GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 63

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

DE INGESCHAPEN GODSKENNISSE.

6l

godsdienst zijn ontstaan aan priesterbedrog te danken heeft

om

volk

het

toom

in

te

houden,

merkwaardig, dan

is te

dat wij het hier niet zouden bijbrengen. Hij zegt in het zoozij (de priesters) dit nergens de menschen zouden hebben kunnen verkrijgen, indien hunne harten niet te voren met dit standvastige en zekere besef van eenige Godheid waren ingenomen geweest".

even aangehaalde hoofdstuk, „dat

bij

Als de in het

ziel

van God

hoort,

is

er onmiddellijke aansluiting

menschenhart, dat diep-innig van

nature er op aangelegd

heet

die

aan,

in

kennis

een

is

natuurlijk;

God

zij

te gelooven.

nietigt

de mensch

als

de gedachte aan God

hij

zijn

God

om God te leeren doet zijn

Doch

uit zijn ziel

van

geen geweld omgekeerd ver-

ziel

juist

natuur en verkracht

gevoelt, en

kennen. Daarom

hij zijn

conscientie,

poogt

te

bannen.

Deze gedachte wordt ook in den Heidelbergschen Catechisuitgesproken. Als in Zondag III gehandeld wordt over de schepping van den mensch naar den beelde en naar de gelijkenisse Gods, dan wordt als doel daarvan aangegeven „opdat hij God zijn Schepper recht kennen zoude". Dit houdt dus in, dat de mensch niet geschapen is met kennis, maar wel dat hij zóó geschapen is, dat uit zijn scheppingsordinantie voortvloeit dat hij de kennisse Gods kan verkrijgen,

mus

dat het tot zijn aard en natuur behoort

kennen.

Gelijk

zoo

schoon

in

Artikel

God II

recht te leeren

der

Confessie

de gedachte wordt aangegeven, dat God, de Onbegrijpelijke, Zich Zelven te kennen geeft, even keurig wordt in Zondag III van den Catechismus uitgesproken, dat de mensch niet geschapen is met kennis, maar wel zoo, dat hij van nature wege de rechte kennis van den eenigen waarachtigen God konde verkrijgen. Als het waar was, dat de mensch de kennisse in zich zelven had of van zich zelven verkrijgen kon, zou de openbaring in Natuur en Schrift niet van noode zijn, en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's