Gelijk men weet

Gelijk men weet, is de heer Ds, M, J, Godefroy, eertijds predkant te Achlum in Friesland, voor niet lange dagen naar Transvaal vertrokken, en thans predikant bij de Hervormde kerk in Pretoria.

Deswege boezemt het belang in, na te gaan, hoe door mannen van zijn richting de kerkelijke zaak wordt opgevat in een sfeer en kring, waar de critiek zwakker en dus de hand der predikers vrijer is.

En wat blijkt nu!

Dit, dat Ds. Godefroy al spoedig een editie van het isTör^^^^^r? ^ heeft uitgegeven, waarin wat hem niet aanstond, eenvoudig door hem veranderd en gewijzigd is.

Hiertegen is, gelijk men denken kan, onverwijld protest aangeteekend en welbij monde van den heer J. P. de Beer, te Middelburg in Zuid-Afrika,

En De Beer had hierin volkomen gelijk. Natuurlijk de drukpers is vrij en ook Ds, Godefroy mag laten drukken wat hem gevalt.

En ook weet een ieder opperbest, dat het ICort begrip niet tot de Drie Formulieren van eenigheid behoort, zoodat er door niemand kerkelijk bindende kracht aan kan worden toegekend.

Maar met dit al, is en blijft het Kort begrip een document édX straks drie eeuwen levens telt; een geschrift dat door een der beste onzer Gereformeerde vaderen is opgesteld; een hulpmiddel voor het Catechetisch onderwijs, dat door de practijk en het gebruik van tal van kerken geijkt is.

En in zulk een document nu zet niemand de schaar.

Dat verbiedt piëteit. Dat verbiedt historische zin.

Dat verbiedt kerkelijk bewustzijn.

De verdediging van Ds. Godefroy, dat zijn veranderingen verbeteringen zijn, doet dus niets ter zake.

Wil hij zelf een leerboekje voor het Catechetisch onderwijs uitgeven, hij doe zulks. Nog eens, de pers is vrij. Maar dan weet ook een ieder, dat men met niets te doen krijgt dan met de particuliere opinie van een Irenisch prediker.

Maar als Ds. Godefroy zijn particuliere opinie, die hij voor goed houdt, uitgeeft in den vorm van het Kort begrip, dan schuift hij onder; dan dekt hij zijn lading met een vlag die er niet bij hoort; dan voert hij contrabande in.

Zijn verdediging houdt dan ook oogenblik steek. geen

Immers een ieder ziet en tast, dat we hier met niets minder te doen hebben, dan met een eerste poging van Irenische zijdfe, om in een vorm die er bij de TransvsJers het gemakkelijkst ingaat, van lieverlee Irenische denkbeelden in te voeren.

Hiermee is natuurlijk niet ontkend, dat enkele veranderingen metterdaad verbete­ z. ringen kunnen zijn. Verbeteringen zijn ook in onze Formulieren van eenigheid aan te brengen.

Maar dit verontschuldigt den veranderaar niet.

Hij miste er het zedelijk recht toe; daargelaten nog de vraag, of het theolo­ gisch gezag van Ds, Godefroy hoog genoeg door de kenners wordt aangeslagen, om hem in zedelijken zin tot zulken arbeid te machtigen.

Bij ons rees desaangaande wel twijfel. eenige

Immers, hij maakte o. a, een verandering, waarbij ontkend wierd, dat God de Heere nog heden ten dage de ziel des menschen goed en naar zijn evenbeeld schept.

Een loochening dus van het Creatianisme, daar het toch niet denkbaar is, dat God iets onheiligs scheppen zou.

Dus een terugvallen in het Traducianische en daarmee een der fundamenten onzer Gereformeerde belijdenis prijs geven, om heil te zoeken in reeds lang verworpen dwaling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen