GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 283

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 283

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van

het eenigh Goddelick Wesen.

279

der Joden aen de Arcke des verbonts was gebonden : want aen, ofte by de Arcke des verbonts sprack de Heere met Mose volgens sijne toesegginge, Exod. cap. 25. VS. 22. 1. Sam. cap. 4. vs. 4. 1. Paral. cap.

ende cap. 99. vs. 1. Esai. 6. Psalm 80. 20 Aldaer hadde hy gestelt de gedachtenisse sijns naems, Exod. 34. vs. 24. Deut. cap. 12 vs. 4. Derhalven heeft hy oock gewilt dat den gantschen Godtsdienst voor de Arcke des verbonts uytgevoert soude werden, Deut. cap. 12. vs. 11. Heeft oock aldaer willen aengebeden werden, Josu cap. 7. vs. 6. 2. Keg. cap. 19. VS. 15. en dit alles niet tot soodanigh een eynde , namelick om daer mede te kennen te geven, dat de Arcke was de Jehova maer om dat de Heere sijne bysonderlicke tegenwoordigheyt aen de Arcke gebonden heeft ende aldaer heeft willen gesocht ende gevonden worden. 2. Soo antwoorden wy in 't particulier op de bygebraghte passagie, dat Mose met die woorden Staet op Heere, ende laet uwen vyanden verstroyt worden, &c. niet aen en spreeckt de Arcke des verbonts, maer den waerachtigen Godt, sijn woonplaetse ende bysonderlicke tegenwoordigheyt aldaer hebbende: Psalm 132. vss. 7, 8. Wy sullen in sijne wooningen ingaen, wy sullen ons nederbuygen voor den voetbanck sijner voeten, &c. want de Arcke en konde hy alsoo niet aenspreken sonder afgoderije te begaen, als houdende ende eerende yet in plaetse van den levendigen Godt , het welck in der daet geen Godt en is. 3. De Arcke en staet niet op, noch en keert niet wederom, het welck de Heere toegeschreven wort menschelicker wijse Psalm 68. vs. 2. 4. Moses badt alsoo als de Arcke nu reysde ofte rustede, als yemant seyde tot den reysenden staet op, ende tot den rustenden keert weder. De Arcke en konde de vyanden niet verstroyen maer dat is alleen Godts werck: Psalm 68. vs. 2. Godt sal opstaen, sijne vyanden sullen verstroyt worden. Haer ander bewijs datse meer in dese gelegentheyt bybrengen, is van 13.

vs.

37. 16.

,

,

,

,

,

,

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 283

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's