GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Uiterst moeilijk gewetensconflict” (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Uiterst moeilijk gewetensconflict” (II)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

In ons vorig artikel gaven we in eigen woorden van de schrijvers der aangehaalde brochure te kennen, dat, en ook waaróm zij zich door hun synode met de z.g. nieuwe Kerkorde zien geplaatst voor een „uiterst moei'ijk gewetensconflict". En we waren voornemens, in aansluiting daaraan nog na te gaan, wat volgens de rechterlijke uitspraak te doen was voor hen, die dit gewetensconflict niet langer ktuinen dragen.

Het antwoord is kort. De rechtbank heeft de invoering der nieuwe z.g. kerkorde niet ongeldig verklaard. Dat is één. En hij heeft voorts gezegd: u kunt toch, als u wilt, vertrekken? Dat is twee. Over dat recht-van-vertrekken wordt In de stukken herhaaldehjk gesproken.

Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft in zijn vonnis wel even ter sprake gebracht de ook door ons verleden week gememoreerde vraag, of de hervormde S3Tiode wel bevoegd is, om krachtens eigen reglement de haar bij Koninklijk Besluit van 1816 (!) toegekende rechten tegenover de plaatselijke gemeenten uit te breiden (b.v. door deze laatste te dwingen mee te betalen aan wat de synode belieft te subsidieren, of in te ste'len, doch wat tegen de geloof so v^ertuiging der orthodoxie ingaat). Maar, zo zegt het Hof, appellanten hebben over deze vragen geen uitspraak van het Hof verlangd. En dus bleven die kwesties liggen.

Maar wat de materie betreft sprak het Hof uit: 1) voorop zü gesteld dat de gemeenten en lidmaten der kerk gebonden zijn aan de door „de Kerk" op reglementaire wijze genomen besluiten;

2) wie niet betaalt is nalatig in de uitoefening van de „verenigingsrechten"; het is dan ook niet te veroorde'en, dat de organisatie tegen zulke niet-betalers „sancties" vaststelt;

3) ook vroeger bestonden er trouwens zulke „sancties" tegen niet-betalers.

En wat hen betreft, die zich bezwaard gevoelen, heeft het Hof overwogen:

1) de vaststelling der Kerkorde is geschied door de synode, die van de Hervormde Kerk het hoogste orgaan is;

2) de Hervormde Kerk is naar burgerlijk recht een rechtspersoonlijkheid bezittend zedelijk lichaam;

3) het besluit der synode is verbindend voor de lidmaten (tenzij het Indruist tegen het doel der kerk, de goede zeden of de openbare orde, of oplevert misbruik van bevoegdheid, een en ander behoudens het — in artikel 3 van het Algemeen Reglement der Herv. Kerk uitdrukkelijk erkende — recht van de lidmaten, uit het genootschap te trede n).

Deze herinnering van het Hof is te betekenisvoller, nu vooraf in de „Pleitnotities" dit laatste punt was te berde gebracht. De Arrondissements-Reehtbank, die vóór het Haagse Hof reeds de klagers in het onge'ijk gesteld had, was gekomen tot de uitspraak („overweging"):

„het feit, dat een minderheid in de Kerk zich met reglementair vastgestelde leerstellingen in gemoede niet kan verenigen, doet aan de verbindendheid daarvan — ook voor die minderheid — niet af, mits het personen, tot zodanige minderheid behorende, vr ij staat uit te treden uit de Kerk, hetgeen onbetwist vaststaat.

Welnu, op deze passage uit het eerste vonnis waren de Pleitnotities afgegaan. Dienaangaande wordt naar voren gebracht, dat de Rechtbank hier wel heel erg mis was. Lees maar:

„De Rechtbank voegde daar nog aan toe, dat het onbetwist vaststaat, dat een minderheid in de Kerk, die zich met de reglementair vastgestelde leerstellingen niet kan verenigen, vrijstaat uit te treden. Deze uitspraak getuigt van volslagen onbekendheid met de jurisprudentie op dit stuk bestaande uit de tijd der Doleantie. In talrijke beslissingen is toen uitgemaakt, dat het recht om uit te treden in de Hervormde Kerk juist niet heston d."

