Van het Comité van den Nederlandschen

Van het Comité van den Nederlandschen tak der Evangelische Alliantie ontvingen we het verzoek om dit jaar het navolgende stuk in zijn geheel, onverkort op te nemen.

Het zou onheusch zijn aan zoo broederlijk verzoek niet te voldoen en we plaatsen het stuk daarom in extenso.

Althans voor ditmaal.

Het luidt aldus:

Onderwerpen, die v-sor vermanina: ea gelteil worden .aaagegcvea door het Hooftl-Comité der £van^. Alliantie, bedarende de week der gebciien »an 1—8 Janaari 1888.

Prediking.

ZONDAG I JANUARI.

Ziet omhoog en heft uwe hoofden opwaarts. Luk. 21:28 Het einde aller dingen is nabij, zijt dan nuchteren en waakt in de gebeden.

Pet. 4:7, vergelijk Rom. 16. 13 : 12, I Cor. 7 : 29, Efeze s :5:16

Dankzegging.

MAANDAG 2 JANUARI,

Voor onze aanneming bij God door Jezus Christus en de vrijheid van gezamelijken toegang door éénen Geest tot den troon der genade; voor de lankmoedigheid Gods; voor de verhooring van gebeden gedurende het verleden jaar; voor den toenemenden geest van Christelijke eenheid ; voor het behoud van den vrede op aarde; voor het zich steeds uitbreidend veld der prediking van het Evangelie ; voor de zielen, die gewonnen zijn voor het Koninkrijk; voor het tegenwoordig ontwaken onder Gods oude volk Israel, en voor allen, die zich gewijd hebben aan den dienst van Christus. Ps. 23, 30, 64, 98, 100, 133, 146, 1 Sam 2: , 10; — I Chr. 29:10—15; Jes:12.

Schuldbekentenis.

DINSDAG 3 JANUARI.

Van zonden, heerschend door de geheele Christenheid ; zooals dronkenschap, onreinheid, lasterlijke woorden en ontheiliging van den Sabbat; van grove, algemeene zonden, zooals drukkende wetten, onzedelijke handel of het ontsteken van haat onder de volken; ook van weelde en het verspillen van Gods gaven in sommige standen der maatschappij en onder anderen wettelooze ontevredenheid en begeer-Ujkheid; van de verhindering om het Evangelie aan te nemen door het niet overeenkomstig hunnen naam leven der naam-Christenen; van jaloerschheid enwangunst onder broeders; van persoonlijke ontrouw, onvolkomen toewijding aan God, zonden van hoogmoed en luimen, en den wereldzin en de traagheid, die zoovele geloovigen onvruchtbaar maakt. Ps. 15, 32, 51, 70, 80, 90. 130, Rosea 5 : 15—6 : 7; Micha 6; Neh. I, "^er. 7 : 1 — 16; 9:1—9, 18 : 5—i7; Ezech. 14:12—23; Hagg. i:2 —11; Dan 9:3 —19; Luk. 2 : I —18; Jac. 4; Rom. 3 : 9—26.

Gebed voor het huisgezin.

WOENSDAG 4 JANUARI.

Voor de heiliging van het gezin in al zijne betrekkingen; voor den zegen van den Heiligen Geest op de pogingen van ouders om hunne zonen en dochters tot Christus te brengen; voor lijdende leden van het gezin; voor de dienstboden; voor onderwijzers en leerlingen op Academies, Scholen, Seminaries en voor Zondagsscholen; voor Jongelings-en Jongedochters-vereeningen en voor iedere poging om minderjarigen te bewaren tegen verzoeking; voor de gelijkstelling van den maatstaf van zedelijkheid voor beide geslachten. Ps. 34, 78:1—8, 113; 119 : I—16, 127, 128, 131, 133, Deut. 6, Spr. 3 : r—26, 8, .9, 23 : 12—35; 3' = 10—31, 2 Sam. 7:18—29; Mal. 2:11 —16; Mark. 9 : 3—16; Matth. 18 : i—14; Ef 5:22, 6 9, Col. 3 : 12—4 I : Tit. 3; Pred. ii : 9, 12 : 7.

Gebeden voor Gods kerk.

DONDERDAG 5 JANUARI.

