Wat het Woord doet

Onze correspondent vervolgt zijn brief:

„U zegt in Uw driestar „Getuigenissen" in de Ref. van 29/7 dat, wanneer het sacr. de gelovige gebruiker verzekert, dat hij inw. genade bezit, ook het gepredikte Woord de gelovige hoorder verzekert, dat hij die genade bezit. Nu, dat doet het Woord toch ook? Volgens antw. 84 Catech. verkondigt het Evangelie aan alle gelovigen, dat hun zonden hun vergeven zijn."

Tot zoover inzender. Hij vergist zich. Het is ünmers niet waar, dat het Woord (stil) verzekert, dat de geloovige hoorder N.N. „die" genade bezit. Er staat, dat aan de geloovlgen verkondigd en openlijk betuigd wordt, dit en dat. Het verkondigde is dus beperkt tot het publiek verneembare; het begeeft zich niet In verzwegen détails. En dat „dit en dat" is niet: gij, N.N. bezit „die" genade, doch: aan de geloovigen zijn (worden) waarachtig al hun zonden vergeven zoo dikwijls zij de belofte des evangelies met een waar geloof aannemen. De prediking ontsluit het hemelrijk. Ontsluiting van een deur, een toegang, is wat anders dan een nieuwsbericht: voor N.N. is de deur, de toegang, opengedaan. De spanning van de geloofsdaad en van de vordering ervan ontbreekt geen moment In die actueele ontsluiting. De belofte ontaardt nimmer In een voorspelling, een historisch exposé met het gelaat naar de toekomst, en dus evenmin in een historisch exposé met het gelaat naar het verleden. Belofte is wat anders dan situatieteekeulng, hoe dan ook „gericht".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen