GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ouders, uw kinderen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders, uw kinderen!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

Er zijn vele ouders, die in gemoede denken, dat de school van nu nog precies dezelfde is als die, waarop zij hebben gegaan. Er mag dan wat veranderd zijn in het uiterlijke, alles is veel luxieuzer geworden, groote gebouwen, smaakvol en gezond ingericht; platen aan den muur; een wereld van ruimte en opgewektheid. De methodes wat veranderd in het leesen rekenonderwijs.

Maar deze ouders vergissen zich deerlijk. Als ze nog eens in de school komen, dan werken er inderdaad vele factoren, die hen onmiddellijk in hun gedachten terugleiden naar hun eigen jeugd: de jasjes aan de kapstokken, de klompjes. De kindertjes naast elkaar in de rijen. We hebben dan zoo de neiging om dat allemaal in een romantische verbeelding te zien, waarbij we tevens onze eigen jeugd in sprookjeslicht zetten! En we vergeten, dat we in onze kinderjaren veel strijd hadden, dat de meester ook in de kinderwereld veel zonde te zien krijgt en te bestrijden heeft. Ook daar is de satan dagelijks aan het werk. Wij zijn zoo gewoon daarover te glimlachen, vergoehjkend, wegstrijkend. Het zijn nog maar kinderen, zeggen we dan. Maar in kleinere afmeting heerschen er dezelfde machten van afgunst en boosheid, ongehoorzaamheid en hebzucht, leugen en bedrog. Wat een onrecht en wreedheid komt daar zoo maar, onverbloemd naar voren.

Het gaat nu niet om de vraag, of er geen momenten zijn aan te wijzen die deze kinderen bij de volwassenen vóór hebben. Onze ouders moeten geen rust kennen voordat ze zeker weten, dat hun kinderen op de school tegen deze gevaren gewapend worden. Dat hun geleerd wordt deze dingen werkelijk als zonde te zien. Dat zij daarmee hun Vader in den hemel bedroeven en vertoornen. Dat God de Heere werkelijk boos op hen is als zij Hem niet" vreezen. Dat de satan om hen heen sluipt om hen te verslinden.

Is U er gerust op, dat Uw kind op school de tucht van het Woord leert? Toen de ouders vroeger zelf met groote moeite en offers hun schooltje in stand hielden wisten ze goed waartegen het ging: het rijk des satans manifesteerde zich in een goddelooze, dreigende wereld om hen heen, bruut en koudhartig, hen hatend en achteruitzettend en ook hun kinderen eischend. En doordat zij zelf den satan zoo in hun onmiddelhjke nabijheid wisten, schuwden ze geen offers om hun kinderen daartegen te wapenen, en stonden ze eigenlijk zelf mee in de school, achter den onderwijzer. Het ging om de ziel van hun kinderen! De leermiddelen waren hoogst simpel, maar ze waren doorzichtig, voor hen. De kinderen leerden eenvoudig wat de ouders onontbeerlijk achtten. Hun arbeid en hun gebed stuwde het onderwijs.

Die stuwende kracht der ouders is nu beslist niet aanwezig. De vergaderingen der schoolvereeniging worden slecht bezocht. En in ieder geval leeft niet, laten we zeggen, nog niet, de vraag, die ons allen toch wel zwaar op de ziel mocht liggen, of onze kinderen in deze dagen, die boos zijn, op de Christelijke School wel het onderricht krijgen, dat hen daartegen wapent.

Hoe komt het toch, dat de critiek op politieke partij en allerlei organisaties maar steeds den voorrang krijgt? Het argument, dat onze kinderen het niet van de school, maar van het gezin moeten hebben, is in dit verband zinloos. Ouders die werkelijk in het gezin hun roeping ten aanzien van hun kinderen verstaan en gehoorzamen, gebruiken dit argument niet. Die ouders brandt de vraag naar het schoolonderwijs veel te sterk in het hart! Die weten hoe de wereld, waarin het kind zich beweegt, met duizend vangarmen tracht hun de ziel van hun kind te ontfutselen, met duizend kleine zaagjes de wortels van zijn geloof door te zagen. Die willen weten, of die school een bondgenoot of een vijand beteekent!

Laten we maar eens een eenvoudig voorbeeld nemen, het spieken, het voorzeggen, het afkijken en dergelijke. Het gaat er nu niet over, door welke factoren het kind daartoe kan worden gebracht, maar over het heoordeelen van het feit als zoodanig. Het zoo op zichzelf te willen bezien is geen simplisme, maar beoogt deze zonde als zonde in het ücht te stellen. Of is het geen echte zonde? Zoo meenen vele volwassenen te mogen oordeelen. !Ze kunnen er zoo over glimlachen, of ook het zelfs aanmoedigen. „Jongen, dat je spiekt is niet erg, als Ik het maar niet merk". Met die uitspraak is meteen geschetst die onder­ wijzer-leeraar, die zoo ooiijk met de kinderen kan omgaan, die het zulke „heerlijke boefjes" vindt, die zich beroemt met alle kinderen goed overweg te kunnen en inzonderheid de „voor den leek vreemde" buitenbeentjes weet te ontbolsteren tot de edelste sterren der menschheid. Deze charmeurs, behendige goochelaars op alte wapenen, dagelijks spelende voor hun leerlingen, weten zich zoo in het centrum van de belangstelling. Hoe zou meneer dat nu weer zien?

Hij weet zich een interessante, fijne vent. Hij zegt, dat het onderwijzen hem een spel is, waarvan hij voortdurend geniet — hetgeen hij — dit in vertrouwen — in zijn geval ook van zijn leerlingen verwacht, anders worden die vreeseüjk genegerd. Welnu, als zulk een mensch zich met de zaak van het spieken bemoeit, — hij snapte het natuurlijk direct!, — dan kan er heel wat gebroken worden aan den muur, dien de ouders hadden gebouwd. Maar de onderwijzer, die den Heere dient in zijn werk, kent het kinderleven, en houdt daardoor ook de valuta in die wereld in het oog. Hij kan taxeeren hoeveel één afgekeken woord voor het kind beteekent. Waarschijnlijk meer dan tien gulden voor een volwassene in den bakkerswinkel. Hij ziet hier een afgedoold schaap, dat den Heere is kwijtgeraakt, en dat straks in zijn gebed weer vrede met Hem zal moeten zoeken en vinden. Is u zeker, dat uw kind zulk een onderwijzer heeft? Weet u misschien, dat zoo goed als alle moderne psychologen dit alles larie vinden? En dat die moderne psychologie en paedagogiek via allerlei kanalen toegang weet te vinden tot onze scholen? Weet U van enquêtes, die „onomstootelijk" „wetenschappeüjk" hebben vastgesteld, op welken leeftijd „het persoonlijk schuldgevoel" nog niet als aanwezig kan worden verondersteld?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Ouders, uw kinderen!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's