GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„GEEN KOEHANDEL”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„GEEN KOEHANDEL”

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Geen blijder maar in tachtig jaar"

Eerst een klein aanloopje. Dr H. N. Ridderbos publiceerde onlangs, in grooten opmaak, den tekst van één bepaalde afkondiging, door een kerkeraad („van ons") ten aanzien van een lid, dat zich „onttrokken" had. Hij vond het bar, zonder op den persoon te kunnen letten, natuurlijk. Ik antwoordde, dat hijzelf medehielp en - helpt aan de publicatie van uitspraken over anderen, die op het punt, w a a r hij het over had, precies zóó en nog veel scherper redeneeren als die door hem zwaar bestookte kerkeraad. En vroeg hem toen, wat hij dan daarvan dacht. Het antwoord luidde: „na u"; dat wil zeggen: K. S. moest eerst zijn ruimte gebruiken om af te drukken wat dr R. wilde afgekeurd zien, en dan zou hij wel een en ander antwoorden. Ik bood hem aan: laat ons dan t e g e 1 ij k die teksten afdrukken; dat deed ik, om het debat te herleiden tot den prjncipieelen achtergrond, en allen koehandel te vermijden, waarop het erg was gaan lijken na dat , , n a u". Thans zegt dr R., dat hij op het aanbod niet ingaat. Motto: geen koehandel.

Dit geval kan ons dus verder niet ophouden; de poging om dr R. nu eens aan het spreken te krijgen over de door hem zelf aan de orde gestelde zaak, en zoo althans aan hém eens een schriftelijk woordje te ontlokken over een fundamenteële kv/estie, die bij een eventueele „samenspreking" aan de orde zou móeten komen ("de beteekenis nl. van kerkelijke oordeelvelling en tucht als uitspraak in den Naam des Heeren) is óók al bij hém weer niet geslaagd. Dr R. is, zie straks, er wel vlug bij, te informeeren over niet openbare samenkomsten, maar vermijdt een duidelijk geschreven woord over beginselen, waarvan hij een concrete toepassing door één onzer kerkeraden, duizendmaal „makker" dan die van zijn eigen kerken over ons, fel veroordeelt, als anderen ze ondernemen. Overigens moet de exegeet van (o.a.) Matth. 21 : 23—27 maar weten, wat hij koehandel noemt. Juist om aan alle loven-en-bieden een eind te maken, - zei ik: ls ge een kwestie behandelen wilt, best; publiceer dan tegehjk met mij, en kijk niet wat de ander doet.-Maar verder geen woord over dit gevalletje. Ik had

het aanloopje noodig, om den schoenen titel: „geen koehandel". Die is, men weet het al, van dr H. N. Ridderbos. Dat opschrift houdt een beginsel, een program, een axioma in; en dat die leus „geen koehandel" juist thans uit zijn pen komt, d.w.z. in hetzelfde nummer van zijn blad, waarin hij onthullingen doet over „samensprekings"-gevallen, laat blijken, dat hij, als binnenkort zijn synode samenkomt, nóg in zijn ooren zal hebben dien dreun: géén koehandel. Geen koehandel, ook niet met ds B. A. Bos. Laat dus schallen (zoo hóór ik hem al roepen straks in Den Haag) alle officiee'; e teksten van leeruitspraken en vonnissen uit 1944; doet er geen letter af; doet er ook geen letter bij (om de zaak des geprédikten geschils te verleggen naar een ander niveau dan wij openUjk hebben aangewezen); pleegt geen handel van loven en bieden, of van ês-kijken-of-hétzóó-óók-wel-zou-kunnen; en denkt aan het fiere woord van ds Y. K. Vellenga: al waren die vrijgemaakten na 1944 ook Mohammedanen geworden, als de vonnissen naar hun letterlijken tekst niet uit God waren, dan moeten wij ze openlijk terugnemen.

