GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 24

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Mr. J. Meynen

omgebogen in de richting van steun aan bewustmakingsprocessen. O.a. door steun aan arbeidersorganisaties in Zuid-Amerika en een 'Wereldwinkel' in de kelder van de vu-hoofdgebouw. Steeds minder studenten overigens zijn bereid zich daarvoor in te spannen. Moedeloosheid? Ongeïnteresseerdheid? Of toename van inzicht dat de kern van de problematiek ligt in het westen?) In 1963 buigt zich op verzoek van directeuren en curatoren van de VU de 'commisssie-Meynen' over de situatie van het christelijk wetenschappelijk onderwijs, waarbij o.a. de vraag bekeken wordt 'in hoeverre de denkbeelden inzai<e de (aa/c van een christelijke universiteit in wereldverband te verv/ezenlijken zijn.' Het thans tien jaar oude rapport constateert het uiteenvallen van deze vraag 'in een tweetal groepen van onderwerpen'. 'In de eerste plaats zijn er de vragen, hoe de Vrije Universiteit zich binnen het raam van haar mogelijkheden ten dienste kan stellen aan academici die in de ontwikkelingslanden werkzaam willen zijn en hoe zij zelf in deze gebieden kan medewerken aan een wetenschappelijkculturele ontwikkeling in christelijke zin; in de tweede plaats de vragen, hoe in wereldvarband een nauwere samenwerking kan worden verkregen met degenen die met de intenties van de Vrije Universiteit sympathiseren en hoe de Vrije Universiteit haar invloed in deze kring kan uitbreiden en intensiveren.' Wat betreft het eerste wordt aanbevolen een 'centrum' of 'departement' aan de VU te stichten, geleid door een 'zeer capabele directeur', bijgestaan door enige academisch gevormde medewerkers, onder toezicht van een commissie van 'deskundigen op het gebied van vraagstukken der ontwikkelingslanden, alsmede uit personen, die speciale belangstelling voor deze activiteit van de universiteit hebben.' Gesteld wordt: 'Allereerst zal op ruime schaal informatie en documentatie moeten worden verricht ten aanzien van de voor de Vrije Universiteit van belang zijnde algemene, het wetenschappelijk terrein rakende behoeften en omstandigheden in de ontwikkelingslanden. Sommige resultaten van dit onderzoek kunnen ertoe leiden, dat in bepaalde studierichtingen bij onderzoek en onderwijs meer dan tot dusver hiermede kan worden gerekend. Op deze wijze houdt de universiteit voortdurend een oog op deze vraagstukken.gricht.

Voorts zal het centrum met name aandacht moeten schenken aan de in deze landen aanwezige behoeften aan afgestudeerden bij instellingen van allerlei aard, maar in het bijzonder op zulke posten die vanuit christelijk standpunt strategisch van belang worden geacht. Hierbij denkt de commissie met name aan christelijke universiteiten, 'colleges', zendingsziekenhuizen en studiecentra ter benadering van de niet-christelijke religies.' Geconstateerd wordt dat de belangstelling onder studenten voor een werkkring in de ontwikkelingslanden reeds tamelijk groot is. Toch is een 'bijzondere stimulering hiervan gewenst.' Ook over beurzen aan 'personen uit de ontwikkelingslanden' zouden centrum en commissie zich moeten buigen. Bij voorkeur dienen beurzen te worden verstrekt aan reeds afgestudeerden 'teneinde dezen in de gelegenheid te stellen zich nader in een bepaalde richting van wetenschap te bekwamen en/of kennis te maken met de speciale benadering van de wetenschap door de Vrije Universiteit, alsmede met de christelijke structuren in de Nederlandse samenleving.' Wat betreft de 'internationale samenwerking met degenen die met de intenties van de Vrije Universiteit sympathiseren' wordt ook hier het aantrekken van zoveel mogelijk buitenlandse studenten een effectief middel geacht 'om de gedachte van de Vrije Universiteit In wereldverband te propageren'. Aanbevolen wordt voorts 'uitwisseling van geestverwante hoogleraren'. De collegestof zou zich speciaal moeten richten op die onderwerpen 'waarbij het eigen karakter der christelijke wetenschapsbeoefening zich duidelijk doet gelden'. Aan speciale cursussen voor buitenlanders wordt gedacht en de vraag wordt opgeworpen of Free University Quarterly niet moet worden verbreed tot een 'veelzijdig Internationaal tijdschrift'. Samenwerking wordt voorts bepleit met internationale organisaties op reformatorische grondslag, die bezig zijn 'in internationaal verband de calvinistische levens- en wereldbeschouwing te propageren.' Aandacht wordt voorts o.a. gevraagd voor de bestudering van het communisme, als wereldverschijnsel, want de ontwikkelingslanden zien zich 'bij hun pogingen te geraken tot een zekere ontwikkeling onmiddellijk geplaatst voor het dillemma van de opbouw van een maatschappij In westerse of In communistische vorm.' Maar ook buiten de ontwikkelingslanden doet het communisme zijn macht gelden. Bepleit wordt daarom in onderwijs en onderzoek meer aandacht voor 'de problematiek van het communisme' en in de tweede plaats 'hulp aan geestverwanten achter het ijzeren en het bamboe gordijn.'

Naar derde wereld Verscheidene denkbeelden van de commissie-Meynen vinden in de loop der jaren zestig min of meer uitvoering; vooral de 'ontwikkelingslanden' krijgen belangstelling. Tal van vu-medewerkers trekken tijdens of na hun studie naar een land in Afrika of Azië, los van de traditionele calvinistische reisroutes. Met de eenzijdige oriëntatie op de gereformeerden in de V.S. en Zuid-Afrika lijkt het gedaan en al worden deze contacten wel aangehouden, in afnemende mate wordt het 'calvinistisch' karakter van de VU in rede-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's