GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 365

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 365

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ZOON.

363

openbaarde, een eigen Persoon of Zelfstandigheid

in Christus

De VaDe bekende

was, en als zoodanig van den Vader onderscheiden.

Hem,

der spreekt tot

Hij spreekt tot den Vader.

woorden „alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijnen Vader en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon," uit Matth. 11 27, wijzen op een fiersoneelc onderscheiding. Psalm 45 8 „Daarom heeft U, o God, uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uwe medegenooten," kan zonder deze onderscheiding in Godde:

;

:

:

lijke

Personen nimmer

:

in zijn diepsten zin verstaan

worden.

Deze eigen, zelfstandige Persoonlijkheid, die Zich in Christus maar ook, afgedacht van de Vleeschwording, leeft en bestaat in het Eeuwige Wezen Gods en, vanwege openbaarde,

Tweede

Persoon in de Heilige Driede orde, de eenheid genoemd wordt, komt in de Heilige Schrift, ter nadere aanduiding, onder verschillende benaming voor. Paulus spreekt bij voorkeur van het Beeld Gods. II Cor. 4:4: Hebr. 1:3: „alzoo Hij „Christus, die het Beeld Gods is" ;

is

het afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld

Van den mensch wordt gezegd.dat naar het beeld Gods geschapen is, maar van den Zoon, dat Hij het Beeld Gods is, welk verschil veel inheeft, en beduidt, dat de Zoon algeheel en ten volle het Beeld des Vaders is, en als volmaakt Beeld den Vader volkomen en volmaakt wedergeeft, zoodat Hij is het afschijnsel Zijner Zijner zelfstandigheid."

hij

heerlijkheid, en het uitgedrukte

en dat

in

Hem

Beeld Zijner zelfstandigheid,

al de volheid der Godheid lichamelijk woont.

Het wil zeggen, dat het den Zone Gods, in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof is Gode evcngelijk te zijn (Filipp. 2 en het verklaart, vanwege de absoluut 6), volkomen gelijkenis van het Beeld met Hem wiens Beeld Hij is, dat, als Filippus vraagt: „Toon ons den Vader, en het is ons genoeg," de Heere antwoordt: „Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien." (Joh. 14 9.)

(Col.

2

:

9.)

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 365

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's