GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 289

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 289

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEERLIJKHEID HIERNAMAALS. Goddelijke

genade

tot

volle

285

ontplooiing en tot de rijkste

ontwikkeling te brengen. Het „daarna"

kwam

reeds uit in

het woord van den verheerlijkten Heiland na Zijn wóndervolle verrijzenis: „Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet

Vader." Al wat in de heerlijkheid de heerlijkmaking gegeven wordt, deze aarde, die onder den vloek ligt, en kan zich

opgevaren besloten

tot

ligt,

Mijnen

of met

schuwt eerst dan met het menschenkind gemeenzaam maken, als er weer gerechtigheid op de aarde zelve woont. Dat gevoelde ook een Paulus, die van deze twee gedrongen werd, hebbende begeerte om ontbonden te worden en

met Christus hij

dat

wist,

te zijn, in

want dat

is

zeer verre het beste.

Maar

het vleesch te blijven toen noodiger was.

Dat gedrongen worden naar de lieflijkheên van het eeuwig, zalig hemelleven is vrucht van Geestes werking. Immers als Paulus in II Cor. 5 daarvan melding maakt en spreekt over het gebouw dat wij van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen, en dan gewaagt van het „zuchten in dezen, verlangende met onze woonstede die uit den hemel is, overkleed te worden," dan laat hij

heeft

is

daar toch op volgen: „Die ons tot ditzelve bereid God, die ons ook het onderpand des Heiligen Geestes

gegeven heeft." Zonder daar thans verder op in te gaan, willen wij er toch nu reeds op wijzen, dat het verlangen naar de eeuwige heerlijkheid ook in de hemelen daarboven bij de gezaligden zich krachtig blijft uiten. Wij lezen van de zielen onder het altaar, die roepen met een groote stem, zeggende „Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerscher, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op aarde wonen?" En de Geest en de Bruid zeggen immers: Kom! En heel de Kerk, ook die reeds verlost en ingegaan is, bidt zonder ophouden Ja, kom, Heere Jezus Het wacht alles op Christus' wederkomst op de wolken. :

:

!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 289

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's