Voor al de takken der eenige, algemeene. Christelijke kerk, dat zij allen vervuld mogen worden met den Heiligen Geest en het hun gegeven moge worden, de eenheid van geest in vrede te bewaren; voor meer liefde en samenwerking onder de Christenen ; voor het wegnemen van noodelooze oorzaken van verdeeldheid; voor meer heiliging van den dag des Heeren ; voor meer wijsheid en ijver om te arbeiden voor de bekeering van goddeloozen; de godsdienstige opvoeding der jeugd en den wasdom der geloovigen ; voor den Geest der waarheid om hen, die zijn Woord doorzoeken, te leiden tot beter verstand daarvan; voor de Evangeliedienaars, Evangelisten en kerkeraden ; voor het bereiken van een hooger peil van heiligheid en toewijding aan zijn dienst, door al Gods kinderen ; voor krachtiger getuigenis tegen valsche leeringen, en voor het spoedig wederkomen van onzen Heer en Heiland, Jezus Christus. Ps. 46, 48, 84, 87, 122, 132 ; Gen. 28 : 10—22 en 32 : 24—32, I Kon. 8 : 22—30, Jes. 54, Joel 2 : 23—32, Joh. 15 en 17, Efez. i : 15—23, 2 : 10—22, 3 : 14—21, 4 : I —16, I Cor. 13, Openb. 21 : 1-7.

Voor tusschenkomst ten gunste der zending.

VRIJDAG 6 JANUARI.

Voor het waardig worden van eenen geest van zending, en de kracht van den Heiligen Geest op de prediking des Woords ; voor alle medewerkers aan het werk des Evangelies, dat zij nederig, toegewijd en moedig mogen blijven; voor inlandsche kerken en bekeerlingen, in het bijzonder voor diegenen, die om des Evangelies wil vervolgd worden; voor zendelingsgenootschappen, Bijbel-en traktaatgenootschappen en het verspreiden van Christelijke iteratuur in de verschillende talen; voor de bekeering der Joden, Mohammedanen en heidenen tot het geloof in Christus ; voor het tenietgaan van alle valsche godsdiensten; voor het vollediger ontsluiten van Afrika voor het licht, en het ophouden van den slavenhandel aldaar, en voor een zegen op alle zendingsbijeenkomsten, die in dit jaar gehouden zullen worden. Ps. 2, 67, 72, iio, 126, Jes. ri : 1—9, 25 : 6—9, 25, 40, 55, 60, Matth. 9 : 35—38, 13 : 24—33, 18 : 16—20, Joh. 12 : 20—32, Hand. 10 : 34—48, 17 : 22—31, Rom. 10 : 1-15.

Voor tusschenkomst ten gunste der natiën.

ZATERDAG 7 JANUARI.

Voor de koningen en alle machthebbers, dat wij een stil en vreedzaam leven mogen leiden; voor wetgevers en rechters, dat de wetten met wijsheid gemaakt en toegepast mogen worden; voor de afschaffing van den opiumhandel en het ophouden der wreedheid onder alle vormen ; voor eenen geest des vredes tusschen de staten onderling; voor soldaten en zeelieden; voor landverhuizers en reizigers ; voor de verlossing der natiën, die zuchten onder het bijgeloof en den afgodendienst der Roomsch-Katholieke Kerk; voor meer gevoelens van welwillendheid tusschen de verschillende standen; voor de verbetering van den toestand der armen; voor eenen overvloedigen oogst over de geheele wereld ; voor de verheffing der openbare zedelijkheid, in het bijzonder ten opzichte van matigheid en kuischheid; voor het bevorderen van kunst en wetenschap in een eerbiedigen en Christelijken geest; voor het verspreiden van zuivere lectuur; voor he werk der menschlievendheid onder lijdenden en gezonkenen.

Ps. 20, 33, 47, 61, 65, 75, 82, 107:31 tothe einde, 144 : 9-15, Spr. 31 : r—9, Jer. 5 20—29, 18 : I —17, I Petr. 2 : r3—25.

Prediking.

ZONDAG 8 Januari.

»Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd over vloedig zijnde in het werk des Heeren." i Cor IS : 58.

