GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SCRIPTIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCRIPTIES

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ruth M.M. Hoogewoud-Verschoor, Van zending tot gesprek ? De laatste jaren van de Nederlandsche Vereeniging voor Israël, 1931 - 1942, en het begin van de Hervormde Raad voor Kerk en Israël, 1942 - 1945, doctoraalscriptie Theologische Faculteit Universiteit van Amsterdam, 1982.

De studie beschrijft de laatste tien jaar (1931-1941/42) van de Nederlandsche Vereeniging voor Israël die zich van 1861 af had beijverd voor haar tweeledige doelstelling "Israël tot Christus te brengen en de Christenen op hunne roeping ten opzichte van Israël te wijzen" (zie voor de beginjaren der vereniging: H. Wielenga, Evangelieverkondiging onder de Joden in Nederland in de eerste helft van de 19e eeuw. Verkenning en Bezinning XV, 1981).

Na een historisch overzicht (waarin ook aandacht wordt besteed aan de zendingsvereniging Elim en de Gereformeerde Jodenzending) volgen een beschrijving van de aktiviteiten der vereniging, een inhoudsanalyse van het maandblad De Hope Israëls - met name van de artikelen van W. ten Boom, die als zendeling-predikant van 1925 tot de opheffing het gezicht der vereniging bepaalde. Ten Boom had zeer uitgesproken opvattingen over de "wereldroeping" van het joodse volk ("zendingsvolk bij uitstek"), over het anti-semitisme, het zionisme etc.

Een apart hoofdstuk is gewijd aan de soms zeer heftige reakties van joodse zijde op de christelijke zending.

Het laatste hoofdstuk handelt over de oorlogsjaren: de gedwongen opheffing (op last van de bezetter) van zowel de vereniging Elim als de Nederlandsche Vereeniging voor Israël in resp. 1941 en 1942 en het overnemen van de werkzaamheden en de werkers van beide verenigingen door de Hervormde Raad voor Kerk en Israël. Deze Raad was na enkele voorbereidende vergaderingen in januari en februari 1942 door de Synode der Nederlandse Hervormde Kerk in april 1942 ingesteld.

In de epiloog wordt nader ingegaan op de vraag of in de eerste jaren na de oorlog de Raad voor Kerk en Israël de periode van zending en evangelisatie afsloot en de weg naar gesprek en ontmoeting insloeg.

De voornaamste bronnen voor het onderzoek waren: het maandblad De Hope Israëls; voor de joodse reakties o.m. het Nieuw Israëlitisch Weekblad en het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland. Voorts archiefmateriaal uit o.a. het Gemeentearchief van Amsterdam, het Archief van de Nederlands Hervormde Kerk en het Archief van de Hervormde Raad voor Kerk en Israël.

Het adres van drs. R.M.M. Hoogewoud-Verschoor is:

Watermuntlaantje 6 1121 BK Landsmeer telefoon 02908 - 1184

C. Bouman, Het zondebegrip bij Spinoza en Scholten - een vergelijking, doctoraalscriptie godsdienstwijsbegeerte (o.l.v. drs. Th. Zweerman te Utrecht en prof. H.G. Hubbeling te Groningen).

Enkele lijnen uit deze scriptie zijn:

- de kern van de vergelijking ligt in de briefwisseling met Blijenbergh en deEthica boek 4 enerzijds, en de vier drukken van De Leer der Hervormde kerk aan de andere kant;

- bij Spinoza bestaat zonde/kwaad niet, "ontstaat" ze door vergelijking, is zeverhindering in haar "werken" (in afwijking van standpunt G. Deleuze);

- binnen de gedetermineerdheid is er voor de mens een weg tot vrijheid: deeigenlijke weg is die der kennis, het inzicht; er is een tweede, toeleidende, weg der gehoorzaamheid, ver aan de eerste ondergeschikt;

- determinisme bij Spinoza is dynamisch van aard; men dient ze te beschrijven in termen van een kwantitatieve ethiek, daarbij in het oog houdend dat het om kwalitatief bepaalde kwantiteit gaat;

- opmerkelijk is dat er tussen de kennisniveau's onder het aspekt van deduur discontinuïteit én continuïteit is, en in omgekeerde richting continuïteit én discontinuïteit onder het aspekt van de soort kennis;

- doel van Spinoza is een anthropodicee;

- bij Scholten is er wel verschuiving van dualisme naar monisme, maar beidebenaderingen blijven van begin tot einde aanwezig;

- de mens is bestemd tot vrijheid (noodzakelijk), en hij is potentieel vrij(wilsaspekt);

- zonde staat in dienst van God, vindt oorsprong in Gods plan, maar niét inGod zelf; het is een niet-zijn dat bij de mens een nog-niet-zijn aanduidt; zonde hoort niet bij de natuur van de mens; God ziet de mens aan op wat hij eens zijn zal; zonde is prikkel om verder te komen (= actueler te wonden);

- Jezus is model en grond van deze actualisering; Jezus is de zichtbaar geworden immanente kracht in het onomkeerbare proces der menselijke rechtvaardiging;

- het gaat Scholten om een theodicee;

- vergelijking: nogal wat overeenkomst in de formele terminologie; inhoudelijk is Scholten géén Spinozist (zijn eigen visie, en die van anderen, ten spijt); - het meest duidelijk te zien in de harmoniegedachte die beiden vertegenwoordigen: bij Spinoza IS er harmonie, die dan zo wordt ingevuld dat ze tot een dynamische levenshouding voert; bij Scholten is er een eschatologische harmonie die zo wordt ingevuld dat alle tijd tot een stilstaand moment wordt en men eerder tot een statische levenshouding komt;

- beiden zoeken een weg der vrijheid voor de mens en zijn handelen; bij beiden zijn er - binnen hun stelsel - zeer kritische vragen te stellen naar de voorzienigheid Gods en naar de uitverkiezing;

- verschil en overeenkomst tussen beiden zijn terug te brengen op het verwerken van hetzelfde gedachtengoed in filosofische termen (Spinoza) en het inbrengen in een theologisch kader (Scholten).

Het adres van ds C. Bouman is: Kiebeukel 15, Gulpen

H. Gilhuis, De sociale kwestie in A. W. Bronsveld's kroniek in 'Stemmen voor Waarheid en Vrede' (1868-1924), doctoraal-scriptie kerkgeschiedenis Vrije Universiteit Amsterdam.

Meer dan vijftig jaar schreef Bronsveld zijn vermaarde kroniek in het tijdschrift 'Stemmen voor Waarheid en Vrede', spreekbuis van de ethische richting. Een van de onderwerpen die daarbij geregeld aan de orde kwamen was de sociale kwestie.

In de scriptie worden de verschillende wegen beschreven die ter oplossing van dit vraagstuk werden aangegeven. De weg die Bronsveld wees was duidelijk: de kerk had rijken en armen op te roepen tot persoonlijke bekering en levensheiliging; de prediking van de liefde van Christus in woord en daad zou veel leed verzachten en de arbeider helpen zich te verzoenen met zijn maatschappelijke situatie. De standenmaatschappij werd dan ook door hem vanuit een statische scheppingstheologie principieel aanvaard.

Dat Bronsveld hierin representatief was voor de kerk van zijn tijd wordt aangetoond door in te gaan op de uitspraken van de synode der Nederlandse Hervormde Kerk over de sociale kwestie en de maatschappij-beschouwing van de Inwendige Zending.

Het adres van drs. H. Gilhuis is: Bekkerveld 34, 6417 CM Heerlen.

Telefoon 045-716303.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1983

DNK | 51 Pagina's

SCRIPTIES

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1983

DNK | 51 Pagina's