GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kerken, die zonder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kerken, die zonder

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 25 Maart.

Voor kerken, die zonder en tegenover den fungeerenden Kerkeraad het werk der Reformatie ter hand moeten nemen, is door het Congres dit volgend model van een Adres, door den nieuw-gekozen Kerkeraad aan den Koning op te zenden, in gereedheid gebracht:

Aan Z M. den Koning.

Geven met den hoogsten eerbied te kennen, de ondergeteekenden, Opzieners en Armverzorgers van de Gemeente onzes Heeren Jesu Christi te , die op heden saamvergaderd waren onder voorzitting van den Wel Eerwaarden Heer , Bedienaar des Woods bij de Gereformeerde Kerk te , en die namens deze nagebuurde Kerk den Kerkeraad als Consulent ter zijde staat, tot tijd en wijle haar een eigen Bedienaar des Woords zal geschonken worden ;

dat in é£2££^ sinds onheuglijke tijden, waardit dorp van het tijdstip niet met volkomen nauwkeurigheid te bepalen is, eene Gemeente van onzen Heere Jezus Christus bestaat; dat ook deze Gemeente in de zestiende eeuw, evenals schier alle vaderlandsche Kerken, haar levensbeginsel bedreigd zag door de werking der loenmahge, naar Rome genoemde, Hiërarchie;

dat in dezen bedenkelijken toestand de belijders onzes Heeren Jesu Christi aan verschillende plaatsen ter redding van hunne Kerk uit dezen nood, zich verplicht hebben gezien, zich te onttrekken aan de bestuurders, die in naam van deze Hiërarchie het vrije leven der Gemeente onderdrukt hielden, en om krachtens het hun van Christus wege verleende recht door eigen aanwijzing andere Opzieners en Armverzorgers te doen optreden;

dat zoo ook de Gemeente te dezer plaatse, ondanks den tegenstand van het toenmalig Kerkbestuur, aanvankelijk van onnatuurlgke banden bevrijd en met hulpe van genabuurde Kerken gereformeerd zijnde, alstoen eeuwenlang onder een nieuw opgetreden Kerkbestuur, in organisch en confoederatief verband met de andere deelen van het lichaam des Heeren (vooral binnen de grenzen van ons vaderland) heeft geleefd en [zich in goeden welstand en niet onbelangrijken bloei heeft mogen verheugen ; hebbende ook zij zich daarbij geschikt onder de Kerkenordening, die door onderscheidene Nationale Synoden hier te lande vastgesteld en herzien is;

dat echter in dezen toestand, geheel buiten haar voorkennis en medewerking, eene aanmerkelijke wijziging is gebracht door dé invoering bij Koninklijk Besluit op 7 Januari 1816 van het Algemeen Reglement voor het Bestuur van de Hervormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden., waardoor, zij het ook bedektelijk, toch wederom een Hiërarchisch Kerkbestuur aan de Kerken dezer landen is opgelegd;

dat zij aanvankelijk het gevaar, dat hieruit voor haar levensbeginsel dreigde, niet heeft ingezien, en daarom jaren lang feitelijk onder deze tegen-Schriftuurlijke Kerkorde heeft verkeerd, en eerst van lieverlede de noodlottige werking hiervan, zoo in eigen boezem, als in de zusterkerken ontwaard heeft;

dat vooral in de laatste jaren, en in toenemende mate sedert het begin des vorigen jaars, de kennelijke toeleg van dit Hiërarchisch Bestuur aan het licht trad, om de Belijdenis, die toch grondslag van alle zichtbare Kerk is, op zijde te schuiven, gelijk dit bleek door de verandering van de Proponentsformule; door de gansch ergerlijke regeling van de toelating tot het heilig Avondmaal; door het benoemen van geheel ongeloovige personen tot hoogleeraren, om de Bedienaren des Woords op te leiden; door de huldiging van algeheele leervrijheid; door het altoos vrijspreken van hen, die tegen de Belijdenis reageerden; en niet het minst door het stelselmatig in het ongelijk stellen van hen, die voor het Belijdend karakter der Kerk opkwamen;

en dat waar deze verontrustende verschijnselen reeds afgezien van het jongste conflict, een steeds dreigender karakter hadden aangenomen en alzoo de eonfessioneele bodem van onder onze Kerken schier geheel weggleed, met name het jongste conflict op onwedersprekelijke wijze geopenbaard heeft, hoe geheel deze Hiërarchie, door zucht naar zelfbehoud gedreven, vijandig optrad tegen de handhavers der Belijdenis, en niet de verwerpers van. den Christus, maar zijn trouwe getuigen uitwerpt;

dat derhalve de belijders van onzen Heere Jezus Christus alhier zich op die wijze nogmaals geplaatst zagen voor geheel dezelfde ongelegenheid, als hun vaderen in den loop der zestiende eeuw tot handelend optreden noopte, en dat zij dientengevolge, de verplichting indachtig die hun door het ambt der geloovigen is opgelegd, zich geroepen zagen, om in hun voetspoor te treden en te handelen gelijk door hen is gedaan; — mogende zij onder geen voorwensel langer dulden, dat, met het Hervormd Genootschap, ook hi'inne Kerk ongemerkt geheel van d^n grondslag harer Belijdenis, gelijk die rechtens in haar Drie Formulieren van Eenigheid ligt, wierd afgeschoven, noch dat zij medeverantwoordelijk gesteld wierd voor de daden van ongerechtigheid en onchristelijken zin, die zich in geheel dit Hiërarchisch Kerkbestuur openbaarden ; zoodat zij met name niet op zich en hunne Kerk mochten laten rusten de medeverantwoordelijkheid voor de steeds voortgaande terzijdezetting van Gods heilig Woord, voor het verachten van Jezus' Koningschap, en voor het veroordeelen van zooveel onschuld, als waaraan deze Hiërarchie zich bezondigd heeft;