Stel u voor: in den tijd tusschen de besloten conferenties met o.a. ds B. A. Bos (de anderen, zoover mij bekend, spraken zich nog niet uit) èn de bijeenkomst van de geprolongeerde haagsche synode, klinkt daar de leus: g e e n . k o e h a n d e l ! „Geen blijder maar in tachtig jaar". Zoolang dit fiere woord zalleven in den geest van dr H. N. Ridderbos, en zal resoneeren in de besloten én openbare zittingen der haagsche synode, zal geen woord te vreezen zijn voor hen, die meenen, dat een gemeenschap, die zich op 1944-normen vastgelegd en openlijk verklaard heeft, naast haar publieke handhaving van die normen en van haar concrete toepassingen, óók nog nieuwe normpjes zal in overweging nemen. Geen b 1 ij d e r maar in zooveel jaar.

We hebben tot nu toe ons onthouden van kommentaar op de thans door ds B. A. Bos bekend gemaakte onderhandelingen van o.a. hemzelf met de deputaten van de synodocratische synode van Den Haag. Wij wisten allen, dat hij aan die synode een brief had-gezonden, ook nadat hij reeds in haar vergaderingen (eerste serie) was geweest. Ook, dat — büjkens de dagbladen — die brief zou worden beantwoord. En dat de synodocratische kerkeraad van Assen had bekend gemaakt, te willen zoeken naar wegen om hem ©en plaats in die gemeenschap te bereiden. Een kind kon dus uitrekenen, dat er wat gaande was; gelijk wij zelf ook reeds lang te voren overtuigd waren, dat het dien kant op zou gaan, en dat we er meer van hopren zouden uit de Haagsche synode (tweede serie). Maar we hielden ons rustig; het stond voor ons vast, dat ds Bos, indien hij zich zou willen losmaken van degenen, die door de uitwerpers waren losgerukt van de geloovigen, die hij „ginds" zoo scherp weet op te merken, zonder dat die laatsten den moed. hadden gehad, te weigeren zich van hen te laten losrukken door een-onbevoegde instantie, zoo duidehjk, mogelijk zou moeten laten zien, wat er bij hem aan de hand was; of wij hém hadden weg gejaagd, dan wel, of hijzelf zou henen gaan. Ook verleden week zwegen we nog; we dachten: waarschijnlijk zal dr H. N. Ridderbos, die wel eens eerder spreekt dan velen uit zijn naaste omgeving, ons helpen aan copie.

Prompt heeft deze dan ook daarvoor gezorgd. Onder den titel: „Naar een VergeUjk? " (er staat niet: naar erkenning van onze goddelijke rechtsregelen, uitgesproken en gehandhaafd sedert 1944), merkt hij in zijn blad iets op over wat o.a. ds B. A. Bos gedaan heeft. Hij concludeert, wat allang kon worden uitgerekend trouwens, dat de samenspreking achter gesloten deuren (waarvan zelfs naaste medewerkers van ds Bos onkundig waren) wel eenig resultaat zal hebben opgeleverd. Ds Bos zelf sprak van: „in zeer vergevorderd stadium".

Natuurhjk — dit is geen karakterbeoordeeling, maar wel een conclusie uit permanente slordigheid — zegt dr H. N. Ridderbos dingen, die niet juist zijn. Hij beweert, dat „van de zijde van Prof. Schilder e.a." (prof. Holwerda en ds J. de Waard worden niet genoemd) , , op het laatste oogenblik" „nog een poging is gedaan om degenen, die met onze deputaten samenkomen, daarvan terug te brengen".

Dat is de eerste onjuistheid.

Ze zal wel voortspruiten uit dr Ridderbos' volslagen misbegrip omtrent wat ons beweegt.

Kijk eens, zouden we hem willen zeggen, er is onzerzijds, buiten wat we in Groningen en Amersfoort en in de bladen publiek schreven, niets gedaan om ds Bos terug te houden van het samenspreken met deputaten, die geen woord op papier willen zetten om in vijf minuten aan de wereld duideUjk te maken, of samenspreking met hen ook maar cenigen zin heeft. We kónden dat ook niet, want èn hij èn dr Ridderbos c.s. hielden de zaak geheim! We werden opgewekt om voor Oosterbeek te bidden. Maar dezen keer ontbrak die opwekking, ook van den kant van dr Ridderbos. Hoe kónden we dan verhinderen?