Het Bestuur van den Nederlandschen tak der Evangelische Alliantie hoopt, dat in ver eeniging met millioenen Christenen, over de gansche aarde verspreid, opk in ons vader land de geloovigen uit de verschillende kerk

genootschappen in de eerste'' week van het nieuwe jaar zullen tezamenkomen, zoowel tot getuigenis van hun geloof in een heilige, algemeene, Christelijke kerk, als ter bevordegng der broederiijke Hefde, het bespreken der onderwerpen, door het Hoofd-Comité aangegeven, en het bidden voor dezelfde belangen.

Moge daarop in rijke mate 's Heeren zegen rusten.

Het Bestuur verzoekt de Christelijke dagbladpers, zooveel mogelijk de verspreiding van bovenstaand programma te willen bevorderen en zal zeer gaarne uit de verschillende plaatsen, waar de week der gebeden gehouden wordt, korter of langer mededeehngen ontvangen bij den secretaris (7, Oranjestraat Denïlaag).

T. V. BYLANDT, Voorzitter.

J. D. V. WASSENAER V. ROSANDE, iste Secretaris.

J. E. N. SCHIMMELPENNINCK V. D. OYE, . 2^1? Secretaris.

Na mededeeling zal het ons echter wel vergund zijn, een korte opmerking hierbij te voegen.

Een tijdlang heeft de Evangelische Alliantie ook ten onzent gebloeid. Haar glanspunt was de Conferentie in Amsterdam, waar destijds Groen van Prinsterer en Van Oosterzee en onze beste mannen optraden.

Maar sinds daalde haar invloed onder ons. En toen nu eenige jaren geleden een Engelsch generaal naar Amsterdam kwam, om dien invloed weer op te wekken, is hern op een conferentie in Amsterdam openhartig medegedeeld, dat men ten onzent vreeze koesterde, dat de Evangelische Alliantie in gevaar verkeerde, doordien ze den moed miste, om cordaatweg voor de onvoorwaardelijke autoriteit van Gods heilig Woord op te komen.

De generaal verzekerde echter dat dit niet zoo was, en verklaarde zich bereid, om desaangaande de meest geruststellende getuigenissen te verschaffen.

Een verzoek wierd dan ook onder woorden gebracht, waarbij aan het Centraal bestuur wierd voorgesteld, dat dit zich zonder voorbehoud tegen de ondermijning van het Schriftgezag zou uitspreken; en de generaal nam deze verklaring mede eerst naar Den Haag en toen naar Engeland. En ook de Haagsche broederen wierden met dezen loop der zaak bekend gemaakt.

Intusschen hoorde men er verder niets van.

Na drie jaren is er nog geen antwoord.

Toch zat men niet stil, en is uit Amsterdam persoonlijk te Londen aangeklopt bij den secretaris der Alliantie, om te weten, hoe het met deze zaak stond; waarop het bescheid wierd gegeven, dat men niet eer dan op de Assembly te Stockholm over deze resolutie kon stemmen; maar dat het zeer moeilijk zou zijn; want dat een beslist uitspreken tegen de ondermijning van het Schriftgezag vele goede en vrome vrienden vervreemden zou.

In plaats van te Stockholm kwam men te Kopenhagen saam. Het bestuur vergaderde. Waarschijnlijk zal de secretaris de resolutie wel hebben ingediend. Maar wat er gebeurd zij, of hoe het liep, dit is zeker, dat te Amsterdam nog geen tittel of jota antwoord ontvangen is.

En dit nu noemen we een veeg teeken.

Bijaldien de Evangelische Alliantie den moed mist om zelve voor de onverzwakte autoriteit van de Heilige Schrift op te komen, dan ontzinkt haar hare basis. En wanneer hier nu tegenover staat, dat haar bestuur eenerzijds op haar vergaderingen beroemde sprekers uitnoodigt, van wie heel Europa weet, dat se met de onverswakte autoriteit der Heilige Schrift gebroken hebben; en anderzijds zelfs geen woord ten antwoord geeft aan de vrienden uit Holland, die op een trouw blijven aan haar eigen statuten aandringen, ligt dan het vermoeden wel zoo ver, dat ook hier de worm langs den stam opkroop en de eens zoo schoone vrucht stak.?

We zeggen dit natuurlijk niet, om de heeren onderteekenaren hard te vallen. Niet zij konden antwoorden. Het antwoord wierd uit Londen gewacht. Maar wel om ons oordeel te rechtvaardigen, dat de dagen der Evangelische Alliantie voorbij zijn, en haar oorspronkelijk doel is verzaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen