GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Mag ik voor het volgende bescheidenlijk eene

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mag ik voor het volgende bescheidenlijk eene

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Haarlem, 14 Januari 1889.

Mijnheer de Redacteur !

plaats verzoeken in uw blad?

In het nummer van gisteren toch deelt u de volgende redeneering mede van Prof. Dr. J. H. Gunning Jr., die hare aanleiding vond in het geschil over de ƒ 10, 000 der Synodale hoogleeraren te Amsterdam.

»Elk Nederlander, hij zij Jood, Roomsch, Luthersch of Hervormd, heeft, of hij wil of niet wil, te maken met de richting, waarin zich het leven van zijn volk ontwikkelt.

»In ons land is de nationale ontwikkeling sinds eeuwen beheerscht door de Protestantsche beginselen.

»Deze Protestantsche beginselen dragen ten onzent het Gereformeerde type.

»Dit type wordt bewaard door de Ned. Herv. Kerk en in haar door hen, die aan de traditiën der vaderen getrouw bleven. Deswege, dit is zijn slotsom, heeft elk Nederlander met deze kerk te maken."

Laat ons dit beweren eens even mogen ter toetse brengen en met het laatste beginnen.

En dan zij allereerst aan Prof. Gunning gevraagd, of zij, die aan i, de overlevering der

vaderen gelrouw bleven, d. w. z. de Gereformeerden, dan niet juist uit die kerk zijn uitgeworpen vóór 50 jaren en nu ? Of kent de hoögleeraar d, geschiedenis der laatste 3 jaren niet meer? Is hij vergeten, hoe/^j/W/de kerk­ besturen heeft aangespoord om in dit uitweren voort te gaan in een boekje, dat nog schijnheilig den titel droeg: »Onze schuld (nl. der Ethisch-Irenischen) tegenover de Gereformeerden"? Indien ja, laat hij dan eerst de geschiedenis herlezen, eer hij zulk een vlak tegen haar ingaand beweren nederschrijft. Of kent hij ze wèl, moest hij zich dan niet schamen om zoo het pubUek voor te liegen? .

Immers hij pleit voor de traktementen der Synodale hoogleeraren. Weet hij nu onder die allen ook maar' één aan te wijzen, die de overlevering, en dus op kerkelijk gebied, de belijdenis onzer vaderen, vervat in de drie Formulieren van Eenigheid, beaamt en den studenten inprent ? Dan zal zeker heel ons volk verbaasd opzien op het hooren van deze ontdekking,

waarvan tot dusver niemand iets wist. Of weet hij niet eenmaal, dat er onder die allen niet één Gereformeerd is, maar dat ze Groningsch, of modern of ethisch zijn? Indien ja, mag dan iemand langer hoogleeraar blijven, die zoo verregaand onwetend is, dat hij de Synodale hoogleeraren voorstelt als pleitbezorgers der door onze vaderen beleden beginselen? Of weet hij dit zelf beter, (en dit geloof ik), is het geen onbeschaamde misleiding, om deze mannen, die of schier alles wat onze vaderen beleden of onderscheidene hoofdpunten ervan, openlijk loochenen en bestrijden, den volke voor te stellen als tolken dier belijdenis en dus recht hebbende op aller geldelijken steun?

Eindelijk nog dit. De hoogleeraar gewaagt van het Gereformeerde type en van de Ned. Herv. kerk, die de Gereformeerde overlevering onzer vaderen, waardoor sinds eeuwen ons volksleven beheerscht wierd', bewaart, en waarmede dus elk Nederlander te maken heeft. Nu van drieën één. Of hij weet niet eens, wat Gereformeerd is, d. w. z. kent de genoemde Formulieren enkel bij name, en ziet daardoor voor Gereformeerd aan, wat er vlak tegen strijdt. Immers de kerkelijke hoogleeraren staan vlak tegenover deze Formulieren, en de Synode, die ze aanstelde, ziet haar grootste vijanden juist in hen, die derzelver inhoud, OOK IN DE KERK belijden en beleven willen-Want niet de Hervormde kerk, althans niet, die in haar aan de overlevering der vaderen gelrouw bleven,

maar de Synode, die van deze overleveringen niets wil weten, stelde deze hoogleeraren aan. Maar kan iemand, die zoo dom is, dat htj niet eens weet, wat vroeger elk gemeentelid wist, nl. wat Gereformeerd is, nog langer hoogleeraar in de heilige godgeleerdheid blijven en predikers voor de Hervormde kerk helpen vormen? Of (en nog eens, dit geloof ik) de hoogleeraar weet wel, wat in die Formulieren wordt beleden; maar is het dan geen schaamtelooze bedriegerij om geld van ons volk te vragen voor mannen, die juist de Gereformeerde overlevering zoeken uit te roeien, op grond dat ons volk met de Hervormde kerk als bewaarster van DIE overlevering te maken heeft? Of Dr. Gunning acht zich gerechtigd om onder Gereformeerd te verstaan, wat hem gelieft. Nu, laat hij dan den moed hebben om openlijk te verklaren, dat volgens hem, waar het op de beteekenis van een woord aankomt, niemand gebon­

waaraan die naam verbonden is, noch aan hen, die als organen van dien kring hebben beslist, wie en wat op dien naam recht heeft, maar ieder vrijheid heeft om van een woord te maken, wat hij wil. Want natuurlijk, als Dr. Gunning zóó met het woord »Gereformeerd" mag doen, dan mag ieder dit met elk woord doen. Hij zal toch voor zichzelven geen recht eischen, dat hij aan anderen ontzegt, of het woord Gereformeerd uitzonderen van een regel, die volgens hem voor elk woord bestaat?

Met achting.

Uw Dienstw. Dienaar,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Mag ik voor het volgende bescheidenlijk eene

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's