GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 293

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 293

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

gang (industrialisatie, verhoging van de landbouwproductie), dan weer op het scheppen van nieuwe instellingen (bijbeeld de communes). Er zijn maar weinig aspecten van het leven in China waaraan de vele campagnes sinds 1949 niet althans enige aandacht hebben geschonken. Om organisatorische verstarring en uitslijting van het revolutionaire élan te voorkomen, gebruikt men voorts de methode van het scheppen van nieuwe dynamische organisaties als rechtstreekse concurrenten van bestaande intellingen. Het bekendste voorbeeld hiervan is wel de oprichting van de Rode Garde tijdens de Culturele Revolutie om de communistische partij, destijds bolwerk van 'deskundigen' en dus doelwit van Mao's aanvallen, te belagen.

een half jaar, bezig te houden met politieke studie (voornamelijk de werken van Marx, Lenin en bovenal Mao) en landarbeid. Het kader wordt geacht op deze wijze zijn houding jegens politiek en lichamelijke arbeid te verbeteren en bovendien zijn elitaire houding jegens boeren te elimineren door enige tijd onder hen te werken.

Politisering Derde en laatste tactiek in de maoïstische strategie is politisering. 'Neutrale' organisaties of maatschappelijke sectoren bestaan in China niet. Alles - economie, leger, onderwijs, literatuur, kunst in al haar uitingen, enz. - staat in dienst van het politieke systeem. Zelfs de moraal is politiek gefundeerd. Leiderschap kan in China niet bestaan op grond van spe-

Niet altijd 'baas' Interessant zijn voorts de campagnes ter realisering van neerwaartse sociale mobiliteit. Leidinggevende personen in fabrieken, kantoren, ministeries enz. moeten gedurende bepaalde perioden het werk verrichten dat doorgaans door lager geplaatsten wordt verricht. Een zelfde verschijnsel treft men aan in het leger, waar de officier periodiek de status van soldaat krijgt toegemeten. In dezelfde lijn ligt het op grote schaal toegepaste gebruik om het kader jaarlijks enige tijd naar het land te sturen om daar fysieke arbeid te verrichten. De bedoeling van deze maatregelen is duidelijk: het tegengaan van bureaucratische tendenties en het overbruggen van de kloof tussen leiders en bevolking. Bovendien dragen ze bij tot overbrugging van de kloof tussen stad en platteland. In dit kader past ook het massaal verplaatsen van grote bevolkingsgroepen uit de stad naar het platteland. Zo werden in de periode na de Culturele Revolutie ongeveer een miljoen jongeren uit Shanghai naar andere delen van China overgebracht. In het streven naar doorbreking van bureaucratisme en specialisme zijn de Chinesen bovendien in 1968 overgegaan tot het oprichten van zogenaamde 'Kaderscholen van de Zevende Mei'. De naam van deze scholen is ontleend aan Mao's richtlijn van 7 mei 1966, waarin hij specialisatie onder soldaten, arbeiders, boeren en studenten critiseert. Intellectuelen en personen met leidinggevende functies worden naar deze scholen gestuurd om zich, doorgaans gedurende

,,Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst": De nieuwe generatie zai bepaien hoe de strijd tussen " r o d e n " en "desltundigen" afloopt.

cialistische kennis alleen. Op de eerste plaats komt politiek bewustzijn. Sinds de Culturele Revolutie is dit ook het belangrijkste criterium voor toelating tot onderwijsinstellingen geworden. Van Doorn heeft erop gewezen dat zelfs de persoonsverheerlijking van Mao gezien kan worden als element van de maoïstische strategie, als poging om de revolutie een sprong voorwaarts te brengen: 'Met dit type leiderschap wordt immers de staatsbureaucratie volledig uitgeschakeld: de vonk springt direct van de held op de volgelingen over'.

Geslaagd? Uit het voorgaande blijkt dat Mao zich ter dege bewust is van het gevaar van dreigende oligarchisering en bureaucratisering, van een Thermidoriaanse reactie. De vraag is of de maoïstische strategie, hoe origineel en dynamisch deze ook. is, een adequate reactie is op dit gevaar. Volgens sommigen is ze dat niet. Zij wijzen erop dat, sociologisch gezien, de omzetting van de revolutie als proces naar de revolutie als systeem een onontkoombaar verschijnsel is in een land dat zich wil moderniseren. Dat dit verschijnsel zich in China nog niet heeft gemani-

festeerd, is naar hun mening een rechtstreeks gevolg van het feit dat het land aan werkelijke modernisering nog niet toe is. Van Doorn heeft deze gedachtengang als volgt verwoord: 'Het is de vraag of het Maoïstisch model voldoet om China economisch en technisch te m'oderniseren. Het kan zijn dat het <^an op de tweesprong komt te staan, met een keuze tussen 'kapitalistische' liberalisering en Stalinistische verharding. In beide gevallen is het Maoïsme verloren'. Anderen zijn van mening dat de menselijke geest een permanente revolutie niet verdraagt. Steeds grotere groepen van de bevolking zullen zich in toenemende mate trachten te onttrekken aan de psychische druk die van de maoïstische strategie het gevolg is, menen zij. Hebben deze pessimisten gelijk? Deze vraag is thans nog niet te beantwoorden. Dat dit zo is, is op zichzelf al opmerkelijk. De Chinese revolutie duurt immers al tientallen jaren voort en nog steeds is van een Thermidor geen sprake. Duidelijk is dat Mao er voorlopig in geslaagd is te voorkomen dat China de weg van de Sowjetunie opgaat. Daar staat tegenover dat de tegenstelling tussen 'roden' en 'deskundigen' geenzins is verdwenen, ook niet na de Culturele Revolutie. Voortgezette strijd tussen beide richtingen in het Chinese communisme lijkt waarschijnlijk. Mao zelf gaat hier trouwens van uit: in de toekomst zullen zijns inziens nieuwe Culturele Revoluties onvermijdelijk zijn. De vraag wie uiteindelijk de toekomst van de revolutie zullen bepalen, de 'roden' of de 'deskundigen', zal ook naar zijn mening pas over een lange historische periode worden beslist. Een belangrijke vraag bij dit alles is echter of een nieuwe massale campagne tegen de Thermidoriaanse reactie in gang kan worden gezet als Mao daar zelf niet meer het initiatief toe kan nemen. Hij is tenslotte hoog bejaard. Pas na zijn dood zal duidelijk worden in welke mate zijn strategie Brintons stelling, dat alle revoluties hun Thermidor vinden, heeft kunnen ontkrachten.

Literatuur Crane Brinton, The Anatomy of Revolution, New York 1938 J. A. A. van Doom, 'De voortgezette revolutie: China en de ijzeren wet van de oligarchisering', in: Sociologische Gids, XVI, 1969, pp. 155-178 Stanley Karnow, Mao and China. From Revolution to Revolution, New York 1972 Klaus Mehnert, China nach dem Sturm, Stuttgart 1972 Fransz Schurmann, Ideology and Organization in Communist China, 8nd ed., Berkeley 1969 John B. Starr, Ideology and Culture. An Introduction to Contemporary China, New York 1973 James R. Townsend, Political Participation in Communist China, 2nd ed., Berkeley & Los Angeles 1969. 39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 293

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's