Wat Dr Berkouwer "bewijs" noemt.

Dr G. C. Berkouwer schrijft in Ger. Wkbl. over een bepaald artikel in een van onze bladen. Hij vindt dat artikel erg verkeerd. En schrijft nu volgende merkwaardige woorden:

„Hier draagt de „methode": Schilder—Holwerda vrucht. Dit Is nog een graad feller on gedurfder dan zij het durven doen. Maar de leerlingen gaan verder dan. de leermeesters. En de leermeesters protesteren niet Ik ben eens op een vergadering geweest, waar een R. K. hoogleraar zich liet ontvallen: „Wij hebbeu naast de Schrift nog de traditie, die hetzelfde of eigenlijk nog meer gezag heeft dan de kerk". Dat was géén roomse kerkleer (zij stelt Schrift en traditie als gelijkwaardig naast elkaar) maar niemand moet denken, dat de andere R.K. geestelijken en de aanwezige R.K. studenten als één man opstonden om te protesteren.

Dat tekent!

Zo is het ook bij zulke artikelen als waarvan hierboven spraJce was. Men neemt het. Het wordt — denk ik — niet in „De Reformatie" opgenomen, maar het wordt niet weersproken en daardoor toch eigenlijk gedekt en gesanctioneerd.

Dat bewijst, dat deze , , kerkelijke politiek" zeer ernstig verwereldlijkt Is".

Tot zoover de aanhaling.

Het is maar goed, dat het woord „methode" tusschenaanhalingsteekens staat.

Wat bedoeld artikel betreft: ik las het niet. Soms schijnen de penvoerders van de overzijde (dr Hoek sprak pas van „gelijkschakeling" van de overzijde) te denken, dat wij onder elkaar voorschriften aangaande perswerk geven, of als een spin in zijn web zitten te loeren, of er in de pers weer eens wat verschijnt, dat, hoe raar ook, vóór alles de vrijmaking dienen kan. Och, och. Dr B. moet zich niet in een droomwereld opsluiten.

Maar ik wil het hebben over iets anders.

Hij zegt:

als een artikel van een vrijgemaakte In „De Reformatie" NIET opgenomen, maar OOK niét weersproken wordt, dan wordt het DAARDOOR toch eigenlijk „gedekt en gesanctioneerd". De vroegere praeses van een opperkerkeraad denkt aan een opperkerkeraadsorgaan.

Dr B. zegt nu: het „bewüs" is geleverd.

Ik weet niet, wat hij verstaat onder een „bewfls".

Ik weet wèl dit:

als liij dit meent, dan moet ik voortaan aannemen, dat de artikelen van ds Boeijinga, en ds Meynen, en De Strijdende Kerk (medewerkers voor een deel als van Geref. Wkbl.) en van een dominee over „Kas" onlangs, in Geref. Weekbl. NIET opgenomen, maar OOK niet weersproken worden, daardoor toch eigenlijk „gedekt em gesanctioneerd" worden.

Om maar niet te spreken van wat er verder aan de orde is.

Ben van beide: dr Berkouwer stemt dit toe; dan weet ik meteen, hoe hij over artikelen denkt, als de bovengenoemde.

noemde. Of hij stemt dit niet toe.

Of hij stemt dit niet toe. Maar dan moet hij zijn „bewijs" maar als een niet-bewijs gaan erkennen.

Laat ons spreken over de officleele gronden, die in 1944: tegen menschen van allerlei slag en allerlei levensgeschiedenis üi Gods Naam zijn aangevoerd.

Als dr B. nu zoo graag wil, dat allerlei narigheid uit de pers verdwijnt, waarom gaat hij dan niet in op mijn publieke toezegging, dat ik bereid ben, met ieder een correspondentie te oi)enen, als welke zijn deputaten offi­ cieel hebben geweigerd?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen