GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SYLLOGISMUS PRACTICUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SYLLOGISMUS PRACTICUS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaren lang had zij er-moeite mee gehad en zoo dikwijls ze aan den HEERE gedacht op haar wegen — en dat deed zij doorgaans — was het als een schaduw komen opzetten: wat men haar geleerd had van de eeuwige verkiezing Gods.

Dat zat zóó.

Ze was in de waarheid niet opgevoed.

In het ouderlijk huis trok de band aan de (gróóte) kerk alleen zoo omstreeks den tijd, dat moeder de voorbereidingen voor het kraambed maakte en vader, als de kraam uit was, op een Vrijdagavond naar de doopzittüig trok. Hoewel vader en moeder op de doopvragen antwoordden, opdat het openbaar mocht worden, dat zij den doop voor hun kinderen niet zochten „uit gewoonte of bijgeloovigheid", was het toch de macht der gewoonte alleen, die moeder naar het doopvont trok en dreef vader bovendien een vage angst, dat je den gang naar het doophuis niet zonder al te groote risico's verzuimen kon.

Dominee wist dat ook wel.

Hij stond bij het volk, dat des Zondags de ruimte der kerk placht te vullen, bekend als een trouwe wachter op Sions muren, vanwege zijn „onderscheidenlijk" preeken. Maar van onderscheidenlijk doopen wist hij zoo niet. En daarom hoorde hij het ja-woord van vader en moeder, gelijk het ja van alle doopvaders en doopmoeders aan alsof het waarlijk ja was. Overigens kwam hij alleen bij begrafenissen over den vloer. Hij leerde deze schapen van de kudde alleen kennen bij hun intrede in het leven en bij hun afscheid uit deze tegenwoordige wereld: gelijk ze hem (afgedacht van de doopdiensten) de eere aandeden van een kerkgang bij zijn intrede en zijn afscheid in de (gróóte) kerk.

Aldus betaalden ze elkander met gelijke, d.w.z. valsche munt.

Maar het meiske, dat thuis in de voorzeide leer niet onderwezen werd, kwam, toen ze een jaar of veertien was in huis bij menschen, die van de kleine kerk waren. En de HEERE, die dat door den verborgen teugel van Zijn voorzienigheid beschikte, gedacht daarin aan'' Zijn verbond. Het meiske leerde hij die vreemden wat ze thuis nooit had gekend: den HEERE vreezen.

Edoch — de wijsheid hield bij deze menschen de vroomheid des harten niet altoos bij. Ze waren met heel hun hart vóór de waarheid, maar er niet altijd achter. Dies voedden ze het meisje, dat alleen nog maar melk verdragen kon, wat al te spoedig met vaste spijs. Van harte de leer van Dordrecht toegedaan, hebben zij de vermaning van de Synode nationaal niet altoos betracht: „zich in het verhandelen van deze leer Godvruchtig en Godsdienstig te gedragen; en haar tot vertroosting der verslagen gemoederen te richten ". En zoo geviel het, dat de vaste spijs, ontijdig toegediend, als een onverteerbaar brok in het leven van het meisje hangen bleef. En nóch de redenen der ouderlingen op het huisbezoek, nóch die van anderen vermochten .wat tot troost van haar verslagen hart gesproken en geschreven was, haar tot een bron van vreugd te doen gedijen.

Totdat de HEERE zelf haar dezen last afnam.

Ze was al oud.

En werd ziek.

En wanneer ze op haar legerstee in stille, slapelooze nachten aan den HEERE gedacht, hebben, als de gedachten in haar vermenigvuldigd werden, Gods vertroostingen haar ziel verkwikt. Dan kwamen de psa', men los uit haar hart. En met de psalmen soms ook de vra.gen. Toen ze eens den honderdzestienden psalm zong: „God heb ik lie f", dé vraag: Is dat zoo? Héb ik net als de dichter van dien psalm, den HEERE lief? En het blijde antwoord ook: „HEERE, gij weet, dat ik U liefheb". Maar dit blijde antwoord riep de andere vraag op: „hoe dat toch zoo gekomen was"? En toen ging heel het boek van haar leven weer open: het ouderlijk huis, de menschen, waar ze als meisje van veertien in huis gekomen was; hoe de HEERE haar een man beschikt had, die den HEERE vreesde; hoe de snoeren haar waren gevallen in liefelijke plaateen. Haar terwijl de overigen uit het gezin, waarin ze geboren was, den HEERE niet vreesden. En op één? , zag ze het: daar heeft de HEERE mij uitgehaald. Hij heeft mij uitverkoren. Ik heb Hem lief, omdat Hij 'mij eerst liefgehad heeft.

Ze heeft sindsdien nooit meer over: „het stuk der verkiezing" getobd. Maar ze heeft er dagelijks den vollen troost van genoten. En ze heeft de moeiten en nooden van den dag blij gedragen in het weten, dat dengenen, die God liefhebben alle dingen medewerken ten goede, namehjk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.

Toen een verre neef, die nogal wat theologische lettertjes gegeten heeft, van het geval hoorde, was hij met de rubriceering terstond gereed: „Syllogismus practicu s", zei hij.

Dat zou z ij zoo niet begrepen hebben.

Gelijk h ij aan dit practisch syllogisme nog nooit toegekomen was.

Want theologie en geloofskennis blijven, hoe nauw overigens tusschen rechte theologie en geloofskennis het verband moge zijn, toch altoos twèè.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

SYLLOGISMUS PRACTICUS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's