GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 101

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

89 demiis iisque nobilissirais admittitur haec disputandi ratio,

praesertim

Amesms was

Aiiglicis."

toen ook nog in

zijn scholastieke periode,

studie in Engeland, en

kwam daarom

op voor Thomas Parker, den zoon van zijn vriend Robert Parker. Ten onrechte echter schrijft Dr. Visscher m. i. het toenmalig optreden van Amesins voor Thomas Parker uitsluikrachtens

zijn

tend toe aan de persoonlijke, innige vriendschap voor diens vader. Neen, Amesius trad destijds op voor het recht der

hem genoten onderImmers, Amesius had die Theses geapprobeerd. Amesius had Parker aangeraden om naar Franeker te gaan. Amesius nam de verdediging van die Theses in Dordt op zich, en gaf aan Voetius opdracht, dat der Synode te doen weten. Met meerderheid van stemmen werd dan nu eindelijk besloten, dat uit de Synode eene Commissie van 6 leden (3 Buitenlandsche en 3 Nederland sche) zou benoemd worden, om de zaak te onderzoeken en der Synode te rapporteeren. In die Commissie werden gekozen Schultetus, van Heidelberg; Steinius, van Kassei; Breitinger, van Zürich; Gomarus, Thysius en Mehnius. Het was goed dat ook Schultetus zitting in die Commissie had. Deze toch had deel aan het schrijven der Heidelberger Faculteit en kon nu de verdediging van Maccovius ten volle aanhooren. Het baarde echter veel verwondering dat hij benoemd werd, nog meer dat hij zich de benoeming liet welgevallen. Jn handen dezer Commissie werd ook het 3<ie Yerweerschrift van Maccovius, toegevoegd aan zijn 2^<^ Verzoekschrift, gesteld. Het zou dus niet in de volle Synode gelezen wor-

zaak, ter verdediging van het ook door wijs.

:

den,

zooals

verzocht was.

Dit Averd

besloten,

omdat de

Voorzitter mededeelde, dat het zooveel ;,personalia" tegen Lubbertus bevatte. In dit stuk ging Maccovius de 50 punten van aanklacht één voor één uitvoerig na. Sommige Theses ontkent hij alzoo door hem gesteld te zijn. Van de meeste Theses betoogt hij, dat men hem verkeerd begrepen heeft, en hem een onjuiste bedoeling heeft toegedicht. En de overige Theses, waarin hij zoowel voor zichzelf als voor Parker is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's