dat zij in dezen ernstigen toestand, en met deze roeping van het ambt der geloovigen voor oogen, begonnen zijn, naar luid artikel 45 der Emdensche Kerkenorde van 1571, met eikanderen te zoeken en saam de schuld hunner Kerk als hunne eigene schuld voor 's Heeren aangezicht te brengen, en wel verre van aanstonds buiten den voormaligen Kerkeraad om te handelen, veeleer begonnen zijn met zich tot dien Kerkeraad te wenden, met dringende bede om de Gemeente Jesu Christi aan deze plaatse toch niet te verlaten, maar, met afsnijding van de haar bedreigende Hiërarchie, haar levensbeginsel en daarmee haar bestaansrecht naar Goddelijke en menschelijke rechten te redden;

dat aan dit hun billijk verzoek, hetwelk toch niet anders bedoelde, dan te doen, wat de Wet des levens in Christus' Kerk van alle trouwe ambtsdragers eischt, geen gehoor is verleend ; en dat zelfs geen enkel woord tot hen is gekomen, dat hope gaf van op andere wijze de reformatie der Kerk aan deze plaats tot stand te zien komen;

en dat zij derhalve, ziende hoe het leven van hun Kerk gevaar liep ; ontwarende met wat ontzettende schuld van Christusverwerping en broedervervolging zij solidair voor God zou komen te staan; en zich niet langer kunnende verhelen, hoe zij van den grondslag in haar Belijdenis schier geheel wierd afgedrongen, — geoordeeld hebben niet langer te mogen stilzitten, maar verplicht te zijn, om nogmaals (evenals hunne vaderen in de zestiende eeuw aan zoo menige plaats) in den naam des Heeren Jezus, krachtens het ambt der geloovigen, en met hulpe der genabuurde Kerken tot de instelling van een nieuw Kerkbestuur over te gaan;

dat alstoen door de broederen, die bekenden alsnog tot de Gereformeerde Gezindheid te behooren, en diensvolgens de Drie Formulieren onzer Kerken (zijnde de Confessie, de Heidelbergsche Catechismus en de Vijf artikelen van Dordrecht) nog van harte als accoord van Kerkelijke gemeenschap te aanvaarden, onder leiding van meergemelden Consulent tot Opzieners zijn verkozen de Br en tot Armverzorgers de Br die zich, op den iSS .als College saamkomende, onder voorzitting van den Consulent als Kerkeraad hebben geconstitueerd;

en dat de aldus in functie getredenen het alsnu als eene zaak-van hunne allereerste verplichting hebben beschouwd, om eiken twijfel over het karakter van hun optreden en de geaardheid hunner Kerk op te heffen en te dien einde uit te spreken: i. dat zij optreden als Opzieners en Armverzorgers van dezelfde Kerk, die voor eeuwen hier ter plaatse gesticht wierd en in de zestiende eeuw door de hulpe van genabuurde Kerken en krachtens het ambt der geloovigen Gereformeerd wierd; 2. dat zij als Kerkeraad, thans met hunne gemeente niei langer staande onder de Synodale Organisatie van 1816/52, nog slechts ex siiperabundantia uitspreken, dat hun Kerk noch met de organisatie, noch met de jurisdictie van de Synodale Hiërarchie van 1816 voortaan ook maar het allergeringste meer uitstaande heeft; en 3. dat zij thans voor hunne Kerk de nimmer wettelijk afgeschafte Kerkenordening van onze aloude nationale Synoden weer als geldig en van kracht hebben verklaard;

weshalve zij, opdat de Overheid dezes lands hiervan niet onkundig mocht blijven, en voor zooveel noodig ter voldoening aan art. i van de Wet van r5 September 1853 (Staatsblad No. 102), hiermede eerbiediglijk ter kënnisse van Uwe Majesteit brengen, dat tengevolge van deze tot stand gekomen reformatie (in gemeenschap met genabuurde Kerken en uit kracht van het ambt der geloovigen ondernomen), hun Kerkgenootschap alhier van heden af leeft onder de Kerkenordening, die door onderscheidene Nationale Synoden vastgesteld en laatsteüjk in 1619 gewijzigd wierd, en waarvan een exemplaar hierbij gaat; welk exemplaar tevens aanwijst, welke de bepalingen dezer Kerkenordening zijn, die door den veranderden staatkundigen toestand zin en beteekenis verloren en uit dien hoofde krachteloos wierden. En hiermede hun Kerkgenootschap bij voortduring aan de hooge bescherming der Overheid, gelijk die in art. 165 der Grondwet aan alle Kerkgenootschappen gelijkelijk is gewaarborgd, aanbevelende, bieden zij Uwe Majesteit hunne eerbiedige hulde en bidden haar de genade onzes Heeren toe.

't Welk doende enz.

Het spreekt van zelf, dat dit stuk op zegel moet; als öok dat het voor gemeenten die pas na de Hérvorming zijn opgericht, onbruikbaar is. De verdere stukken die hierbij hooren zullen eerlang door het Congres worden rondgezonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kerken, die zonder

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1887

De Heraut | 4 Pagina's