Hierna volgt een verwijzing naar 13 uitspraken uit het jaar 1888, en 8 uit het jaar 1889. Een-en-twintig uitspraken! Men merkt in de Pleitnotities dienaangaande op: „In de geciteerde jurisprudentie is de leidende gedachte, dat de colleges en personen, die overeenkomstig de vigerende reglementen zijn toegetreden tot de Hervormde Kerk, deze band niet kunnen verbreken en dat de daartoe strekkende besluiten en handelingen van onwaarde zij n". En ze verzoeken, „dat de rechter zich onthoudt van ongevraagde op niets gebaseerde opmerkingen, die in strijd zijn met talrijke geargumenteerde beslissingen".

Na deze scherpe ontboezeming uit de mond van bezwaarden tegen het eerste vonnis is het des te opmerkeUjker, dat het tweede vonnis, gelijk we zagen, nog een dikke streep zet onder wat het eerste ook in dezen had laten weten.

Men ziet het dus: de juridische conclusie is: b u k- ken of heengaan. Ten minste, als ge tot de Herv. Kerk behoort.

Tot zover ons overzicht van de feiten op dit punt. Als we ons nu indenken hije de rechtspraak, ook nog in de laatste weken, ten aanzien van enkele gereformeerde kerken geluid heeft, is het verschil duidelijk.

Geen wonder: de gereformeerde kerken leefden in kerkverband onder de „Dordtsche" kerkenordening. Het is billijk, dat de rechtbank ons daarnaar beoordeelt.

Maar de Herv. Kerk leeft niet onder deze K.O. En ook in de pleidooien, die in de jongste procedure zijn uitgegaan van de „bezwaarden" hebben dezen zelf zich op het standpunt geplaatst van de in 1816, dat fata'e jaar, onder staatsdwang ingevoerde reglementen. De rechter moet nu eenmaal de rechten van minderheden of meerderheid aanwijzen onder het gezichtspunt van het binnen een instituut door allen tevoren aanvaarde „verenigingsrecht".

Dat betekent dus: de enige weg voor hervormden, die zich in een gewetensconflict geworpen weten, is: gehoorzaam worden en gaan leven onder de Kerkenordening, die gebouwd is op de beginselen der confessie. Men heeft het geprobeerd met een procedure. Dat liep op niets uit. Maar God verspert de weg nooit. Hij zegt nog altijd: wees gehoorzaam —• en alles is ineens goed.

We ontvingen juist deze week van de Heer C. Costerus te Elkerzee, die ook enige weken geleden hier aan het woord gekomen is, een nieuw ingezonden stuk. Aan het verzoek tot plaatsing willen we wel voldoen. Hier volgt het (de Heer Costerus schreef erboven: „Verliezen is uitgeslote n"):

Hooggeachte Redactie, Er leeft In de Herv. Kerk een vrij talrijk volk, dat de zaken nog wel lielder ziet liggen. In tijden van roering, waimeer er onder de Herv. Geref. wat ging ritselen, dan kwamen hun leidslieden aandragen met „conscieutiestoppers". Als axioma van alle beginselwijsheid, wordt aan de Herv. Geref. steeds voorgehouden het „heilige" MOETEN, om met alle splrltisten, (Zie vervolg pag. 136)

vrijdenkers e.d. iu één kerkverband te Mijven. (Alsof dat niet de hoogst denkbare aanrandlag en smaad is, welke de Kroon van Cliristus kan worden aangedaan!).

