Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 511
Van
't
507
uyterste Oordeel.
V. Hoe komt dat, dat wy dat niet en weten'? A. Godt heeft ons dat niet willen openbaren. V. Waer staet dat? A. Mare. 13. vs. 32. Maer van dien dagh ende ure-
en weet niemant, &c. V. Hoe is dat te verstaen, dat Christus dat niet heeft geweten, weet hy niet alle dingen? A. Ja. Joh. 21. 17. V. Hoe seyt Christus dan, noch oock de Sone des-
menschen? A. Dat
is
te verstaen
,
ten aensien van
schelicke natuer , ende dat voor dien
tijt
in
menden staet
siin
sijner vernederinge.
V. Soude
men
nemen wanneer
niet
mogen ondersoecken ende
ver^
het wesen sal?
A. Neen. V. Kan men het wel weten uyt Godts woort? A. Neen. V. Niet uyt de Sterren? A. Neen. V. Soude men het niet mogen gelooven, soo yemant seyde sulcks uyt een bysondere openbaringe te hebben?" A. Neen Siet 2. Thess. 2. 1 2. V. Maer soude men het ten naesten by nietweteĀ» :
konnen
,
?
A. Neen. V. Soude
men niet weten konnen 't jaer, de maent^. de weke dagh ofte stonde van den dagh ? A Neen. V. Soude men niet konnen weten of het des daeghs^ ofte des nachts beginnen sal? A. Neen. V. Soude dat niet konnen bewesen werden uyt Matth. 25. VS. 6. ende 1. Thessal. 5. 2.? A. Neen. V. Wat wort dan daer door te kennen gegeven? A. Dat hy onverwacht ende onversiens komen sal,. en als men daer minst op denckt. ,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's