GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 263

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 263

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

ren zoon van de Mahdi, 'Abd al-Rahman al-Mahdi, kreeg later van de Engelsen de titel Sir.

Umma-partij In 1943 vormden de volgelingen van de Mahdi zich tot een politieke partij, de hizb al-umma, de Umma (gemeenschaps)partij. In het politieke leven voor en na de onafhankelijkheid van de Sudan speelt deze Umma partij een elementaire rol. Elke regering is samengesteld uit Umma mensen of heeft terdege rekening te houden met hun aanwezigheid. Op 25 mei 1969, na de staatsgreep van Ja'far Muhammad Numayri werd de C/mma-partij met alle andere partijen door .het militaire bewind ontbonden. Nog geen jaar later, in maart 1970, zou de nakomeling van de Mahdi, de geestelijke leider, Muhammad Hadi al-Mahdi, een aanslag tegen Numayri's bewind hebben beraamd. Het bolwerk van de Ansdr, het Nijleiland Aba, werd door de regeringstroepen veroverd. Volgens officiële berichten werd Hadi al-Mahdi bij een poging naar Ethiopië te ontsnappen gedood. Zijn neef, de achterkleinzoon van de Mahdi, (van 1882) Muhammad Sadiq al-Mahdi, die in het politieke leven reeds een rol speelde, verbleef jarenlang in ballingschap in Egypte. Nog niet lang geleden keerde hij naar de Sudan terug, doch werd enkele maanden geleden (februari 1974) in verband met zijn aandeel in de recente studentenonlusten gearresteerd. Numayri keerde, zo vermeldden de kranten, ver-

Dr. Anthonie Wessels

vroegd - eind januari - van de pelgrimstocht naar Mekka terug, vanwege demonstraties van studenten in Khartoum. De politieke partijen, en de C/mma-partij voorop, weliswaar verboden, zijn niet werkelijk verdwenen en oefenen indirekt heel wat invloed uit.

Christendom en Islam in de Sudan Een van de delen van het Noorden van de Sudan heet Nubië, van ouds een christelijk koninkrijk. Het nieuwe testament kent de eerste Nubische christen, de kamerling van de koningin van Candage (Handelingen 8). Canda^e is de in het Grieks gebruikte aanduiding voor de Nubische koninginnen. In de zesde eeuw werd Nubië officieel christelijk. Het oudheidkundig museum in Khartoum heeft een aantal Nubische kerkelijke kunstschatten bewaard. Langzamerhand zet de arabisering van Nubië in met de daaraan gepaard gaande geleidelijke islamisering. Na de val

van het christelijk koninkrijk van 'Alwo' ± 1500, wordt de Islam de heersende godsdienst in het Noorden. Twee eeuwen daarvoor - het midden van de dertiende eeuw - was Nubië nog nominaal christelijk. De opkomst van een nieuwe dynastie in Egypte (de Mamelukken) in 1250 bracht een snellere en meer volledige arabisering van het Noorden van de Sudan teweeg. De arabisering én islamisatie van Nubië was het gevolg van de influx van moslimse nomaden, die aan het despotisme van de Egyptische sultans trachtten te ontkomen. Geen raciaal vooroordeel belet de Arabieren om te trouwen met de gekleurde Nubiërs, waardoor de Arabisch-moslimse cultuur des te sneller werd verbreid. Terwijl gedurende verschillende eeuwen de moslims zich in het noorden consolideerden, bleven de negroïde volken van het zuiden van de Sudan heidens en niet gearabiseerd. In het noorden is het arabisch de belangrijkste taal al is het niet de enige. Ook het godsdienstige leven van het noorden van de Sudan vertoont de sporen van de influx uit andere Arabische landen. Daardoor wordt de volksreligie in sterke mate bepaald door de mystieke orden, die werden gesticht door geestelijke leiders die uit verschillende Arabische landen afkomstig waren. De totale bevolking is ± dertien miljoen, de zuiderlingen maken daarvan vier miljoen uit. De christenen vormen 16% van de bevolking in het zuiden, 0,6% in het noorden en 5% in het geheel van de Sudan. De grootste kerk in het noorden is de Koptische, d.w.z. een kerk van oorspronkelijk Egyptenaren. Ook de evangelische kerk in het noorden is in feite een 'Egyptische' kerk. De grootste kerk in de Sudan is de Rooms-katholieke. In de tweede plaats komt de Episcopaalse ( = Anglicaanse). Pas ver daarna komt de Presbyteriaanse. Deze laatste vindt men uitsluitend in de Upper-Nileprovincie, met de hoofdplaats Malakal. Deze laatste kerk is ontstaan uit de aktiviteiten van de amerikaanse zendelingen. De Anglikaanse kerk is ontstaan uit de aktiviteiten van de Church Missionary Society. Deze begon haar werk in de Sudan in 1899 enkele jaren later - 1902 - gevolgd door de Presbyterianen. Het zijn de Verona-vaders geweest die een grote missionaire aktiviteit hebben uitgeoefend in de Sudan. De zending en de missie zijn in de zuidelijkste provincies als Bahr al-Ghazal en Aequatoria succesvoller geweest dan in de Upper-Nile provincie. Statistieken wijzen uit dat het grootste deel van het Zuiden nog 'heidens' is. 9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 263

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's