Te gauw „klaar" met de Schrift

Onder „Persschouw" vindt U het antwoord, dat de kerkeraad van Groningen aan ds B. A. Bos, lid dier kerk, gegeven heeft op zijn brief met verzoek, aan de synode van Den Haag, die de handelingen van de deputaten-Ridderbos heeft goedgekeurd, en daarmee ook heeft goedgekeurd hun weigering, om te voldoen aan het verlangen der Groningsche synode vaai eerst schriftelijk contact, teneinde te zien of mondeling zin heeft, alsnog op dit punt van hun weigering hun zin te geven. Ds Bos meent, dat men hun maar geven moet wat zij willen: dat wil dus zeggen: om maar af te stappen van het besluit van Groningen (eerst schriftelijk). Dat hij zijn opinie aandient als juist in de lijn van Groningen liggende, kan ons slechts verbazen; hij wil juist van Groningen's besluit af.

Intusschen, daarover willen we het niet hebben. Toen de kerkeraad van Groningen hem berichtte, geen aanleiding te zien voor de door ds Bos wenschelijk geachte dringende stappen (trouwens, de Haagsehe synode is nog niet eens gesloten), schreef ds Bos haastig wederom een brochure. Zijn uitgever bericht mi objectief aan alle gegadigden, dat ds Bos meent, dat tusschen dien kerkeraad en hem „het Woord ligt". Niets minder dan het Woord.

Als dat meenens is, dan beteekent dat dus, dat ds Bos zich absoluut overtuigd houdt, dat met volkómen duidelijkheid de H. Schrift leert, dat het ongetwijfeld zondig is, algemeene zaken (nog wel van de kerk) met een gemeenschap, die u op-het-punt-in-kwestie voor God verdoemde en nog verdoemt, in officieele bespreking ie willen nemen met handhaving van het verlangen, dat eerst op enkele — nog niet eens vastgestelde — punten althans iets op papier zal worden gezet; in bereidheid tot het ook zelf geven van verantwoording aan een iegelijk, die ons rekenschap afeischt van de hoop die in ons is.

Ik voor mij geloof er niets van, dat de Schrift dit duidelijk uitspreekt. Evenmin verwacht ik, dat ds Bos tot eiken prijs deze bewering handhaven zal. Want hij heeft vroeger al eens gezegd: zóó en zóó wil de Heere het, en als men in Den Haag zóó en zóó niét doet, dan zal ik zus en zus reagéeren. Welnu, men hééft in Den Haag niét zóó en zóó gedaan, maar intusschen reageert ds Bos nog steeds niét züs en züs. Men mocht VEin hem verwachten, dat hij op 't oogenblik het land zou doortrekken, roepende: maakt u vrij (want dat, zoo heeft hij gezegd, dat zou zijn reactie op een besluitencomplex als het thans bekende wezen); maar in plaats daarvan zegt hij mi: Gods Woord ligt tusschen u en mij, mijn kerkeraad.

Maar men moest niet zoo gauw dit zwaard des Woords leggen tusschen een kerkeraad en een lid, dat zijn concrete verlangens weer eens heeft gewijzigd. Waarom zou men niet liever tot ds Bos zeggen: zou Gods Woord tusschen u en ons gelegen hebben, indien gij heden zoudt doende zijn, zooals het door U is aangekondigd, voor het geval de haagsehe synode zou handelen zooals ze hééft gehandeld. Zoo ja, dan was uw concrete voorstel van destijds niet naar dé Schrift.

Gun ons den tijd, de Schrift te lézen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen