GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Merkwaardig is de wijze

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Merkwaardig is de wijze

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Merkwaardig is de wijze waarop in de Prot. Noordbr. de beantwoording van den brief van Ds. Merens wordt voortgezet. We lezen daar:

Dr. Merens wil »eene officieuse Synode bijeenroepen, samengesteld uit afgevaardigde leeraren en oudsten van Kerkeraden, die kerkherstel op den grondslag der Bijbelsche heilswaarheid willen; " deze zou dan opmaken »eene reeks van korte stellingen, waarin allereerst het volstrekte gezag van Christus met dat der Apostelen en Profeten, in zaken het Koninkrijk Gods betreffende, werd uitgesproken, en daarbij aangegevefi wat vien diensvolgens als tot zaligheid noodzakelijk aannam, zoodat naturalisme, arianisme, pelagianisme enz. werd uitgesloten." Wij kunnen niet alles herhalen en verwijzen onze lezers naar den brief zelven, maar mogen, om hare merkwaardigheid, ook de volgende zinsnede niet onvermeld laten: ^zoodanige korte belijdenis zou dan ook wel van zelf zulk een in goeden zin Gereformeerde tint hebben verkregen, dat zij in overeenstemming zou geweest zijn met het bekende lied: Niets, niets van ons, maar 't al van Hem!”

Deze laatste zinsnede noemden wij merkwaardig. Zij verraadt geheel de zwakheid van het gebouw. AVij verlangen eene belijdenis, die de geloofsuitdrukking is van een naarden Woorde Gods Gereformeerde en steeds zich reformeerende Kerk. Maar wat eene belijdenis met eene »in goeden zin Gereformeerde tint" beduidt, is ten eenenmale onverstaanbaar. Voeg er de gewoonlijk weggelatene, maar niettemin wezenlijke woorden «naar den Woorde Gods" eens bij, en zie welken... zin gij krijgt! Waarlijk, wij hebben van stinten" meer dan genoeg!

Of is dit slechts een min gelukkige uitdruk-, king? Welaan, laat ons dan zien, wat Ds. M. in nauwkeuriger woorden ons voorstelt. Lees de aangehaalde zinsnede aandachtig, en gij zult er de Schriftbeschouwing in vinden, waarin vele ethischen, doch waarmede_/V«V^ de Gereformeerden, nocli die van de 16e noch die van de 19e eeuw, zich vinden kunnen. Ds. Merens doet gelijk bijkans alle predikanten in de Ned. Herv. Kerk doen. Hij. stelt zijne inzichten als normatief; als iets dat van zelf spreekt; wie daarmee niet meegaat mist eenvoudig »goeden wil." Hij neemt dat echter niet te nauw; alleen ketters met bekende benamingen sluit hij uit, zet daar achter een enz., en meent dat nu alles wel van zelf zal loopen. Zijn onder dat „enz." de Remonstranten ook begrepen, juist zij dus, waarover geheel de strijd in de i6e eeuw ging, een strijd, dien geen kenner der geschiedenis thans meer onbeduidend zal noemen? Neemt hij de Remonstranten mee, dan blijft de strijd; neemt hij hen niet mee, zullen zij zich dan niet op zijn eigen formuleering beroepen? Zegt hij — de Remonstranten hadden zoo'n ongelijk niet, dan mag toch aan een ordelievend man als Ds. M. gevraagd worden, of dan het wereldberoemd Kerkelijk vonnis, dat door de beste theologen onder de Gereformeerden mee is gewezen, niet eerst behoorde vernietigd te worden? En zoo hij dat niet noodig acht, waarom hij dan zich wel houdt aan de Kerkelijke uitspraken over de Arianen, Pelagianen en de anderen die hij onder eiiz. rangschikt?

Waarlijk, niemand kan, dunkt ons, zich over die «officieuse Synode'' eenige illusie makeui Zekerlijk zou men eenigen er van uitsluiten. Maar ook slechts zeer weinigen. De spraakverwarring zou dan eerst recht beginnen, en, juist omdat de formule zeer ruim bedoeld werd, ieder zich over zijne uitsluiting uitermate gebelgd toonen. Met dat gevolg dat men, om des lieven vredes wille, de belijdenis volgens de door Ds. M. aangegeven methode, steeds skorter" en «korter" zou maken, tot er zoowat precies hetzelfde oveiileef als thans, of nog wat minder.

Doch wij moeten ons bekorten, en gaan over tót het tweede deel van Ds. M's. voorstel. Aangenomen, dat de leeraars en oudsten .? * .9'^"^'^l"g eens worden, niettegenstaande . ZIJ bijeengekomen zijn zonder eenige zekerheid van gemeenschappelijken grondslag, dan vragen WIJ toch nog: met welk recht kwaamt gij bijeen, en sloot gy de anderen uit.» Beroept gij ^A °P ^""j ", ^^'^ "^^^ Algemeen reglement (de leer der kerk), dan moet gij allen, die de kerk heeft toegelaten, erkennen (stelsel der Modernen) of die, welke onder de leer verstaan de oude, Gereformeerde leer (de Gereformeerden dus). Elke andere grens is volslagen willekeur. Hij is noch historisch, noch wettelijk. Zijn vaststelling hangt af van het gevoelen der meerderheid van de bijeengeroepen leeraars, opgeleid zonder medewerking, buiten invloed der kerk!

Deze mannen, bijeenkomende op een grondslag, waarop niet vooraf de gemeente zich heeft kunnen plaatsen — want ook volgens Ds. Merens zijn de Kerkeraden thans niet bevoegd de gemeente aan iets anders te binden, dan aan de reglementen, — deze mannen zullen zich afs afgevaardigden van de Kerk beschouwen!

Doch goed; wij geven toe, dat bij regeling van den desolaten boedel van het Ned. Herv. Kerkgenootschap men niet al te nauw moet toezien op de qualiteit der lasthebbers. Eenige IN DEN VORM revolutionaire handeling is bij elke hervorming in Kerk en Staat onvermijdelijk geweest. Maar de eerlijkheid zal toch wel niet ter zijde mogen worden gesteld.

"Welnu. Is — hetgeen Ds. M. thans voorstelt eerlijk? — [wij zijn volkomen overtuigd van zijn goede trouw, doch juist daarom doen wij hem de vraag. Als men eerst een formule voor de Belijdenis heeft vastgesteld, zal men, zoo stelt hij voor, trachten de meerderheid te krijgen in de besturen; dan eene proponentsformule vaststellen, en de vreemde bestanddeelen tot heengaan nopen

De besturen zijn gekozen door belijders en niet-helijders, die beiden hetzelfde recht hebben in de kerk. En nu zal de meerderheid plotseling de minderheid uitsluiten!

Is dxt geoorloofd, dan mogen ook thans de Modernen hetzelfde doen, en, leervrijheid kerkrechtelijk bindend verklaren. Daarop is reeds door Prof. van Bonéval Faure gewezen. Op zeer goede gronden is zulk een handeling — zoodra men onder «leer" iets anders dan de oude belijdenisschriften verstaat—verdedigbaar. Is de leervrijheid eenmaal reglementair ingevoerd, dan zijn, naar Synodale beginselen, alle besturen onder die voorwaarde gekozen, en kan geen bestuur iets anders invoeren!

O. i. zou dit zijn een misbruik van macht; maar geen erger misbruik dan het middel, voorgesteld door Ds. M. en zoo vele andere Synodale mannen. Neemt men eenmaal aan, dat belijders eii niet-belijders stemmen mogen, en dat door hen gekozen \i^%\.\XMxii^x% ook in geestelij zin een Kerkbestuur in het leven roepen, (en dit nemen allen aan, die de reglementen bindend achten) dan gaat het niet aan de eene helft hun recht van bestaan in het genootschap te ontnemen.

Wij behoeven niet eens te spreken van de wijze, waarop zulk eene meerderheid feitelijk vaak verkregen wordt, om te doen gevoelen dat zulk eene wijze van kerkherstel alles behalve een ethischen indruk maakt. Eene kerk belijdt, en sluit juist daarom de niet-belijders uit. Maar een Bestuur., dat volgens de reglementen gekozen is door allen zonder onderscheid; door menschen, die volgens de reglementen om hun geloof en ongeloof niet mogen worden geweerd uit de Kerk., en dat dan overgaat met door een willekeurig gekozen^formule de helft zijner Committenten uit te sluiten van alle recht in het genootschap 't welk het te besturen heeft, kan o. i. voor de rechtbank der eerlijkheid niet bestaan.

En daarom is onze innige overtuiging, dat het door de Ethischen voorgestane stelsel van Kerkhervorming — daargelaten, dat het voor praktische uitvoering volkomen onmogelijk zal blijken, waarom dan ook de Modernen zich er niet in het minst om bekommeren — niet is een stelsel van recht, maar van willekeur.

De tegenstanders zelven zullen aan den steller van dit antwoord de eere kwalijk onthouden kunnen, dat hij zonder eenige partijdrift den zonderlingen voorslag geheel objectief heeft beoordeeld.

Wij voor ons zouden ons van critiek op zulke plannen ganschelijk onthouden. O, i. toch oordeelen ze zich zelf en leiden tot niets.

Nu echter een zoo bezonnen beoordeelaar de moeite niet te veel achtte, kan ook zulk een kalme terechtzetting doel treffen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Merkwaardig is de wijze

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's