GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Door den Kerkeraad der Ned. Geref.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door den Kerkeraad der Ned. Geref.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door den Kerkeraad der Ned. Geref. Gemeente te Amsterdam is onderstaande Oproepingsbrief verzonden, waarbij de leden der Gereformeerde kerken in Nederland worden verzocht op 11 Jan. e. k. naar de hoofdstad te willen komen, om te overleggen wat ons in dezen nood der kerk te doen staat.

Zeker is het jaargetijde hoogst ongunstig voor zulk een sa^mkomst. Maar toch uitstel was onmogelijk. En bovendien, als het om de kerke Gods gaat, wie zal zich dan door de koude en de korte dagen laten afschrikken?

Er moet thans gehandeld worden.

Het stuk luidt aldus:

Aan Opzieners en Leden van de Nederduitsche Gereformeerde Kerken.

Geliefde Broeders en Zusters Heere Jezus Christus! in onzen

De Kerkeraad der Nederduitsche Gereformeerde Kerk te Amsterdam (thans doleerende) heeft het zijne roeping geacht, een Kerkelijk Congres tegen den uden Januari ek. naar Amsterdam saim te roepen.

Wat hem hiertoe noopt, bleef u geen geheim.

Ook de Kerk van Amsterdam deelde het lot van elke Kerke Christi, dat ze bestemd is om op aarde aan menigerlei gevaar van verbastering en aan menigerlei gevaar van verdrukking bloot te staan.

Reeds bij haar opkomen in de veertiende eeuw zag ook onze Kerk zich in droeve banden van Kerkelijke Hiërarchie bekneld, die de vrije ontwikkeling van haar leven belemmerden, en nauwelijks had ze in 1578 »dil misbruyck met al den aankleve van dien uit Godes Kerke afgeschaft, " of reeds in de eerste jaren der daarop volgende eeuw zag zij zich opnieuw bedreigd door de Arminiaansche doling en de strikken van het Remonstrantsche Kerkregiment. Toch gelukte het haar om die gevaren te boven te komen, en liam ze sinds dien tijd en tot het einde der vorige eeuw veelszins in bloei toe.

Doch, helaas, toen verdorde haar geestelijk leven; de kracht en de volheid des Heiligen Geestes wierd steeds minder in haar gezien; zoo verzwakte haar weerstandsvermogen; haar kerkelijke veerkracht verslapte; de prikkel van geestelijke zuiverheid wierd afgestompt; en in dien ontredderden toestand was ze een maar al te lichte prooi voor de tweede Hiërarchie, die, nu in Synodalen vorm, in 1816 opkwam, en ook haar, in weerwil van haar protest, de koorde om den hals sloeg.

En ook nu, evenals de vorige maal, groeide deze Hiërarchische giftplant slechts langzaam op, zoodat het lange dagen zelfs scheen, als bood ze ons een weg van vaster regel en meerdere orde.

Maar toen deze booze plant van lieverlee tot machtiger ontwikkeling geraakte, toen drong haar gif, helaas, allengs in heel ons kerkelijk leven door, en er is thans niet ééne inrichting, niet ééne enkele vertakking van het kerkelijk leven te dezer stede, er is niet één huis of hart, dat tot onze Kerk hoort, of het heeft, ongemerkt, door de noodlottige en heillooze werking van deze Synodale Hiërarchie onberekenbare schade geleden.

Dit duurde tot de Heere onze God allengs veler oogen voor dit zoo bedenkelijke kwaad opende, en hierdoor een weerstand in het leven riep, die eerst geestelijk in den gebede, en toen bij de machthebbenden door protest en klacht betoond, eindelijk al meer het besef deed opwaken, hoe het gehoorzamen aan deze Hiërarchie uitliep op een willens en wetens verloochenen van onzen Koning en onzen Heer.

Zoodra de Kerkeraad dit begon i^ te zien, sloeg hij tastend, en dies vaak mistastend, elk pad en eiken weg in, om, op wat wijs dan ook, aan dezen zondigen en onhoudbaren toestand een einde te maken, en den ban, die op onze Kerk lag, weg te nemen, door zich weer te onderwerpen aan den regel van Gods heilig Woord.

Maar juist hierdoor is dan ook, gelijk te voorzien was, een Conflict ontstaan.

Jongelieden, van wie een ieder hier in Amsterdam wist dat ze Modern waren, wilde men ons dwingen tot het H. Avondmaal des Heeren toe te laten; en toen we op wat gebrekkige en zwakke wijze dan ook, verklaarden dit niet te mogen doen; en wij om onze Kerk voor verwoesting te bewaren, oordeelden dat de Kerkvoogdij, zoo de Kerkeraad ter oorzake van zijn opkomen voor Gods Woord, bemoeilijkt wierd, deswege dien Kerkeraad niet mocht verlaten noch verloochenen; is de gebetenheid der Synodale Hiërarchie met zulk een weergalooze feilheid tegen ons losgebarsten, dat ze, gelijk nu van achteren blijkt, van meet af onze ambtelijke ter dood veroordeeling voorhad.

