GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Honig uit den rotssteen - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honig uit den rotssteen - pagina 82

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

78 de harmonie weer in ons hart binnen, om er de bitterheid doen wijken, o, dan jubelt het uit de diepte daar binnen, gelijk de Psalmist het op zijn Sabbath uitriep „God zij lof, ik heb weer kracht, ik kan weer, weer is mijn hoorn verhoogd als eens eenshoorns,

en

heilig

uit te

:

want ik hen met versche olie overgoten.''^ Met versche olie Indruipend en indruppelend tusschen al de veeren en raderen van die machinerie der ziele, om al het stramme weer glad, al het stroeve weer vlug te maken, en heel dat innerlitjk samenstel weer met die macht en die doorzettend heid te laten werken, dat we voelen dat er weer iets uit wordt, dat er weer iets uit komt, !

ja, dat Hij,

en

zijn

gemoed

wiens ook dat innerlyk werktuig des harten is, zijn Geest weer door de cilinders en de buizen van ons

levenskracht jaagt,

om

iets

uit

te

richten,

om

iets

te bereiden,

om

iets

brengen voor zijn Koninkrijk. Of, wilt ge een ander beeld, zeg dan, dat er geen opening was aan dien binnenweg van uw hart, die u toegang gaf naar de schatkamer van het leven der opstanding en uw Ontfermer uit die schatkamer toegang schonk naar de schuilhoeken van uw hart. Geen opening meer en daarom afgebroken de gemeenschap. Wel niet de gemeenschap in Gods raad. Hij zou weer komen. Maar afgebroken voor uw besef, voor uw zielsgenieting, voor de levensuiting van uw persoon. De vensters des hemels voor u dicht en dicht voor den hemel de deur van uw hart. Dat ge wel telkens weer de grendels zocht weg te schuiven en met de hand aan het slot wrongt. Maar dat het niet ging, niet open sprong, zich niet verwrikken liet, zoo stroef en onbeweeglijk als het was geworden door den vochtigen, killen adem der wereld. Tot er ook hier weer een „overgieting met versche olie" kwam in het on ver wrikbare en eindelijk de sloten zich openen lieten en de deur weer openging naar God toe, en Hij weer in het hart inkeerde. Hij, de trouwe wachter, die altijd had geklopt en altijd geroepen, en die, toen gij geen opening meer kondt maken, zelf u weer ruimte had gemaakt en u nu verkwikt met zijn volzalige liefde. Of, liever nog, blijf, mijn broeder, bij het Schriftbeeld zelf, dal aan geen werktuig denkt, noch aan den stroeven grendel herinnert, maar op den mensch zelf wijst, gelijk hy, bij heete zon in het Oosten, moe en afgetobd is neergezegen door de vunzige reuke, die van zijn eigen huid uitgaat, zich zelf een walg, door de sterke uitwaseming kil en stram geworden, en op de dorre huid als met naalden geprikkeld door tot stand te

om hem

opstuivende zand. een flesch met versche olie, en ook al was de flesch niet van albast en de zalf geen nardus, ge zult eens zien met welk een gretigheid en wellust hij die uitgiet en plengt over zyn bezoedeld, dor en stram geworden lichaam. Want zie, onder de wondere werking dier geurige olie leeft de ellendige als een verkwikte en herborene op.

het scherpe o,

Reik zulk een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880

Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's

Honig uit den rotssteen - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880

Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's