Wel hebben we onze meening over „Oosterbeek" gezegd, en hebben dat dadelijk gedaan, en gelooven, — niet voor ons pleizier •— dat we door ons opschrift •precies hebben geschoten in de roos omtrent de bedoelingen van degenen, die in eerster en laatster instantie „OosterbeeE" hebben op-touw-gezet (dat zijn niet steeds onderteekenaars). Maar we hebben verder ds Bos laten gaan, en laten spreken met allerlei menschen; wat een kwestie is heusch niet van de laatste weken. We hebben, waar we konden, onze meening openhjk gezegd over de methode van onderhandsche onderhandelingen betreffende de openbare rechtshandelingen van de uitbanners; en de tekst zelf van het door prof. Holwerda, ds J. de Waard en mij onderteekende invitatiebriefje voor een onlangs gehouden samenspreking weerlegt precies wat dr H. N. Ridderbos hier uit zijn duim zuigt. We hebben getracht, te voorkomen, dat men zou kunnen zeggen: de gereformeerde kerken, die in 1944 voor de uitgeworpenen den kansel bleven openhouden, hebben ds B. A. Bos in een onzuiver afgeteekend conflict „genoopt" heen te gaan, om óns de schuld te kunnen geven, waarmee immers een eventueel heen-g aan zou worden gedoodverfd als een heen gezonden zijn. We hebben ds Bos de ruimte gelaten, die hij in 1944 bij de H.H. Ridderbos-Nauta niet gekregen zou hebben.

Maar, — we hebben ons óók gerealiseerd, dat tegen geheimdoenerij niets is te ondernemen. En ook, dat het niet geraden is, er iets tegen te doen, dat niet bestaat in een .publiek appèl op het geweten langs den weg van publieke waarschuwing en argumentatie. Men kan die argumentatie b.v. vinden in de van de Groningsche synode uitgegane, door. ds B. A. Bos onderteekende stukken.

We hebben ons óók gerealiseerd, dat een kerkehjke samenleving niet moet bédelen om ienaands „klandisie". We willen dolgraag iedereen behouden, die met ons van meening is, dat het niet z ij n schuld mag zijn, dat de avondmaalstafel, waaraan hijzelf zit, geen plaats geeft aan wie God er wèl aan toelaat; zooals ik geloof, dat van de avondmaalstafel van dr H. N. Ridderbos zulke schuld wèl t» constateeren is. Maar, als iemand, om wat oorzaak dan ook, misschien wel om een bij Jan, Piet of Klaas aanwezige „geestesgesteldheid" (!) (om met dr R. te spreken), een toegang forceeren wil tot een avondmaalstafel waar nog steeds geen plaats is voor wie er toch mogen komen, dan willen wij niet bédelen: och, blijf alstublieft. We hebben toch geen „zaak" opgezet? En we willen heusch geen geestesgesteldheid-kerkje. Indien we trouwens zoo'n ding zouden zoeken, dan zijn we liever bij menschen, die b.v. om antirevolutionair te kunnen bhjven, zich afvragen: gaat dat wel goed in de p a r t ij van dien naam, dan bij hen, die de doorbraak-geestesgesteldheid ook in hun vooraanstaande kringen aantreffen, en die inzake de zending de communisten niet op tijd weten te onderscheiden, terwijl ze voorts in eigen kerk formules als criteria opleggen, waarom alle doorbraakmenschen èn communisten lachen.

Tweede onjuistheid: dr R. schrijft (ziende op de Kamper samenspreking van onlangs): „deze poging is blijkbaar niet geslaagd". Als hij bedoelt: ds B. A. Bos is niet gekomen, dan zeggen we: als u eerst — zie boven —• het doel van de samenspreking verkeerd voorstelt, dan kunt u gauw vertellen: ze is niet geslaagd. Maar, zoo als reeds is opgemerkt: wat dr R. als doel aangeeft, dat was het doel heelemaal niet. Zij, die samenriepen, wisten wat er aan de hand móest zijn na ds Bos' l a a t s t e n brief aan de haagsche synode. In wat de samenroepers beoogden, zijn ze wel degelijk geslaagd. Ze hebben immers geen enkelen bedelnap uit iemands handen willen slaan, noch eenige nog dreigende doorbraakpoging willen voorkomen met suggestieve middelen. Heeft niet ook ons blad al maanden lang - geroepen: laat u niet nerveus maken, 'de hasgsche synode is immers nog niet klaar? Wacht eens af, wat ze met ds Bos zal doen?

