GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 483

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 483

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Calvijn-congres door prof. dr. D. Nauta

In de gebouwen der Vrije Universiteit worden nog al eens congressen belegd. Aanleiding om daarvan in dit tijdschrift melding te maken, bestaat er in het algemeen niet. Een uitzondering mag evenwel gelden voor het in september van dit jaar gehouden Calvijn-congres. Een heel bijzondere reden kan daarvoor aangevoerd worden. De deelnemers van dat congres waren namelijk aanwezig als gasten van de Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op Gereformeerde Grondslag, de vereniging van welke de Vrije Universiteit uitgaat. En voorzoverre de deelnemers afkomstig waren uit het buitenland, waren zij op kosten van de vereniging ondergebracht in een hotel. Zonder deze tegemoetkomende houding had het bedoelde congres zeer waarschijnlijk niet tot stand kunnen komen. Ook overigens hebben de initiatiefnemers op de welwillende medewerking van de zijde van de Vrije Universiteit kunnen rekenen. De rector magnificus heeft daarvan mede op duidelijke wijze doen blijken. Door hem werd, na de openingszitting te hebben bijgewoond, aan het congres een luisterrijke receptie aangeboden. De aard van het congres maakt het begrijpelijk dat de Vrije Universiteit bereid was gevonden er zo grote aandacht en zorg aan te besteden. Het betrof, gelijk gezegd, een congres met betrekking tot Calvijn. Enige nadere toelichting omtrent opzet en strekking van dat congres mag niet ontbreken, omdat met die benaming alleen niet alles is gezegd. In een recent verleden hebben wij Calvinistencongressen gekend. Vooraanstaande figuren uit de kring van onze universiteit hebben daaraan deelgenomen en er leiding aan gegeven. Ik vermeld hier in het bijzonder de naam van wijlen prof mr. V. H. Rutgers. De bedoeling van die congressen was om mannen van calvinistische overtuiging uit verschillende kerken en uit diverse landen te verenigen en om na te gaan wat, in de bestaande constellatie van zaken, gezamenlijk kon worden ondernomen op de grondslag van de overtuiging. Men had een doelstelling, gericht op actievoering in het heden tegenover de problemen der twintigste eeuw. Ons congres had een heel andere opzet. Ik zal niet zeggen dat wij met de rug naar het heden staan gekeerd. Uiteindelijk is

'n Kaartje uit Frankrijk. 'We zijn erg calvinistiscli gebleven'.

het stellig ook de bedoeling om werkzaam te zijn in het belang van het rechte zicht op de verhoudingen in de huidige wereld en van de opbouw van het gemeenschapsleven in het heden. Maar in eerste aanleg gaat het ons om het wetenschappelijk onderzoek naar de theologie en in het algemeen de denkbeelden van Calvijn. Het betreft een congres van Calvijn-onderzoek. Aan dat onderzoek is in het verleden meer gedaan. Het heeft in de loop der jaren niet ontbroken aan publikaties op dat gebied. Soms zijn er ook, ter gelegenheid van bepaalde herdenkingen met betrekking tot Calvijn, samenkomsten gehouden en bundels studies in het licht verschenen. Het is nu echter voor het eerst dat, buiten iedere aanleiding tot herdenken of zo iets om, opzettelijk een congres belegd werd om zich bezig te houden met de studie van Calvijns theologie. Het vooruitzicht bestaat dat'dit eerste congres door een ander zal worden gevolgd. Afge-

sproken werd dat over vier jaren D.V. het tweede zal worden bijeengeroepen, waartoe bereids de nodige aanwijzingen zijn gegeven. Het blijkt dat er een levendige en vrij brede belangstelling bestaat voor de door Calvijn aangehangen en uiteengezette denkbeelden. De merkwaardige omstandigheid doet zich voor dat die belangstelling niet enkel aangetroffen wordt onder personen in kerken, die uit de Reformatie zijn voortgekomen. Zij treedt eveneens aan de dag zelfs bij diverse geleerden uit de Roomskatholieke kerk, die met dit al er niet aan denken hun kerk de rug toe te keren. Enkele voortreffelijke studies over Calvijn zijn uit die kring geleverd en hebben het inzicht in Calvijns theologie helpen verrijken. Drie van deze geleerden hebben aan ons congres deelgenomen. Het waren de Nederlander Lucherius Smits uit Tilburg, die een belangrijk werk publiceerde over Augustinus en Calvijn; A. Ganoczy uit Würzburg, die verschillende werken ovgr Calvijn leverde, o.m. over diens ambtsopvatting; en H. Schützeichel uit Trier, die een van grote zaakkennis getuigende monografie in het licht gaf over de theologie van Calvijn als geloofstheologie. Het congres was er een van beperkte omvang. Er waren ongeveer veertig deelnemers. Sommige uitgenodigden bleken verhinderd te zijn of lieten verstek gaan. Wij hadden ons, om verschillende redenen, moeten bepalen tot onderzoekers in Europa. Het is wel de bedoeling om in het vervolg eveneens geleerden uit Amerika en andere werelddelen er bij te betrekken. Want ook daar blijkt uit recente publikaties van hoog niveau een levendige belangstelling te bestaan voor de studie van Calvijn. Zowel uit Hongarije als uit Oost-Duitsland waren enige theologen aanwezig. De meeste deelnemers kwamen uit Duitsland, Zwitserland en Nederland. Het initiatief tot het houden van dit congres werd trouwens door geleerden uit die landen genomen. Frankrijk, het land waaruit Calvijn geboortig is, leverde slechts een bescheiden aantal deelnemers. En dan was het nog Straatsburg dat hoofdzakelijk vertegenwoordigd was. Uit het oude Frankrijk was prof J. Cadier van Montpellier de enige die was komen opdagen. Zijn collega J. Boisset, die op zich had genomen een referaat te leveren, was door een ernstige ziekte verhinderd te verschijnen. Helaas ontbraken ook diverse geleerden uit Engeland en Schotland. Prof. T. F. Torrance van Edinburgh had evenwel de overtocht naar het vasteland gemaakt, hij heeft van de discussies een levendig aandeel genomen. Ik merkte op dat het congres zich beperkte tot deelnemers uit Europa. Ter melding verdient evenwel dal wij als gast-deelnemers iemand uit de Verenigde Staten van Amerika welkom mochten heten. Het was de bibliothecaris van de Theologische School te Grand Rapids, Peter de Klerk. Hij tracht in zijn bibliotheek bijeen te brengen alles wat 9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 483

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's