GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 355

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 355

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:;

DE VADER.

353

van schepping, want God is de „Vader der geesten" (Hebr. en „alle goede gave en alle volmaakte gift is 12 9), van boven, van den Vader der lichten afkomende" (Jak. 1 17); want wij hebben „maar éénen God, den Vader, uit Welken alle dingen zijn, en wij tot Hem" (I Cor. 8 6). Vervolgens die van bescherming en onderhouding, Matth. 6:8: „Uw Vader weet, wat gij van noode hebt, eer gij Hem bidt," en Matth. 7:11: „Indien dan gij, die boos zijt, weet uwen kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden !" En eindelijk die van regeering en bestiering, weshalve wij Hem hebben te ontzien en onderworpen te zijn: „Wij hebben de vaders onzes vleesches wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onder:

:

:

worpen

zijn,

en leven?" (Hebr. 12

:

9.)

Naast den Vadernaam van den Drieëenigen God openbaart de Heilige Schrift, zoo in het

Oude

als in het

Nieuwe

Testament, zeer bijzonder den Vader als Eersten Persoon van de Heilige Drievuldigheid, en als zoodanig in gansch eenige betrekking tot den Zoon en den Heiligen Geest. De profeet Nathan, David kond doende van Christus' geboorte om den Naam des HEEREN een huis te bouwen, zegt, met betrekking tot dien Christus Gods: „Ik zal Hem zijn tot eenen Vader, en Hij zal Mij zijn tot eenen Zoon." (II Sam. In Psalm 89 27 betuigt Christus: „Gij zijt Mijn 7 14.) Vader", en in Ps. 2 7 verhaalt de Vader van het besluit „Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd," waaruit blijkt, dat hier sprake is van het Vaderschap in gansch eenigen en bijzonderen zin van den Vader, die, in het Goddelijk Wezen onderscheiden, Vader is van den Zoon, en dus als Persoon Vader wordt genoemd. :

:

:

:

Kennisse Gods.

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 355

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's