GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 180

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 180

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET GELOOF.

176

COMRIE

schrijft

dan ook

te recht in zijn catechetische uit-

eenzetting van den 7en

Zondag van den Heidelberger „Noch menscheUjk, noch GoddeUjk geloof kan bestaan, of er is eene overtuiging des gemoeds van de waarheid der zaken die men gelooft. Want waar dit niet is, is geen geloof, het is maar eene gissing, eene veronderstelling en eene inbeelding, maar geen geloof."

De

:

Catechismus zelf zegt het uitdrukkelijk, en dat raakt is een stellig weten en

het wezen des geloofs, dat het geloof

een vast vertrouwen.

Het

geloof, zal het geloof zijn, heeft

met het

stellige

en

vaste te doen.

Het geloof

is

niet

een voorzichtig „achten", waarbij men Het is niet een denken, in den

zegt: ik acht het raadzaam. zin:

„Ik denk het maar zoo." Allerminst

is

het synoniem

met

meenen, alsof geloof en meening op voet van gelijkheid zouden staan. Dit laatste reeds daarom niet, omdat het woord „meenen" gebezigd wordt van denkbeelden die bij den persoon zelf ontstaan, (wie zich bescheidener uitdrukt zegt ik vermeen) en meening zooveel als een „eigen gedachte" is. Geloof :

daarentegen heeft niets met eigen meening, maar met het getuigenis van een ander te doen.

Geloof

men

is

„vast voor

verton wen

stelt,

waar houden wat een ander,

in wien^

getuigt". Richt het geloof zich op

Gods

getuigenis, dan heet het Goddelijk geloof; aanvaardt het eens menschen getuigenis, dan wordt het menschelijk geloof

Maar

dit het karakteristieke van het op het woord van een ander, dat men eens anders woord stellig voor waar houdt en er vast op vertrouwt. Het ligt in den aard der zaak, dat „stellig vleten'" en „vast vertrouwen" in het geloof onafscheidelijk aan elkaar ver-

geheeten. geloof,

dat

bonden

zijn.

het

Zoo

altijd

is

afgaat

zelfs,

dat ook in onze taal het

woord geloof

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 180

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's