Overigens is het wel teekenend: a!s dr R. iets hoort van een samenspreking van leden van ónze kerken, is hij als de kippen erbij, om zijn lezers — hoe dan ook — „in te lichten". Waarom is de geachte auteur niet even haastig, om onze en zijn eigen menschen in te lichten omtrent de samensprekingen, die hij of anderen met ds B. A. Bos hadden of hebben? Dat spreken naar hier, en dat zwijgen naar ginds, is zoo wonderbaarlijk uitgebalanceerd, dat men zijn hoofd slechts schudden kan.

Derde onjuistheid: dr Ridderbos heeft den moed, te spreken van een „conflict" in de „vrijgemaakte"

kerk van Winterswijk en van „groote moeilijkheden" in' die van Vlaardlngen. Dat dient dan, om met droefheid te zeggen, hoe erg het bij ons is, en te suggereeren: ho© houdt men het er uit? Wel, zouden we zeggen: wat weet U daarvan? Wat ik ervan afweet, is wat anders, ook voor wat betreft de vraag, wie de grootste zelfbeheersching noodig hebben. Het woord „conflict" klinkt ijselijk deftig; maar wij voor ons constateeren, dat, indien in deze beide kerken, waar de arbeid speciaal van ds B. A. Bos en van dr F. L. Bos, blijkens notulen etc, sporen achterliet, met den wiltot-samenblijven en met verstand was opgetreden, de alarmeerende en overigens uiterst verwarde berichten zouden uitgebleven zijn; en we gelooven nóg, dat met een klein beetje gezond verstand, gecombineerd met een resolute uitbanning van alle imaginaire krijgsleuzen en bijbehoorend trompetgeschal, voor wie willen, de zaak in een ommezien te saneeren zou zijn, als men geen conflict wil: schors me dan toch! Maar roeren WIJ ons soms in de moeilijkheden van de synodocratische kerken (waar nog pas een dreigende schorsing met ingrijpen van buiten af bezworen is) ? Wij zijn blij, dat na zooveel maanden van opjagerij er nog geen enkel „conflict" is te constateeren, dan in een geval, waar eens één man deed wat des kerkeraads was, of in een ander, waarin de preekstoel gebruikt is voor stellige exclamaties, die , , De Roeoer" van een Den Boeft, een Francke, of andere in het blad nog al eens aangevallen, doch aan Gods werk in de vrijmaking getrouwe predikanten niet zou laten passeeren zonder ernstige klachten van inzenders en redactie te plaatsen. Wij zijn dankbaar, dat de kerken met dat vrééseüjke ding, dat „schorsen" heet, niet gespeeld hebben op de manier van dr Ridderbos' genooten, die met de brandspuit classicale kamers hebben schoongeveegd van ambtsdragers, die ze slechts tot hun groote schade hebben uitgebannen, en dat onder den dwang van noodwetjes, die ze zoo gauw mogelijk probeeren in het vergeetboek te laten drukken.

En wij, die wel wat gewend zijn, staan nog altijd een beetje beteuterd, als we déze menschen, dr Ridderbos c.s., hooren spreken van „m a t e l o o z e zelfoverschattin g", en zoo, die dan bij die vrijgemaakten zouden te vinden zijn. M'n beste menschen, wien hebben WIJ geschorst? Wien hebben WIJ onze dogmatische meening bindend opgedrongen? WIJ hebben, eerder dan Gij, van Oosterbeek gezegd: zoo moet het niet. Maar wij zeiden het vóór dat ze daar van wal staken, en niet pas, toen ze dingen gingen zeggen, die ons niet aanstonden; dat laatste deedt Gij. En toen kropen ze bij U in de schulp; en als nu dr F. L. Bos ons komt vertellen, dat hij nog vérder kwam dan Oosterbeek; dan hebben we maar één antwoord: we gelooven niet, dat ge „verder" kwaamt, maar wel, dat ge terecht komt, waar we al lang u heen zagen sturen. En nu krijgen we een duidelijke afteekening, en dat is goed. We bedelen u niet, we jagen u ook ni^t weg. We zeggen wel: houd den kerkelijken weg, en ga dien niet vertreden met menschen, die sinds 1944 van den „kerkelijken weg" een stok hebben gemaakt, om degenen die hem opbraken, te sauveeren.

