GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 40

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paganistisch. Niet minder dan 83 dwalingen

waren

uit de

Theses van Parker verzameld, de andere uit vroeger onder Maccovius verdedigde Theses en uit zijn dictaten. ^) Als gewoon lidmaat der Kerk wordt Maccovius geciteerd en straks door de Classe veroordeeld. Doch Maccovius van zijn goed recht overtuigd en wetende dat Festus Hommius en Amesius diezelfde Theses geapprobeei-d hadden, weigert zich voor dat kerkelijk oordeel te buigen. Alsnu besluit de Classe, volgens Heringa, hem aan te klagen bij de Gedeputeerde Staten.

^)

Reitsma daarentegen deelt mede dat Maccovius appelleerde op de Provinciale Synode van Oct. 1617, en dat deze Synode de zaak in handen der Gedeputeerden stelde om haar met de Curatoren en de Theologanten af te doen. ') Reitsma is dichter bij de waarheid. Maccovius kwam op de Prov. Synode van 1618 (niet van 1617) en daar werd besloten,

gelijk

we

in het

volgend hoofdstuk zullen zien,

de zaak in handen der Gedeputeerden te stellen. We lezen dan in de Resolutiën der Gedeputeerden: „Sijn de Heeren Roorda, Aysma ende Runia uijt dese ende de heeren Harinxma, Uileuborgh ende van den Sande uijt de

Vergaderinge van den provincialen rade gecommitteert omme met de heeren Curatoren te staan over die conferentie die tusschen D^m Joannem Makouskij, ende die van den Classe Franeker als sijne partijen, ende Drm Sibrandus Luhberti op den 8 Octobris eerstcomende sal worden gehouden over enige beschuldigingen van nieuwigheit in de Leere den voorz. Makouskij telaste gelecht, deselve ten overstaen van de predicanten Colde, Florentij Joannes en

Joannes

Biltij

tehooren, pJles wel in te nemen, en daervan

omme

daernaer gedaen te worden, soo naeder saken gelegentheit bevonden sal worden te behooren." *)

rapport te doen,

')

Heringa,

^)

Sommigen zeggen dat Maccovius

mits 1.

men

1.

c, p. 584. bij

de Staten

is

wete, dat vaak de Gedeputeerden „de Staten"

c, p. 589. ^)

Reitsma,

*)

Gedep. Eesol. 3 Oct. 1618.

1.

c, p. 373.

aangeklaagd

dit is goed,

genoemd werden. Heeinga,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's