Johannes Maccovius - pagina 407
395
We behandelden de Polemiek tnssclien Amesius en Maccovius. Maar toch konden we daarom ons niet uitslui-
nooclig.
tend tot die twee bepalen. De twist te Franeker begonnen is niet te Franeker geëindigd, maar werd naar Leiden overgebracht, en van daar naar Utrecht verplaatst. Het was
dus een
strijd die bleef
voortduren, een
strijd die zich niet
alleen tot Amesius en Maccovius bepaalde,
maar
die alle
Theologen bezig hield. Daarom moest hierbij langer worden stilgestaan. Alsook omdat hier weer bleek dat Maccovius een Theoloog was met een helderen blik en een diep inzicht, bij wien zich daarom ook de groote Theologen van Nederland hebben aangesloten, en wien door niemand minder dan Voetius, den lauwer op het hoofd werd gedrukt. Het ging hier om een iJieologisch beginsel, om een gereformeerd beginsel. Van dat beginsel was de strijd tegen Rome uitgegaan. „Het menschelijke in Christus moest, volgens het gereformeerd beginsel, menschelijk blijven. De leer der Gereformeerden was hier: „het eindige kan de oneindigheid niet bevatten (finitum non est capax infiniti)." En zoo terecht merkt Scholten, aan wien dit citaat ontleend is, op: „Uit kracht van ditzelfde beginsel ontstond in den boezem der Gereformeerde Kerk ook de vraag over de aanbidding van Christus." De Lutherschen, met hun leer van de communicatio indiomatum konden wel niet anders leeren dan de Godmensch was als Middelaar te aanbidden. Maar de Calvinist die theologisch is, eert wel Christus als God; één met den Vader en den H. Geest, maar niet den Middelaar als zoodanig, omdat aan de menschelijke natuur van Christus geen goddelijke eer bewezen mag worden. ^) Op blz. 361 wijst Scholten dan ook op het teekenend feit dat de Luthersche litui'giën afzonderlijke gebeden bevatten tot den Heere Jezus, terwijl de Gereformeerde liturgie zich onthoudt van gebeden tot Jezus, den verhoogden Middelaar, maar altoos God den Vader aanbidt, in den naam des Middelaars. En waar in de Gereformeerde Liturgie de Zoon
')
Scholten, De Leer der
Ilerv.
Kerk,
II, p.
357
v.v.
(4e drak).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's