Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 307

307

PARTIJVERHOUDING.

Tevens zwaarden),

aard van dit stelsel

rlen

kan

niet

dwanif

met

eenmaal

het in

ligt

dat

ook

zekerheid,

volle

worden op

van

o-insel

dienaangaande

inzicht

dat

huldigen,

slechts

niet

het

van

wortel

als

men wel

en moet

het be-

misdaad,

maar ook de dwaling, dwaling van den geest

kwaad desnoods

zedelijk

krachtens

ook geen ver-

er

is

toch

dat ook de

de

is;

dan

is,

duldbaar,

waaruit ze voortkwam, strafbaar

Weet men

staatkundig terrein,

hoogere openbaring, wat recht en waarheid schil

theorie der twee

(de

uitgesloten.

moet worden

ülald

vi

uitgeroeid.

welke

van

nu,

Indien

zijde

ging mocht worden beproefd

waarvan ik

bij,

om

acht) lijk

(een

Kcuner

deze

in

ons Nederlandsch

ook,

ons vrije Nederland een po-

in

poging

iutusschen,

voeg

dit

ik er

de aanwezigheid dusver niet bewezen

naar

staatsrecht

verderfe-

inziens

dit mijns

en overwonnen standpunt terug te leiden, zouden het antirevolutionair

beginsel, dat ik belijd, en het protestantsche

ren

mij

vloeit,

hen

van

zijde

om

nopen,

onverbiddelijk

bloed,

dat mij in de ade-

met

beslistheid aan de

mij

met hand en tand zouden

die zich daartegen

te scharen,

verzetten.

Edoch

volgt hier

geachten

den

Rome

vreeze voor Mij

de

spreker

dunkt,

uit,

dat

daarom

ik

Voorzitter,

Er

Cliaribdis.

Rome, het Rome

ander

stelsel,

bepleit,

niet

is,

zou

dit

vergeet

de

geachten

Caesarisme,

Voorzitter,

is

Ligt in

Staatskerk.''

ker

het

juist

individu, uit

er

niet,

tot symbool,

of

Haarlem

spreker uit

niet

juister,

maar

al

spoor

van

te

zeer

dwa^ig

rechtmatig afkeurt „Gelijk

recht

tweeërlei

maar ook een

hier

meermalen

Ook

u.

Mijn-

Christelijke neulrale

dat spotschrift niet een diepe waarheid, en

genoeg

hoe

daarin

de geestige parodie bekend, waarin onlangs het

van

eerbiedigen

het geweten en het gezin toekomt,

Haarlem,

is

de hoofdgedachte die

Nutsrapport over het onderwijs gehekeld werd: „De

niet

een vervallen van

zijn

dit

Staatsalmacht in ons staatrecht zou invoeren.

schuilt, de

heer

uit

der Caesars, en ik vraag u, of het staatsrech-

door den het

keuren en

hém overgaan?

tot

Rome; het eene het Rome met het Kruis telijk

standpunt van

het

moet

Haarlem onschadelijk

Mijnheer de de

in

Scijlla

nu

uit

ook

welwillend

verlokt wordt,

terug

te

om

leiden,

in

ons dat

is

het

de vrijheid, die aan het

waardoor de geachte sprezijn

persoonlijken

omgang,

staatsrecht juist in datzelfde hij

in

Rome

zoo sterk en zoo

?

voor

allen''

en dies

„de dwalimj niet strafbaar',

is

het groote beginsel, door onze vaderen in de worsteling met dit Roomsche staatsrecht tijdens de Hervorming veroverd, een beginsel ons door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen