GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het ingezonden stuk van Ds. Beuker laat de Hoop zich o. m, in dezer voege uit:

De Doleantie gaat verder dan de Scheiding hierin, dat, formeel, kerkrechtelijk vernietigd wordt, wat, m strijd met Gods Woord en het op dat Woord gegronde Kerkrecht, tot stand was gekomen. Feiteli)k zijn de Kerken gekomen onder de Organisatie van ï8i6; de wetten dier Organisatie hebben zij jaren lang —het worde ons nog eens diep tot schuldgehoorzaamd ; de gansche inrichting der Kerk hmg met die zondige Organisatie samen. En nu is op he standpunt der Doleantie onmisbaar, dat het zondig verband tusschen de plaatselijke Kerken en de Organisatie formeel worde verbroken. Had men dit in de Scheiding gedaan, bijv. te Leiden, dan zou zulks tlians niet behoeven, neen niet kunnen geschieden; dan zou de Kerk van Leiden vrijgemaakt zijn van de Organisatie, en zouden zij, die zich. om welke reden dan ook, niet terstond bij de Gereformeerde Kerk hadden gehouden, maar later tot juister inzicht gekomen, zich van de Synodale hiërarchie afwendden, dan geen «nieuwe gemeente" hebben mogen stichten, maar zich eenvoudig bij hun Kerk hebben te voegen. Nu is dit echter anders, en moet, op het standpunt der Doleantie, plaatselijk, door iedere Kerk, formeel het juk der hiërarchie worden afgeworpen, hetzij door den bestaanden Kerkeraad, hetzij «naar het ambt der geloovigen”.

Hierin ligt geen miskenning van het werk Gods in de Scheiding van 1835. Heeft der Scheiding, evenals der Doleantie, veel menschelijks, zondigs aangekleefd, de beweging van 1855-40 was kennelijk > «ait God", en Chr. Geref. Kerk is in menig opzicht op de duidelijkste wijze van den Heere gezegend. Doch dit neemt niet weg — en Broeder Beuker stemt het ons toe — dat het Kerkrechtelijk standpunt in de Separatie van het Staatscreatuur, zuiverder kon zijn; noch doet het iets toe aan het Schriftuurlijk karakter der Scheiding, dat men geen oog gehad heeft, gelijk thans in de Doleantie, voor den geboden plicht om de plaatselijke Kerken f*rmeel los te maken van de Organisatie. Wordt dit door onze Chr. Geref. Broeders toegegeven, dan valt het bezwaar tegen het optreden eener Kerk in Doleantie naar het ambt der geloovigen, in plaatsen, waar eene Chr. Geref. gemeente bestaat, geheel weg.

En voegt er dan bij:

Tot onze bevreemding schijnt ook Broeder Beuker onder eenigen indruk te verkeeren, alsof in de tegenwoordige beweging van reformatie werkelijk naar een vast plan, door «stille agenten" en «moderatoren", met «alle studie buiten Gods gemeente om", in plaatsen, waar de Kerkeraad van geen reformatie wilde weten, is te werk gegaan, «om eenige menschen samen te vergaderen" teneinde sommigen tot het ambt van ouderling en diaken «te benoemen en alzoo tegenover de bestaande Gemeente een nieuwe, onder anderen titel, in het leven te roepen." Misschien geeft daartoe aanleiding het leit, dat er te Amsterdam een «Bureau" bestond, uit den drang der omstandigheden geboren, en dat zich tot taak stelde, voorlichting te geven aan plrsonen of groepen van personen, in zake de afwerping van het Synodale juk. Behoeft het nog uitdrukkelijk gezegd te worden, dat dit «Bureau" geen kerkelijk gezag hoegenaamd uitoefende of kon uitoefenen, en dat niemand in het minst gebonden was aan zijn adviezen, bepalingen of voorschriften.

Over dit Bureau zegt de Hoop nog dit:

Bedoeld Bureau heeft voor ons nooit eenige aan trekkeüjkheid gehad, noch ook geheel de aanstelling van agenten en moderatoren, en wijzelven hebben van meet aan gearbeid, nog vóór het Convent samenkwam, dat de Kerken, die in de Classis Rotterdam de Synodale Organisatie hadden afgesneden, Classikaal zouden vergaderen en in den Kerkeüjken weg de beginselen der Reformatie in genabuurde Kerken zouden bepleiten. Had het van ons afgehangen, dan zou het bedoelde «Bureau" niet zijn opgetreden, noch zouden «agenten", «correspondenten" «moderatoren", enz. zijn aangesteld. Wij houden niet van «Bureau's" in kerkelijke zaken.

Toch heeft het bedoeld «Bureau" aan de zaak der Reformatie goede diensten bewezen. Niet, gelijk beweerd wordt dat geschied is, door zekere personen te instrueeren om, in aangewezen plaatsen, een aantal menschen over te halen, op verzamellijsten te teekenen en dan uit deze een «Kerkeraad" te laten kiezen tegenover den «wettigen Kerkeraad"; noch ook om met alle studie buiten Gods gemeente om «een nieuwe gemeente te stichten." Maar eenvoudig om de verstrooide leden in gemeenten, wier Kerkeraad van geen reformatie weten wilde, bijeen te brengen, en van raad te dienen hoe, in de drukkende omstandigheden, naar de Gereformeerde beginselen de plaatselijke Kerk tot reformatie te brengen.

Dit is uitnemend gezegd. Toen nog alle kerkelijke organisatie ontbrak, was dit bureel een noodzakelijk kwaad. Zoodra er kerkelijke organisatie ontstond, is het ijlings opgedoekt; doch niet zonder zijn spoor achter te laten. En dan zegt de Hoop ten slotte:

Kan het nu, na al hetgeen reeds over deze zaak ge zegd en geschreven is, te veel gevergd zijn van onze Chr. Geref. broeders, dat zij, in het door hen gewraakte optreden naar «het ambt der geloovigen", in plaatsen waar Chr. Geref. gemeenten zijn, niet langer zien eenige geringschatting van het werk Gods in de Scheiding, noch eenige miskenning van bestaande ge meenten; maar eenvoudig de noodzakelijke consequentie van het beginsel, waarvan de geheele beweging van Doleantie is uitgegaan?

Hoe eerder daaraan echter een einde kan komen, hoe beter. En ook daarom zien wij biddend uit naar een spoedige samensmelting der Kerken. Moge de samenspreking der Deputaten, die nu toch zullen vergaderen, tot het gewenschte doel leiden. En dat vooral thans alles wederzijds worde vermeden, wat de hartstochten zou prikkelen en daardoor den goeden gang der zaken zou kunnen verhinderen.

Zoo zij het!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's