Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 160

SOCIALE QUAERTIE,

160

en maatschappij onmogelijk wachten kunnen, tot de zedelijke invloed

Kerk proot genoeg

zal zijn

geworden om het kwaad

te

geachte afgevaardigde uit Tiel meende, dat ik

De

dei-

bezweren.

art. 1

ten onrechte

van doctrinarisme had beschuldigd. Mijnheer de Voorzitter, wat is voor Immers, dat men zijn een o-oeden gang bij elke wetgeving noodig? den considerans en de toepassing van dat beginsel,

beo-insel uitspreke in

naar den eisch van

tijd

en landaard beperkt, imperatief formuleere in het

Maar

hoofdartikel der wet.

in dit artikel

geen beginsel uitgesproken.

is

Elk beginsel toch moet voldoen aan twee vereischten en

voortkomen,

kunnen beo'in

van

hier.

Er kan

zijn

iets

het

mag

Maar

èn vaststaan.

uit dit

moet

er

men

wil

daaruit

beide die vereischten ontbreken

nu

deduceeren.

vaste gegevens steunt en dus willekeurig

Welk volgend

mij

rest

in

is,

Dat het voorts op geen

stip ik slechts

aan; ik heb

aangetoond.

dit straks reeds

Nog

uit

voortkomen. Het zegt eenvoudig, dat

artikel niets

'

wetsartikel

iets

Het moet het

onder twaalf jaren niet zullen mogen werken.

kinderen

o-isteren

:

niet willekeurig zijn.

enkel

een

aan

Kamer

in dat der

oog en

zijn

woord

den heer Wintgens, wijl ik allicht

den schijn van onbe-

leefdheid aannam, door de zaal te verlaten, toen de geachte afgevaardigde

sprak. Dit

was

drong mij, samenhangende met

reden

maken,

zou

aangedaan

En nu novelle

indien hier

het

verband met

een

niet uit luim, allerminst onbeleefdheid.

,

...

hangen van het door

adres

de

De

ik hier geen mentie

ter

sprake

brengen.

Mijn heengaan stond in

De geachte

spreker wees gisteren op

te

de Standaard.

Cremer,

waarin

een zeer treurig tafereel werd opge-

fabriekleven in de academiestad, en legde

Kamer van Koophandel

tVans reageerend tegen dat dit wel

waarvan

de heer Wintgens mij niet zelf vroeger de eer had

deze korte verklaring.

van

iets

Een imperatieve

dit wetsvoorstel.

uit datzelfde

daarnaast het

Leiden ingezonden,

De heer Wintgens voegde

er bij,

ietwat contrasteerde.

rede gisteren door den heer Wintgens uitgesproken, zou, dunkt

werd ze gelegd naast een andere redevoering door dienzelfden afgevaardigde een klein jaar geleden gehouden, ook mij aanleiding kunnen mij,

geven,

om

op soortgelijk contrast te wijzen. Gelukkig

dat dit contrast voor mij een winst

afgevaardigde te mijwaart.

is

mag

ik er bijvoegen,

aan welwillendheid van den geachten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen