GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een uiterst pijnlijken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een uiterst pijnlijken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een uiterst pijnlijken indruk heeft het deze week te Amsterdam gebeurde gemaakt.

Men weet wat er geschied is.

Tegenover den Kerkeraad der „doleerenden" handhaaft zich daar met behulp van de politie en den sterken arm nog altoos een Synodale Kerkeraad,

Niet dat er alzooifzc^^ kerken ontstonden. o. Neen, het is de ééne zelfde Gereformeerde kerk, die er van 1578 af bestond; maar in die ééne kerk, nu reeds 175, 000 zielen tellend, staan nu twee Kerkeraden tegenover elkander.

De ééne, de oude Kerkeraad, die nog bijna geheel saamgesteld is als voor drie jaren, en die op 16 December des vorigen jaars van Kerkenorde veranderde. En daarentegen een nieuwe Kerkeraad die voor het meerendeel uit geheel ongewoon personeel bestaat, en nu poogt de heerschappij van de Haagsche Synode over en in deze kerk te handhaven

In den otiden Kerkeraad verschijnen thans alleen belijders der Gereformeerde religie. In den nieuwen Kerkeraad zitten naast elkander Moderne, Groningers, Irenischen en Gereformeerden broederlijk bijéén.

Beide Kerkeraden hebben nu een dienst des Woords en der Sacramenten ingericht.

Indien van den ouden Kerkeraad houdt men zich nu aan Gods Woord. Namens den nieuwen Kerkeraad treedt allerlei op. Nu eens Ds. Ternooy Apèl, dan Ds. Lütge; nu eens Ds. Laurillard en dan weer Ds. Hogerzeil; 'smorgens Ds. Berlage en 'savonds Ds. Krayenbelt. En zoo door.

Had nu de politie er zich buiten gehouden, en ware geen geweld tusschen beiden gekomen, dan zou dit geestelijk geschil ook vanzelf langs geestelijken weg zijn oplossing hebben gevonden.

Ieder ware dan vrij geweest, om zelf te beoordeelen, bij welken Kerkeraad de merkteekenen van echtheid naar het Woord van God zijn en het meelevend deel der kerk, dat zelfs nu voor het grooter deel niet aarzelt om den ouden Kerkeraad te erkennen, zou allengs de ongeestelijke positie van den nieuwen Synodalen Kerkeraad voor aller oog hebben doen uitkomen.

Nu echter wierd deze geestelijke oplossing verhinderd. Overmacht kwam tusschen beiden. Met geweld wierd gedreigd. En zoo ontstond de toestand, dat de kerkgebouwen en stichtingen en kapitalen der gemeente bijna geheel in handen van den nieuwen Kerkeraad kwamen, en de oude Kerkeraad geg v h heel leven moest van de macht van het Woord en de macht der liefde.

En zoo was het dan gebeurd, dat ook de «^^/Diaconiescholen der gemeente, met hare fondsen, feitelijk in de macht van den nieuwen Kerkeraad raakten.

Die diaconiescholen waren gelijk men weet, de roem en de eere der gemeente.

Zij bloeiden uitnemend.

Het onderwijs kreeg er allen lof en de sprake die er van uitging was, een perelte meer aan de kroon van het onderwijs, op de school met den Bijbel.

Vooral de jongere hoofdonderwijzers handhaafden den roem dier scholen met eere, en de Commissie oogstte steeds lof in voor haar uitnemende keuze.

In de scholen van een gereformeerde kerk, stonden nu aan het hoofd kundige, vaardige, en ook gedeformeerde^ onderwijzers.

Doch zie, juist omdat deze hoofdonderwijzers zoo degelijke, kundige en goedgereformeerde mannen waren, sprak het dan ook schier vanzelf, dat ze den ouden Kerkeraad huldigden, en met den nieuwen Kerkeraad in den Dienst des Woords om der conscientie wille niet konden meegaan.

Dus ijverden ze voor en kerkten ze bij de Doleerenden.

En zie dit enkele feit, dat deze mannen broeders, trouw aan het beginsel, waarvoor ze geroepen waren, en als mannen van karakter voor geen offer terugdeinzend waar het hun overtuiging gold, zich voor de reformatie der aloude kerk van Amsterdam hadden verklaard en voor die reformatie hadden geijverd, dit enkele feit heeft nu mannen als Krayenbelt, Deetman, Geselschap en Van der Horst en wie meer met hen in de schoolcommissie van den nieuwen Kerkeraad zitten, kunnen bewegen, om deze Christelijke onderwijzers, deze trouwe mannen, die ze zelven eens hielpen benoemen, met 31 December a. s. zoo maar met vrouw en kinderen broodeloos op straat en naakt aan den dijk te zetten.

Dat ook tal van hulponderwijzers in dit lot deelden, verergert het geval nog.

En wat het zeerst doet en het meest krenkt is het feit, dat deze trouwe mannenbroeders, die het warmst geijverd hebben, om gereformeerde predikanten naar Amsterdam te helpen beroepen, nu door diezelfde mannen op straat worden gezet.

Metterdaad, het is ontzettend!

Zóó, zóó ver gaat dan de kerkelijke partijhaat !

Wenscht men nu deze schrikkelijke daad zooveel doenlijk te vergoelijken, dan behoort men te vragen, hoe de heeren Van der Horst en Geselschap, die deze afzettingsbullen teekenden, dit ongehoord bedrijf verdedigen.

