Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 196
,
Van
192 d
het Middel der Verlossinge.
V. Seght my eens, hoe moet de vorige kennisse van uwe ellende op u herte wercken? A. Dat ick trachte ende stae na een verlossinge.
V. Waer van wort hier gehandelt? A. Van het middel van onse verlossinge. d V. Hoe wert desen Sondagh afgedeelt? A. In twee deelen? d V. Welck zijn die twee deelen? A. Het middel van onse verlossinge Vrage 12. 2. Door wien dit middel kan te wege gebracht werden, Vrage 13, 14, 15. c V. Is de verlossinge wel nootsakelick ? A. Ja ten hooghsten. c V. Waerom doch? A. dat den mensche anders eeuwighlick soude moeten verloren gaen. c V. Is de verlossinge wel mogelick?
d
,
Om
A. Ja.
d
V. Waer uyt soudt ghy dat bewijsen, dat niet tegenstaende de mensche na 't rechtveerdigh oordeel Godts tijtlicke ende eeuwige straffe verdient heeft evenwel sijne verlossinge uyt de ellende moge,
lick is?
A. Om dat de verlossinge met der daet van Godt waer uyt dan blijckt dat sulcks uitgewrocht is Gode mogelick was. V. Maer wil de rechtveerdige Godt den sondigen mensche wel een verlossinge schicken, daer hy de sondige Engelen niet gespaert heeft? A. Ja; gelijck de uytkomste geleert heeft, dat Godt de Heere niet den V. Hoe komt het Engelen, die gesondight hebben, maer den mensche een verlossinge beschickt heeft? A. Om dat het hem alsoo belieft heeft. V. Konnen daer geen sekere redenen van gegeven ,
:
c
c
c
,
worden ? A. Neen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's