GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 131

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZUIVERE ONTWIKKELING. (CHRIST. THEÏSME.)

129

begin tot het einde toe" (Pred. 3:11). Die band ligt in den zegen die van God afdruipt, want „de mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond

Gods uitgaat" (Matth. 4 4), want spijs en drank zijn geen goden om zelven te voeden, kunnen zonder God ook niet voeden, maar de zegen is de voedende kracht, die als het woord uit Gods mond uitgaat. Die band ligt ook in den zegen op den arbeid, want vergeefs arbeiden de bouwlieden, zoo de HEERE het huis niet bouwt, vergeefs waken de wachters, zoo de HEERE de stad niet bevrijdt. De Pantheïst weet nooit van een „zegen die afdaalt", omdat alles God is. De Deïst nog minder God daalt nimmer af. De zegen Gods is het geheim van het Theïsme, en Israël toebetrouwd, door de Christenheid beleden als te zijn de band die God en het schepsel verbindt. Die band ligt in Gods liefde, omdat Hij zich niet onbetuigd laat, maar, goed doende van den :

:

hemel, ons regen en vruchtbare tijden geeft, vervullende onze harten met spijs en vroolijkheid. (Hand. in

ligt

Gods

want „in De mensch

leven,

Hem

14

:

17.)

leven wij, en

Die band

bewegen

God, maar zonder God kan hij niet leven, zelfs niet bestaan zijn leven rust in God. Valsch is het beeld van den Deïst, alsof God, na het Heelal te hebben voortgebracht, zich daaruit zou hebben teruggetrokken, evenals een technicus een machine vervaarons, en zijn wij".

is

niet

;

digt en verder er niet naar omziet. Integendeel, de Schepping,

haar geheel,

in

veeleer een huis, waarin

is

God woont. De

woning vereenzelvigen, de Deïst eigen huis. Maar de Christelijke Theïst weet, dat het Heelal wel de woning Gods, doch niet God zelf is óók, dat God in Zijn woning verkeert, dat Hij Pantheïst zou Inwoner en

bant den Eigenaar

uit Zijn

;

hemel en spansel

aarde

Zijne

vervult:

tente,

de hemel

zon en

maan

is

zijn

Zijn troon, het uit-

Gods getuigen,

op

't

hoogst vereerd dat

Kennisse Gods.

zij

hot

wolken Zijn wagen, hun Koning dragen. Zijns is het

starrenheir Zijn schitterend sieraad, de

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's