Natuurlijk moet men dan beginnen met zich op htm standpunt te plaatsen, en voor het oogenblik rusten laten, wat men tegen dit standpunt zelf heeft in te brengen.

Welk nu is dit standpunt.'

Zie het uit den inhoud van de bul zelf. Ze luidt aldus:

Amsterdam, 26 Aug. 1887.

Bei}; Wel Edelen Heer

SStei-hoofdonderwijzer alhier.

Wel Edele Heer l

De Commissie tot het bestuur van de Diaconiescholen, van den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente alhier het berigt ontvangen hebbende, dat gij niet langer behoort tot de Nederlandsche Hervormde kerk; terwijl volgens art. 50 van ons Huishoudelijk Reglement een onderwijzer onzer scholen lid dier kerk behoort te zijn, ziet zich gedrongen u met uit". Dec. e. k. uit uwe betrekking te ontslaan gelijk zij doet bij dezen.

Alleen dan zou zij u als haar onderwijzer kunnen behouden wanneer haar vóór i Sept. uit een schrijven des kerkeraads blijken mogt, dat gij u bij hem weder als lid der Nederlandsche Hervormde kerk hebt laten opnemen.

Namens \_dé\ Commissie voorn,

(was get.) P. C. V. D. HORST,

Voorzit.

W. J. GESELSCHAP,

Z. Secret.

Het standpunt is dus; i". Deze Christelijke onderwijzers behoorden toen ze benoemd werden tot de Synodale kerk; 2". sinds zijn ze uit deze Synodale kerk uitgezet; 3". het reglement eischt, dat onderwijzers der Diaconiescholen leden der Synodale kerk zijn. Derhalve moesten we ze wel ontslaan.

Hoe nu is hierover te oordeelen.'

Ons dunkt alzoo: Indien deze heeren zich op het bureaucratisch-synodale standpunt derwijs stellen, dat ze zelfs geen rekening houden met de besliste geloofsovertuiging van hun tegenstanders, dan ja, is er iets voor te zeggen, dat zij deze Christelijke onderwijzers niet langer als leden der kerk erkennen.

Oordeelen ze daarentegen, gelijk ze wel doen moesten, dat over de vraag, wie thans tot de Gereformeerde kerk behoort, door kundige, vroede en vrome mannen zeer onderscheiden geoordeeld wordt, dan hadden zij, als gereformeerde belijders hier, waar het mannen van erkende overtuiging, eens hun eigen uitverkorenen, gold, achter deze vraag een vraagteeken behooren te plaatsen.

Maar ook al neemt men aan, dat we hierin miszien, dan nog is hun conclusie onjuist.

Wie toch had dat reglement gemaakt, waarin stond, dat de onderwijzers bij hun optreden leden der Synodale kerk moesten wezen, en aan wie stond de macht om dit des vereischt te veranderen ?

Immers bij heri zelven.

Hadden zij, met het oog op den.onzekeren toestand; ziende op de ergernis die ze geven ouden; en op menschelijke wijze rekenende met wat ze broederen gingen aandoen; vooresteld : aan de Commissie 'machtiging te erkenen, om c. q. hierop uitzonderingen toe te laten, dan ware alles gered geweest.

Zoo kalm en nuchter mogelijk, zelfs van un eigen standpunt de zaak beoordeelende, kunnen we dus tot geen andere conclusie komen, dan dat deze heeren zonder noodzaak en zonder gerechtvaardigd te zijn, tot deze stuitende hardheid overgingen.

Deze onbegrijpelijke hardheid zal dan ook hare gevolgen hebben, heel anders dan deze heeren dachten.

Waar we, gedachtig aan een vroeger met deze heeren saèm doorleefd verleden, nog bijvoegen: Komt dan nooit voor de conscientie dezer heeren de vraag op, of een loop der zaken, die hen er toe brengt, om zóó broederen te bejegenen, niet juist daardoor van achteren blijkt, niet goed voor God te, zijn

Let er toch op, hoeveel ergerlijks hier samenloopt. 1°. Het reglement zegt wel dat de onderwijzers bij hun optreden leden der Kerk moeten zijn, maar zegt met geen woord, dat zij, eenmaal benoemd zijnde, te ontslaan zijn, zoo ze dit radicaal verloren. Eene onderscheiding, die geen eerlijk jurist voorbij kon zien.

2". Deze zelfde Commissie die thans onbarmhartig en mqedoogenloos deze tien Christelijke onderwijzers naakt aan den dijk zet, heeft meer dan één onderwijzer op diezelfde scholen, die tot de Christelijke Gereformeerde Kerk behoort.

30. Er wordt niet eens een e^ri/^? /ontslag gegeven. Een eerlooze schurk kon niet hondscher bejegend zijn.

40. Zelfs wordt er geen woord gesproken over hun dusver aan de scholen bewezen diensten.

5". Dat ontslag is hun thuis gezonden, tv/ee dagen nadat ze bij de Commissie waren geweest, zonder dat deze er een woord van repte, maar bij monde van Ds. Krayenbelt nog met hen in het gebed ging

Wat dunkt u, is onbarmhartig hier een te sterk woord.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Een uiterst pijnlijken

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's