Tengevolge van deze verkeerde voorlichting leefden de Herv. Geref. altijd onder zware gewetensdruk. Aandachtig wordt dat volk geobserveerd, en zodra de „waarnemingen" uitwezen: Het wordt dat volk te machtig zie dan was daar de conscientiestopper Zo zijn de acties Modus Vivendi, Kerkherstel, Kerkopbouw, enz. allemaal conscientiestoppers geweest, zonder verdere voortzet. Veel praten over de breuk der Kerk, waaraan men nooit iets wenste te doen. Sinds 1 Mei 1951 is de druk op de gewetens toegenomen. Nu is voor de Hervormden aangebroken het tijdperk van „rijping voor de oordelen Gtods". Immers de combinatie „Kerk en Wereld" is in rechten de Kerk bimiengedragen. Wedergekeerde dagen van Noach. Koppeling van Israël te Baal Peor. Weet men dan niet, dat de gehele historie door, de oordelen Gods, juist de combinatie „Kerk en Wereld" golden? Hoe was de houding van Luther bij zijn „uiterst moeilijk gewetensconflict" ? Hier sta ik Ik kan niet anders God helpe mij. Hoe is de houding der Herv. Geref. thans bij hun „uiterst moeilijk gewetensconflict" ? De gebruikelijke conscientiestopper! Een proces voeren over datgene wat alle Herv. Geref. bezig houdt. Een dagvaarding zodajiig inkleden, dat verliezen vooruit vaststaat. (Want de minderheid kan de meerderheid haar wil niet opdringen). Het proces verliezen, en dan geen verdere voortzet aan de zaaJc geven. En dan brochures schrijven: „Waar het tegen 't proces tegen de Herv. Kerk om .gaat", en een heleboel protest En...... achter de schermen zo hard mogelijk laboreren aan de volgende conscientiestopper. Ik heb zeker niet bedoeld, in mijn vorig stuk, uit deze conscientiestoppende brochure, mogelijkheden te distilleren. Toch wijst ook deze brochure de sleutelpositie aan voor iedere Hervormde gemeente, die zich niet zou wensen te onderwerpen aan de K.O. De kerkvoogdij, die de Herv. Gemeente rechtens vertegenwoordigt, heeft juridisch gelegenheid haar positie te laten bepalen. De Kerkvoogdij wint deze procedure ZEKER, en valt daardoor terug op „oud verband". Wanneer gelijktijdig met de kerkvoogdij, de kerkeraad het offensief opent, krijgt ook de kerkeraad de gelegenheid, om terug te vallen op „oud verband". l^Iocht er in den lande een Herv. Gemeente zijn, die dit wenst uit te maken, die wende zich tot ondergetekende. Een staf van Herv. rechtskundigen en professoren in het kerkrecht staat dan deze gemeente ter zijde. Dan zal er een meer steekhoudende dagvaarding worden uitgebracht Zou dit het donkere van onze tijd niet zijn, naar de klacht des profeten: „Er is niemand die voor de Waarheid zich in het gericht begeeft "?

Mocht er geen enkele gemeente zijn, die zich aan de verwoestende werking der K.O. wenst te onttrekken, dan blijft voor iedere Herv. Geref. het parool HEENGAAN van kracht. Naar het gebod van Schrift en Belijdenis. Blijven als er verzet geboden wordt, heengaan als alles zich aan de K.O. wil onderwerpen. Wanneer men na 1 jaar nog geen verzet bespeurt, moet worden geconcludeerd, dat allen zich onderwerpen. Laten we hopen, dat vele gemeenten zich thans opgeven om het RECHT in de Herv. Kerk te verdedigen, naar Ledeboers woord: „De Herv. Kerk is van ONS en God zal ons haar op Zijn tijd weergeven". Die tijd is NU. Als gij, Herv. Geref., de strijd maar aandurft Met dank voor plaatsing.

Hoogachtend, C. COSTERUS, 118, Elkerzee.

Tot zover de Heer Costerus. Zijn artikel geeft ons aanleiding tot enkele opmerkingen. Maar die bewaren we liever tot volgende week.

We ontvingen een brief inzake , , Holwerd": misschien opent die een weg tot inzage van de stukken. Op dat punt kunnen we niets anders doen dan

nog even afwachten.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

„Uiterst moeilijk gewetensconflict” (II)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's