Dien storm ziende aankomen, heeft de Kerkeraad van Amsterdam toen voet voor voet het Bestuurs-en Beheersterrein aan de Synodale Hiërarchie betwist, en zich tot geen doorhakken van den knoop gerechtigd geacht, zoolang niet op elk punt en ten einde toe gebleken was, hoe de Synodale Hiërarchie in geheel hare Organisatie, welbewust en principieel, tot de uitdringing en afsnijding van de Gereformeerde belijders uit de Gereformeerde Kerken had besloten.

Thans echter mocht de Kerkeraad niet langer aarzelen. Het kwaad lag nu in zijn wortel blootgewoeld. De Synodale Hiërarchie was thans in haar zondig streven tegen de eer van Jezus' Koningschap voor ieders oog openbaar geworden. En daarom heeft de Kerkeraad toen terstond de hand gelegd aan de reformatie der Keik en het juk der Synodale Hiërarchie afgeworpen.

Hiermee echter is niet genoeg gedaan.

Met de Synodale Hiërarchie had toch niet enkel dü Kerk te Amsterdam, maar hebben alle Kerken des lands saam te rekenen. Door een gemeenschappelijke zonde hebben we saam den toorn des Heeren ingeroepen. Door een geesteloosheid die aller was, hebben we saam nu zeventig jaar den prikkel nooit sterk genoeg gevoeld, waarmede deze Synodale Hiërarchie het Koningschap van Jezus te na kwam. De aanval dien de Kerk van Amsterdam dit jaar doorst< Jnd, was niet op haar alleen, maar op heel de Gereformeerde Gezindheid gemunt. In het vonnis tegen haar geveld, zijn alle onze Kerken getroffen. En ook, nu onze Kerk in de hoofdstad het hoofd weer opbeurt, mag ze niet als Kerk op zich zelve staan, maar moet ze de van God gewilde en verordineerde levenseenheid en belijdenisgemeenschap met al wat van het Lichaam des Heeren in dezen lande openbaar wierd, onverwijld werken doen.

Het is niet genoeg dat de Kerk van Amsterdam, op het goede voetspoor van de Kerken van Voorthuizen c. a. zelve het Synodale juk afwierp. Al onze Kerken moeten tot deze zelfde daad komen. Wie kan, reeds nu. . Wie nog niet kan, dat zij er voor rijpe. Maar in gehoorzaamheid aan 's Heeren Woord en in den drang der liefde mochten wij niet rusten, eer de poging algemeen ware gemaakt, om al onze Kerken, waarmede we saam één geheel vormen, tot gelijke verlossing uit te brengen, en inmiddels orde en goede regelmaat te bewaren in den chaos die ontstaan kon.

De Kerkeraad van Amsterdam bedoelt daarom overleg met de broederen uit heel het land, om te onderzoeken, op wat wijze de eere van Koning Jezus weer alom hersteld kan worden, en door wat middelen het waarachtige Kerkverband weer naar eisch van Gods Woord in ons midden zal kunnen bloeien.

Voor een synodaal Convent was het nog de ure niet. Zoo wij hopen, zal ons zulk een kerkelijk Co ivent door deze samenkomsten worden voorbereid. Maar thans zou dit de beweging binnen te enge perken hebben besloten.

En juist dit mag niet.

De beweging moet algemeen worden en met aller toestand rekenen.

Een tweede scheiding ware thans zeer gemakkelijk geweest; maar juist dat wilden we niet.

We laten onze Kerken niet los, maar willen worstelen tot in ons bloed, om niet te rusten, eer al onze Kerken uit de Hiërarchische strikken verlost zijn.

Het , , Eere zij God!" hebben de hemelsche heirscharen ons nog pas op het Kerstfeest toegezongen, en tot die Eere voor onzen God moet het ook in onze Kerken weer komen.

Het moet en mag niet zijn, een opkomen voor de Amsterdamsche broederen. Het kan en behoort niet te zijn een opkomen voor eigen rust en vrijmaking in uwe steden en dorpen. Neen, de grondtoon van het lied Hammaalóth, waaronder we optrekken, moet wezen, dat de Gereformeerde Kerken van Nederland aan Jezus als haar Heer en Koning moeten teruggegeven!

En om dien toon over heel ons land van de Lauwerzee tot aan de Schelde te doen weerklinken, daartoe en daartoe alleen roepen we u op.

