GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Praf. Ridderbos contra ursinus - en nog iemand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Praf. Ridderbos contra ursinus - en nog iemand

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verleden week gaf Ik antwoord op de opmerkingen van prof. Ridderbos (J.). Dat deed ik in de onderstelling, dat hij al uitgesproken was: dien indruk vestigde zijn artikel, dat van geen vervolg repte. Het blijkt evenwei, dat hij vorige week alsnog euliele opmerkingen gaf, en daarvan nog een vervolg aankondigt. We zuUen dus nog even aanliouden. Intusschen moge, wat ik verleden week opmerkte, zijn nut doen. Dat is wel noodlg.

Want het is zoo goed als onbegonnen werk, met prof. Ridderbos te polemiseeren. Telkens weer wordt de eigenlijke kwestie omzeild, en wordt door onnauwkeurigheid — nog wel onder het uitgeven van parolen om toch Ur-Binus e.a. goed te lezen — een mistbank gelegd over de amechtige lezers: wie weet straks nog, hoe hij uit het kluwen komt?

Daar hebt ge weer zoo'n miserabel voorbeeld. Prof. Ridderbos schrijft:

„In het begin van het debat heeft Prof. S. verwezen naar een uitspraak van Ursinus, waarin deze niet spreekt van een „houden voor", maar zegt, dat de kinderen der geloovigen wedergeboren ZIJN; wat dan echter geldt van de soort, terwijl het aangaande de individuen niet onderzocht behoeft te worden."

Ziezoo, daar ga je dan maar weer. Je hebt pas prof. Ridderbos — hij vond het niets om 't lijf hebben — aan zijn jas getrokken over het verschil tusschen onvoltooid tegenwoordlgen tijd en toekomenden tijd. En nu is 't al wéér zoo laat. En, net precies als den vorigen keer, komt het er natuurlijk precies op aan. Want ik heb dat natuurlijk NIET gezegd. Ik schreef in het nummer van 21 April 1951, bl. 245/6, letterlijk het volgende:

„Hij (Prof. Ridderbos) meent, dat Ursinus inzake de kinderen hetzelfde zegt („twee druppels water") als 1905. Dat is niet juist. 1905 sprak over het ONDERSTEL­ DE wedergeboren ZIJN van de INDIVIDU EN (die men immers moest „honden" voor wedergeboren, wat men alleen bij individuen doen kan). Ursinus, Tract. Th. 205, 600, spreekt van het niet onderstelde, maar ZEKERE wedergeboren WORDEN van de SOORT, en zegt: blijf van de individuen af met uw „inquisitie". Dat is tegen 1905."

Natuurlijk weet een klein kind, dat tusschen wedergeboren ZIJN en wedergeboren WORDEN een heel verschil is. En prof. Ridderbos weet het boven allen, want de ooren hebben hem ervan moeten tuiten. „Zijn" de kinderen wedergeboren? Of „worden" ze het? Bij 1905 moet je de kinderen reeds vóór den doop houden voor wedergeboren en in Christus geheiligd; zuigelingen ZIJN dus (üi de onderstelling, die liier niet maar gerecommandeerd, doch ook gecommandeerd werd) al wedergeboren.

Als nu Ursinus zegt: ze WORDEN het,

en als dan K. S. dat met kapitale letter laat zetten,

en dan eraan toevoegt:

„....ook onder de jeugd werkt (volgens Ursinus) de Geest, en Hij werkt wederbarend, d.w.z. bekeerend, door het Woord. Hij (Ursinus) bedoelt dus de opgroeiende jeugd, die het Woord kan hooren"....,

nu, dan begrijpt voordl de man van het Praeadvies van 1944, de man van de uitbanning, dat ditmaal , , bij het begin van het debat" om zoo te zeggen is uitgeroepen het allesbeheerschende verschil tusschen ZIJN en WOR­ DEN.

En dan tóch maar schrijven: Schilder zegt, dat Ursinus beweert, dat de kinderen der geloovigen wedergeboren ZIJN. Waarmee — met nog een paar rukjes — straks Ursinus meteen maar voor het karretje van 1944 gespannen is op het hoofdpunt '

Om zóó iets moet je dan weer een half uur zoeken naar je ouwe krantje, omdat je verbaa.sd je afvraagt: heb ik nu zoo zitten soezen óf de zetter, dat , , De Reformatie" zulke nonsens Ursinus in de schoenen schoof?

We hebben 't gelukkig geen van beiden gedaan, dezen keer.

Maar ik verzoek, dat prof. Ridderbos, die het voor de zooveelste maal over een , , gelijkenis als twee druppels water" heeft, aan zijn lezers zal vertellen, dat wat hij schreef volstrekt niet waar is. En zeggen zal wat dan wèl waar is. Dan hopen we, als hij uitgesproken is, op de rest wel weer ia te gaan bij kleine hapjes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juli 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

Praf. Ridderbos contra ursinus - en nog iemand

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juli 1951

De Reformatie | 4 Pagina's