Er is evenwel één lichtpunt: dr H. N. Ridderbos zal roepen: geen koehandel. Geen loven en bieden. Geen pingelen, en geen klappen in de hand, een tientje eraf, een vijfje erbij. Hij zal aan ds B. A. Bos, en aan de anderen, en aan de haagsche synode zeggen: geen koehandel. Hij zal laten drukken — want men vergeet zoo vaak de geschiedenis — de vaste en bondige regelen van 1944: en zal zeggen: synode, sjm.ode, synode, bedrijf g e e n koehandel: indien de concept-formules, die men na samenspreking met het smaldeel op uw tafel legt, ook maar één gekloofde haar a f w ij k e n van wat in 1944 aan alle vleesch bindend opgelegd is, ontvangt dan zulke ketters niet in uw huis; en indien ze niét beloven, niets te leeren, dat met ook maar één der zestien punten van 1944 niet volkomen in overeenstemming zou zijn, ontvangt dan deze scheurmakers niet in uw huis; en indien zij tégen een synode zich ooit beroepen op de kerken (zooals wij constateerden met afschuw van K. S. in 1944, en thans constateeren metinnigen dank aan God van ds B. A. Bos c.s. in de vrijgemaakte kerken) waakt dan — met onderdrukking van uw vreugde — tegen zulk een revolutionaire „geestesgesteldheid", want die is bij hen evenzeer als bij K. S. afzettenswaardig; temeer, omdat K. S. een afgehandelde zaak besprak, en dézen niet! En, indien gij iets anders mocht willen dan dit, dan hebt gij de vonnissen van 1944 van hun grondslag beroofd; en roept dan dit uit van. de daken, om oecumenisch te blijven, en om geen koehandel te beginnen in de kerk.

Wil ik eens wat voorspellen? Als d_r Ridderbos dit volhoudt: geen koehandel, geen koehandel, wel, dan zal één van beide gebeuren: hij is dan binnen een paar weken vrijgemaakt (als er wèl een koehandel geschiedt), óf hij krijgt van zijn smaldeel er niet ééntje bij zich; want dat kan alleen gelukken, als er een dergelijke handel wordt opgezet.

Houdt u dus rustig, al te zamen. En wacht af. En leest niet meer.dan er staat. Er is b.v. nog niet gezegd, of de resultaten van de in vergevorderd stadium verkeerende samensprekingsaffaire, te Den Haag eventueel aanvaard zijnde, een aanleiding zullen zijn voor sommigen om dadelijk heen te gaan, dan wel, om ons weer voor de zooveelste maal aan het delibereeren te zetten. Geeft aan geen enkele „stemming toe; maar leest alleen de officieele besluiten, en houdt alstublieft het sectarisme van dr Ridderbos buiten te deur: verdraagt dus ook menschen van andere geestesgesteldheid; en overwint zijn legendes over u door nuchterheid: WIJ hebben nog niemand geschorst, al zijn we wel tot ik v^eet niet wat geprikkeld. Maar dat kan wel weer overgaan : wie weg w i 1, moet als weglóóper blijken, en dat gezeur over conflict zoo en zus, hier en daar, neem daar 'n loupe en een actetasch en een beetje zout voor mee, als ge er iets van mocht willen weten. En geloof alleen wat bewezen is, ook wat die conflicten betreft.

Geen koehandel? Geen blijder maar in tachtig jaar. 't Ve r V a n g e n dood? Uw gaaf vergroot! Geen blijder maar in tachtig jaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

„GEEN KOEHANDEL”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1950

De Reformatie | 8 Pagina's