Ons program, dat in de bladen publiek is

gemaakt, zegt u duidelijk, wat in de bijzonderheden van dit Congres u belangstelling kan inboezemen. Vergunt ons daarheen dan te verwijzen.

Maar geve de Gereformeerde Gezindheid dan ook alom in den lande, op onze roepstem een helderen weerklank.

Komt naar de hoofdstads uws lands, mannen broeders! Als broeders saam in één belijden vereend, en als mannen door God vaardig gemaakt tot belijden en tot handelen.

Heiligt u voor onze samenkomst door veel smeeking en veel verootmoediging voor het aangezicht des Heeren.

Komt niet in hoogheid des harten, om wrake over de Synodale Hiërarchie uit te roepen, maar in nederigen gemoede, wetende hoe licht we weer alles konden verderven.

En zij het dan van den Koning aller koningen afgebeden, dat Hij door zijn genade den glans zijner zalige heerschappij weer over ons doe opgaan, en dat het Hem believe ook dit Congres genadiglijk voor de eere zijns Naams te gebruiken.

De Kerkeraad van Amsterdam,

B. VAN SCHELVEN, Praeses.

D. J. KARSSEN; Scriba.

Amsterdam, 3 Jan. 1887.

Voor de „Genoodigden" is hieraan onderstaand schrijven toegevoegd :

Waarde Broeder!

Onder toezending van bijgaanden Oproe-pingsbrief, komen we ook U vragen, of Gij als'Genoodigde het Congres wilt komen bijwonen.

Gij hebt dan bij een der Boekhandelaren, die in onze advertentie zijn aangegeven, een Toegangsbiljet van roode kleur te koopen tegen den prijs van ƒ i, ten einde de kosten van het Congres te helpen dekken.

De Boekhandelaar zal daartoe deze Uitnoodiging behooren te zien.

Tot het noodigen van enkelen uit iedere plaats moesten we wel overgaan, opdat niet eenige honderden broeders uit Amsterdam alle beschikbare ruimte zouden innemen, maar heel het land vertegenwoordigd kon zijn.

Om deze reden hebben dan ook alleen de Genoodigden, zonder verlof van het Bureau, toegang tot de Sectiën, zullen er voor hen plaatsen gereserveerd zijn, en hebben zij stem en recht van advies.

Wees daarom zoo goed per ommegaande aan den heer Jb. van Oversteeg, Keizersgracht 162, te melden, of wij Uwe komst mogen te gemoet zien.

Alsmede of Gij verlangt dat wij voor logies voor U zullen zorgen. En zoo ja, of Ge dit gratis verlangt, of tegen betaling.

Alle verdere inlichtingen vindt Gij in het boekje dat aan het Toegangsbiljet vast zit.

Het Comité,

P. VAN SON.

H. W. VAN LOON.

A. KUYPER.

F. L. RUTGERS.

S J. SEEFAT.

W. H. VAN SCHAICK.

Amsterdam 4 Januari 1887.

Voor de „Genoodigden" zijn dus een apart soort Toegangskaarten van roode kleur, insgelijks ad/ I, verkrijgbaar gesteld. Nie mand, zelfs niet de leden van het Bureau, komen er gratis, daar zulk een Congres ongelooflijk veel kost en al zijn onkostc? uit de gelden der toegangskaarten bestrijden moet.

Genoodigd zijn niet diegenen aan vf\& men met deze noodiging zeker blijk van eere of dank of vertrouwen of waardeering wilde geven, zoodat de niet-genoodigden eenigszins achter zouden staan.

Neen, »genoodigd" zijn alleen diegenen, die op eenige wijze aan de voorbereiding voor het Congres hebben deelgenomen, en zich bereid hadden verklaard, om in de plaats hunner woning er zich eenige moeite voor te geven.

Eigenlijk dus alleen de correspondenten. Maar overmits men den naam correspondenten alleen van een vaste Veieeniging kan gebruiken, heeft men voor het Congres deze broederen slechts Genoodigden genoemd.

Uit verreweg de meeste plaatsen is dan ook slechts één broeder genoodigd en slechts uit grootere plaatsen twee ol drie.

Het gezamenlijk aantal Genoodigden bedraagt niet meer dan 600.

Meer kon niet, omdat al de Sectie-lokalen weinig meer plaats opleveren, en toch neg ook enkele «ïVAgenoodigden in de Sectiën zullen moeten worden toegelaten.

Mochten er echter dorpen zijn, waaruit nog niemand genoodigd is, dan haastemen sich om terstond eene mtnoodi^ing aan te vragen bij den heer Jab. Oversteeg, Keizersgracht 162, Amsterdam. Zie de advertentie .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Door den Kerkeraad der Ned. Geref.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's