenheid en de eenheid van kerken kan bevorderen; dat wij echter tot onze smart moeten constateren dat de Wereldraad van Kerken een basis noemt, die geen fundament, doch slechts ornament moet heten, omdat zij de belijdenis van Jezus Christus naar de Schrift niet handhaaft".

De bespreking van dit rapport nam heel wat tijd In beslag. Een golf van welsprekendheid is Dinsdagavond en heel de Donderdag over de afgevaardigden heengegaan. Warme voorstanders en felle tegenstanders hebbeu het woord gevoerd. Nieuwe argumenten werden niet bijgebracht. De grote vraag van de voorstander was steeds weer: Verzaken we onze roeping tot getuigen niet als we ons niet aansluiten? Het argument van de tegenstander was: De basis-formule wordt niet gehandhaafd. De vraag van de middenman was: is dat Inderdaad wel waar? Mogen we dat zo zeggen? Als het inderdaad zo is, dan is de Wereldraad voor mij een teken aan de wand, aldus prof. Berkouwer. Maar ze zeggen zelf van niet. Moeten we ook deze woorden dan niet ernstig nemen?

Het hoogtepunt van het debat was de meeslepende rede van prof. Clarence Bouma, die een gedocumenteerd betoog hield tegeji aansluiting en de gang van zaken met de Federal Council, de Amerikaanse afdeling

van de Wereldraad, schetste.

Vrijdagmorgen werd de zaak beslist. De Ned. Geref. brs De Graaf, Polman en Warnaar en ds onder ons bekende (van de Schooldag) prof. Stonehouse, dienden een amendement In dat het volgende inhield: De Kerken te adviseren zich niet bij deze organisatie aan te sluiten zolang deze bezwaren niet zijn/ weggenomen en de Gereformeerde Kerken, die zich reeds aansloten, ernstig op de bezwaren daarvan te wijzen.

Er was spanning In de vergadering. Immers, dit amendement zette de zaak op de goede basis en ging

in de goede richting. Hier werd niet gesproken van „in dit stadium". Maar hier werd kloelc gezegd: zolang deze bezwaren niet zijn weggenomen, niet aansluiten.

Het was een wonderlijke stemming. We zuilen de gang van zaken niet uitvoerig weergeven. Er is twee keer over gestemd om allerlei redenen. We hebben het ten zeerste betreurd dat we maar waarnemers waren en geen stemhebbende afgevaardigden. Was dat het geval dan was dit amendement de eerste keer aangenomen en hadden we een principiële klank laten horen. Helaas — we mochten ja noch neen zeggen.

De Nederlandse en Amerikaanse afgevaardigden hebben voor dit amendement gestemd. Maar de Zuid-Afrikaanse en de Indonesische afgevaardigden tegen.

Bij dit laatste woord spitsen we even de ooren:

Hier heeft zich m.i. gewroken het feit, dat de laatste afgevaardigden zonder meer toegelaten zijn als stemhebbende afgevaardigden, terwijl zë reeds aangesloten zijn bij de Wereldraad.

Zoo ziet men: men neemt zijn eigen „basis" ook niet ernstig; en zijn naam „synode" evenmin.

Ten besluite:

Ik noem deze beslissing zeer teleurstellend. Daarmee zeg ik niets tegen de gedachte van een Oee. Synode als zodanig (afgedacht dan van de naam), maar wel tegen dit besluit.

Alleen hiertegen? Ook niet tegen het breed doen tegen anderen en het versmallen en breken der confessioneele eenheid door de contribuanten naar bin­ nen?

HET PIÜM VOTUM DEB AFSCHEIDING.

Ds Velema schrijft in „De Wekker" in zijn verslag der z.g. , , oecumenische synode":

Tenslotte een opmerking naar aanleiding van het verslag van de Synode in , , Trouw" van Vrijdag 19 Aug. Dr W. Volger heeft Donderdag o.a. gezegd dat hij het betreurt dat de Chr. Geref. Kerk het begrip Afscheiding zomeer losgelaten heeft.

Hier volgt het gegeven antwoord:

Met Dr Volger is over deze uitdrukking gesproken. Hij bedoelde daarmee dit: hij heeft het idee, dat in onze kerken te weinig leeft het „totdat" uit de Acte van Afscheiding en dat wij dus niet meer uitzien naar de dag dat de Hervormde Kerk terug zal keren tot de leer en tucht der vaderen.

We hebben dat ten stelligste ontkend. We konden hem wijzen op een passage uit een artikel van ondergetekende in „Om Slons Wil" van 22 Juli 1.1.

, , We hunkeren naar het uur, dat de Hervormde Kerk terugkeert naar de leer der vaderen. Heus — iemand die goed Christelijk Gereformeerd is, ziet met brandend verlangen uit naar het uur, dat hij in die oude vaderlandse kerk Gods Woord mag - bedienen en beluisteren. Ik durf nog Verder te gaan. Iemand, die naar dat uur verlangt is juist niet goed Chr. Gereformeerd, want de zonen en dochteren der Afscheidiilg, leven bij de Acte van Afscheiding. En die Acte van Afscheiding, ondertekend op een donkere Octoberavond mef'bevende hand door die arbeiders uit 't Noorden van Groningen snijdt het tafellfiken met de Hervormde Kerk niet definitief door. Er klinkt in door het hunkerende „totdat"."

Als we dat zoo lezen, dan meenen we te mogen verwachten, dat de correspondentie tusschen deputaten der Chr. Geref. Kerken en de onze door ds Velema gevolgd wordt met belangstelling en in de hoop dat er zegen op rusten zal.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's