GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 116

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 116

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

Ö8 ophouden, imineis dat de inlandsche boven de vreemde zouden worden geprefereerd. Dat langs dezen weg de Indische Kerken geheel e. onafhankelijk zouden woiden van de Vaderlandsche en alle waarborg voor orthodoxie gemist."

De

waartoe de Synode kwam, „dat zulke Seminariën door de Synode niet kunnen worden goedgekeurd," werd tegelijk den H.H. XVII bekend gemaakt. Tot troost ontvingen de deputaten der Synode van den advocaat der Compagnie, Van Dam, met wieu zij over de inlandsche seminariën en hunne schadelijke gevolgen spraken, ten antwoord ,,dat sij zich daarover niet hadden te bekommeren, daar, naar zijn oordeel, die binnen 10 jaren wel zouden vervallen zijn." (1694). Ondertusschen was het Malabaarsche Seminarie geopend met 26 leerlingen, die stonden ouder een binnenvader, aan wien de besturing van het geheele huis en de zorge voor de kweekelingen was toevertrouwd. Een meester, der Malabaarsche taal volkomen kundig, gaf den leerlingen onderwijs in het lezen en schrijven van hunne moedertaal. In 1692 werd aan het Seminarie nog een rector aangesteld, die het opzicht over 't geheele Seminarie had en aan de jeugd (de scholieren) onderwijs geven moest in de Nederduitsche taal en de beginselen der Christelijke religie, en aan de ouderen (studenten) in de natuurlijke en geopenbaarde godgeleerdheid, in de predikkunde en de kunst om zielen met wijsheid te vangen. (De kennis van het Latijn werd onnoodig gekeurd). De eerste rector is Ds. A. v. d. Mey geweest, die 7 jaren lang (hij overleed 28 Febr. 1699) met onverdroten ijver de belangen van het Seminarie behartigde. Moedgevend waren dan ook de eerste berichten omtrent deze stichting. Zoo iu een brief van de Kerk van Batavia, 6 Febr. 1693 „Op Jafnapatnam belooft het Malabaarsche Seminarie goede vruchten"; van de Kerk van Colombo 23 Febr. 1693 ,,Het Seminarie op Jafnapatnam heeft een gewenschten voortgang." Den 6en Jan. 1694 zond de Kerk van Colombo een rapport van het laatste politieke en kerkelijke examen op het meergenoemde Seminarie over. Den Hen Jan. 169-j werd weer geschreven: ,,Het Malabaarsche Seminarie onder opzicht van Ds. de Mey is zeer voorspoedig en gezegend; de kweekelingen vorderen zeer in de Nederlandsche taal en in de punten der religie." Wat groots werd er van verwacht. Zoo schreven de Indische Kerken aan de Noord-HoU. Synode, maar dat was ook haar toon in de brieven aan de Classis van Walcheren. Een brief van 29 Maart 1693 toch meldde den gelukkigen voortgang van het Malabaarsche Seminarie. In 1697 waren conclusie,

:

:

vorderingen nog merkelijk. Na den dood echter van Ds. Adr. de Mey raakte het Seminarie in bedroefden staat, niet alleen door het ver-

de

van zijnen eersten rector, maar ook door gebrek aan een geschikten opvolger [zelfs een voorloopige plaatsvervanger ontbrak, daar Jafnapatnam toen geen enkelen predikant had.] lies

Ds de Vriest, een uitnemend kenner van het Malabaarsch, als tweede Eindelijk trad in 1700 rector

Desniettemin

op.

Woord

zijn rectoraat zelf

wij

ook

niet,

moest

hij ook het Hoelang de Vriest heeft kunnen vervullen weten

bedienen.

blijven

niet

wie

hem opgevolgd

zijn.

Hofstede schrijft „Had men een kundigen rector, hij ftierf of vertrok kort daaina en het duurde wel eens een jaar en langer, eer men wist te vinden die zijn plaats b. kleeden kon. In 1708 was de eenige predikant van Jafnapatnam tevens rector van het gymnasium. Het jaar daarna kwamen de eerste proponenten van het Seminarie, drie in getal, wier taak het was alom aan hunne heidensche landgenooten het Evangelie te verkondigen, te catechiseeren en andere kerkelijke diensten te verrichten onder het opzicht der predikanten."

Van deze proponenten werd nog in 1711, in 1713, in 1715, in 1719, door de Kerk van Colombo verklaard, dat ze „ijverig (waren) in den hun opgelegden ijver

om

dienst,"

en „volhard(d)en in

hun

in het land te prediken en te catechi-

,,om de inlanders van het heidendom aftetrekken en tot het Christendom over te seeren,"

brengen."

In 1719 keerde echter een hunner heidendom terug; daarom werd ook in 't vervolg nog van slechts 2 inlandsche proponenten, met name Jan Authonissen en Jan tot het

Ignatius,

1723

niet

gewag gemaakt, over wier meer

roemen

ijver in

Wat

het Seminarie zelf betreft, tot het jaar 1723 sleepte het een kwijnend bestaan voort. In 1719 waren daar nog 6 jongelingen, van ,, goede hoop", welke in 1723 naar het Seminarie te Colombo verplaatst zijn, waarmee de Jafnapatnarasche te

viel.

kweekschool verviel. Blijkbaar heeft dit inlandsche Seminarie niet beantwoord aan de schoone verwachtingen, die men er eenigen tijd van gekoesterd heeft. Volgens Hofstede was dit te wijten aan verschillende omstandigheden als: Vaak terugkeerende wisseling van rektors, door dood of vertrek noodzakelijk geworden, het lange aanhouden van de vacaturen van rektoren, in welken tijd de schoolmeesters den baas speelden, het afbreken van elkaar's onderwijs bij de opvolgende leeraars, het harrewarren, krakeelen en twisten van rektor, meester, binnenvader onderling, de verdeeldheid tnsschen de

die den brand der oneenigheid

blusschen.

En

het gevolg was?

Scholarchen,

hadden moeten

„De

discipelen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 116

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's