KERKNIEUWS

(Om tijd en onnoodige moeite te hesparen, verzoekt de Redactie' berichtjes voor deze rubriek rechtstreeks naar de administratie in Goes te zenden.)

Beroepen te: Alblasserdam—^Nieuw-Lekkerland, J. van Dijk te Gees. Mussel, J. F. Heij te Hasselt. Aduard en te 'Zuidbroek, H. J. Meyerink te Drogeham.

— ZENDING. De Part. Synode van Utrecht, kennis genomen hebbende van de voorstellen van deputaten der P.S. voor de zending, en van de uitspraken der classes Amersfoort en UtrecM-Breukelen, besloot het volgende:

1. dat de kerken van de prov. Utrecht, bij de vervulling van de zendtngstaak door elke respectieve kerk, voor zoveel deze arbeid samenwerking zal vereisen met andere kerken, daartoe elkaar zullen zoeken, om zoveel mogelijk daarmede samen te (Wijven) werken;

2. dat de kerken door dezen elkaar opwekken om elk voor zich diligent te zijn in de oriëntatie over deze zaken en de voorbereiding van daadwerkelijke (verdere) zendtngsarbeid;

3. dat depp. voor de zendtag der P.S. de opdracht ontvangen, alle gewenste en nodige gegevens van de zendende kerken op te vragen, opdat de kerken van Utrecht tot een verantwoorde beslissing kunnen komen over de vraag: waar zij moeten gaan c.q. blijven arbeiden c.q. steunen;

4. dat van de kerken in de prov. Utrecht voor het jaar 1952 tenminste f 2.— per ziel wordt gevraagd voor de eigenlijke zendingsarbeid (prediking van het Evangelie) •,

5. dat deze gelden gestort dienen te worden bij eeu prov. quaestor voor de zending, waarvoor benoemd wordt; br. H. Troostheide, Bilthoven (girorek. no. 59046);

6. dat na ontvangst van de benodigde gegevens uiterlijk de Part. Synode van Jum 1952 over de besteding van deze gelden beslist, n.l. of de zendende kerk van Drachten of die van Zwolle daarmee gesteund moet worden; of dat zij gereserveerd moeten (kunnen) worden voor te beginnen zelfstandige zendingsarbeid door de Utrechtse kerken;

7. dat dus slechts voor één jaar deze voorlopige beslissing geldt, en dat voor het jaar 1953 de situatie opnieuw onder de ogen dient te worden gezien, waarbij het dan hopelijk duidelijk is geworden, of de Utrechtse kerken wèl of niet tot zelfstandige zendingsarbeid kunnen overgaan;

8. dat er .bij de kerken op aangedrongen wordt te gaan arbeiden, dat de bijdragen voor de zending in 1953 nog hoger worden dan voor 1952.

— BEVESTIGING EN INTREDE DS L. A. F. GOD­ SCHALK. Op de laatste Zondag van het jaar mocht de kerk van Minnertsga, met die van Oude Bildtzijl, haar jarenlange vacature vervuld zien door de bevestigmg en mtrede van Ds L. A. F. Godschalk.

De bevestiging geschiedde in de morgendienst m hel eigen kerkgebouw te Minnertsga, waar ook de kerkeraad en gemeente van Oude Bildtzijl voor deze keer was vergaderd. De dienst werd geleld door Ds H. J. Schilder van Utrecht, die Gods Woord' bediende uit Joh. 10 : 2, 7c, 11a. Hij wees er op, dat bij mensen wel te spreken Is van singuliere gaven (art. 8 K.O.), maar nooit van een singuliere mens of een singuliere predikant. Er is maar één singuliere Herder, dat is de Here en Zijn Christus Zelf. En nu laat de tekst ons zien, dat zelfs die enige, singuliere. Herder Zich bij Zijn volk legitimeert naar de algemene regel en de bekende orde. Hoeveel te meer zal dit moeten geschieden, wanneer het gaat om het herderschap onder Christus. De weg daarheen kan een bijzondere en ongewone zijn, art. 8 K.O., de ingang tot het ambt zelf zal zijn glorie ontvangen, doordat 't gaat naar de algemene, bekende, christelijke orde van het herderschap naar Schrift en Belijdenis, bevestigingsformulier en kerkenordening. Dit werd verder aangewezen in de tekst, die spreekt van de „Ordinaire legitimatie van de singuliere Herder", die Zich legitimeert naar: Ie. de natuurlijke, 2e. de boven-natuurlljke, 3e. de schriftuurlijke orde; resp. in de drie gekozen tekstverzen.

Des namiddags 2 uur deed de nieuwe herder en leraar zijn mtrede te Minnertsga met een predikmg over Matüi. 4 : 12—17 en 23. Thema: Christus' prediking van hel evangelie des koninkrijks. Daarbij werd gewezen op: Ie. de gelegenheid van de prediking; 2e. de Persoon van de Prediker; 3e. de inhoud van het gepredikte.

Een predikmg des Woords naar de gelegenheid des tijds is volstrekt met hetzelfde als een „gelegenheidspredikiug". Immers een prediking, die onderworpen is aan een gelegenheid, en dus daarvan afhankelijk, houdt daarmede op „prediking des Woords" te zijn. Indien wij daarentegen het Woord Gods bedienen naar de gelegenheid des tijds, dan eist de prediking die gelegenheid des tijds voor zich op, en brengt zij haar onder het gezag van Gods Woord. (I) De predikmg van Christus was ook altijd naar de gelegenheid des tijds. Hijzelf koos die gelegenheid met, maar volgde daarvoor nauwkeurig de profetieën, om welke te vervullen Hij ook van de Vader gezonden was. Wel waren de tijden en gelegenheden onderworpen aan Zijn predikmg, want Hij leerde met macht. De eerste gelegenheid des tijds om het evangelie des koninkrijks te prediken was Hem gewezen in het Galilea der volken, de streek der heidenen. Hier was de maatschappelijke en geestelijke ellende het grootst. In deze duisternis zag het volk het grote Licht opgaan. Toep Jezus alle gelegenheid des tijds naar de profetieën vervuld had, heeft Hijzelf de tijden en gelegenheden op aarde vermemgvuldigd, opdat het evangelie des koninkrijks gepredikt zou worden tot aan de einden der aarde. (II) Aangaande de Persoon van de Prediker werd verwezen naar het opschrift boven het evangelie van Mattheus: Boek van de toledooth van Jezus Christus, de Zoon van David, de zoon van Abraham. Toledooth betekent meer dan een namenregister van een geslacht; het betreft ook de handelingen van een geslacht, waardoor geschiedenis gemaakt wordt. Zo heeft de Friese vertaimg de grondtekst ook opgevat als: Boek der geschiedenis van Jezus Christus. Wees het zoon-zijn van Abra-

liam op Zi)n afkomst naar het vlees, het zoon-zijn van David toet€ Jcende Zijn koninklljlce afkomst: een man, die het erfrecht had op de troon van Zijn vader Davld. De profetie (door Nathan) aan David, bevestigd (door Gabriel) aan Maria, vond in Hem haar vervulling. Het koninkrijk van David was profetie; het koninkrijk, dat Jezus predikt als nabij gekomen, was vervulling. Johannes de Doper had reeds aangekondigd, dat het koninkrijk der hemelen nabij was gekomen, maar hij had dit slechts gedaan als heraut. De prediker-heraut Is verdwenen, maar deze Prediker, in Wie het koninkrijk nabij gekomen Is, en die het ook wederoprichten zal, blijft. Om echter het oorspronkelijk koninkrijk, dat er in het paradijs geweest is, weder op te richten, daarvoor waren mensen nodig, tn wie het beeld Gods hersteld Is. Eln dit herstel is slechts mogelijk, indien eerst de Vader genoegdoening wordt gegeven voor de val des mensen. Want wegens zijn val kon hij het beeld Gods niet meer vertonen, had hij zijn koningschap verloren en had zijn koninkrijk opgehouden. Immers was Adam koning krachtens het naar-Godsibeeld-geschapen-zijn ? Een koning, met een koninkrijk, oorspronkelijk behorend/ tot d^e wereld der niensheld. De gevallen koning kon echter nooit zichzelf, noch zijn rijk wederoprichten. Dat moest van de hemel uit geschieden; dat deed God in Christus, de tweede Adam, die de Vader de vereiste genoegdoening gaf. Daarom nu: koninkrijk der hemelen, of: koninkrijk Gods.

(Hl) De inhoud van het gepredikte vinden we vooral In de z.g. bergrede. Daarin wordt breed onderwezen, hoe de mens het beeld Gods kan en moet vertonen. Wie zich op dit evangelie des koninkrijks bekeert, wordt voorts van dag tot dag vernieuwd naar het evenbeeld Desgenen^ die hem geschapen heeft. Daarom keert daarm gelijkelijk zijn koningschap terug. De gerechtigheid Gods, die deze Prediker zal verwerven, geeft volledige toegang tot het weder op te richten koninkrijk. Wie deze gerechtigheid gezocht en gevonden zal hebben door het geloof in de Wederoprichter, die z£d straks met Hem over alle schepselen regeren. Wat de eerste Adam door zijn ongehoorzaamheid niet meer kon, dat heeft de tweede Adam op Zich genomen, n.l. het oorspronkelijk koninkrijk wederoprichten, het naar zijn aard en bestemming vervullen om het dan aan God en de Vader over te geven.

Nadat gezongen was Psahn 147 : 1, 2a en 3b, richtte Ds Godschalk het woord tot kerkeraad en gemeente, de afgevaardigden van de classis Leeuwarden, Burgemeester en Wethouder van Barradeel, de bevestlger Ds H. J. Schilder en tot zijn vrouw, om ten slotte en bovenal te danken de God van zijn leven, die hem tot deze roeping had verwaardigd.

Daarna sprak oud. Jelgerhuls als praeses van de kerkeraad. Ds J. Hettinga als gewezen consulent en oud. Sybrands als afgevaardigde van de classis Leeuwarden. Des avonds te 5 uur deed Ds Godschalk Intrede in zijn gemeente te Oude Bildtzijl.

— CURAQAO. Het adres van de kerk op Curagao is C. V. d. Mark, West-Ind. Comp.-straat 14-16, Willemstad. Wij geven dit adres speciaal door voor onze jongens die met de „Karel Doorman" naar de V/est vertrekken. Wülen ouders, vrienden en bekenden van hen, die naar de Ned. Antillen vertrekken, dit adres aan hen doorgeven ?

— HET MOERBEIDAL. Uit „De Waarheidsvriend": Wat dunkt u van die juffrouw, die vele korven met bijen bezat, en tervrijl ze met mij naar de nijvere diertjes keek, haast devoot zeide: „Wat is Gods Woord toch wijs, domine; alles staat er in. In Psalm 84 lezen we al van het m.oerbeidal; daar is toch zeker de moer (koningin) van de bijen mee bedoeld? "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen