GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoorders maar g-een daders.

Een kleine jongen, die nu reeds groot is, kwam op zekeren dag in de kamer waar vaders boeken stonden; Hij bekeek eens de roote, zware en oude, de ^folianten", en zei eensklaps: »Hé, vader, wat is dat voor een boek; daar staat op «Levens der heiligen."

»Wel, " sprak vader, „daarin kan men lezen al wat er verteld wordt van de menschen die «heiligen" heeten in de Roomsche kerk.^' > o. Maar daar gelooven we niet aan, " sprak de knaap, »waarom houdt u dan dat boek ? " «Lieve jongen, " antwoordde vader, «gij zult later wel leeren begrijpen dat iemand boeken kan noodig hebben, al gelooft hij niet wat er in staat. Maar toch is er wel iets in dat ik u wil laten hooren.'' Vader sloeg toen het boek open en las: «Men verhaalt ook van den Heiligen Antonius, dat hij eens sterk wierd gedreven om te prediken tot de visschen. Hij riep en zij kwamen en hij predikte over de liefde tot den naaste. De haai en de snoek en de baars hoorden het oplettend aan ; althans zij verroerden geen vin, totdat Antonius Amen zei. Toen echter raakte alles in beweging; de haai hapte weer naar andere visschen, de snoek deed evenzoo, elk poogde anderen te grgpen en te verslinden, net als vroeger."

«Ziet gij", zei vader, «dat is nu de fabel, maar die gij gerust moogt onthouden en wel tot uw waarschuwing, als de meester op school en de leeraar in de kerk tot u spreken. Want er zijn er o zooveel, die doen als de visschen bij Antonius en dat is steeds zoo geweest.

Want reeds de apostel Jakobus waarschuwt ons, dat we niet alleen hoorders maar ook daders des Woords zijn moeten en ik vrees, dat er maar al te veel zijn, die de visschen waarvan ik sprak, navolgen.

EEJ« SCHOOiV ANTWOORD.

Nu een twee eeuwen geleden leefde te Parijs een zeer beroemd geneesheer, tot wien men van oost en west kwam om geholpen te worden. Zoo gaat het meer. Jammer rnaar dat de menschen zich vrij wat minder haasten om te gaan tot den grooten Medicijnmeester, dien toch allen noodig hebben en die ook altijd gereed staat om te helpen wie tot Hem komen.

De beroemde geneesheer dan, van wien ik sprak, werd eens geroepen bij een eersten minister des konings. Zulke ministers zijn altijd groote heeren, maar in dien tijd waren zij soms al zeer machtig en zett'en zelfs den koning geheel naar hun hand.

Ook zulk een man kan echter ziek worden.

Zoo ging 't ook dezen. Daarom had hij den dokter geroepen. Deze kwam, de minister vertelde wat hem scheelde en voegde er bij : »En nu, mijnheer, hoop ik dat ge mij gauw beter maakt. En als 't kan zonder mij veel te kwellen. Gij moet niet denken dat ge hier een van de arme drommels uit het stadsziekenhuis voor hebt."

«Met uw verlof", antwoordde de dokter, «elk van die arme drommels behandel ik altijd net zoo als een eersten minister.''

AAN VRAGERS.

Aan «eenige lezers".

Uw klacht, lieve vrienden, is zeer begrijpelijk. Gij wilt weten welke kaart van het Heilige Land de beste is, omdat ze alle verschillen en zegt gij, dat kan toch niet wezen.

Nu moet ge echter op enkele dingen letten.

Vooreerst welk Palestina bedoelt gij? In den tijd der aartsvaders had het land nog lang niet zooveel steden en dorpen als vroeger. Onder Jozua strekte Kanaan zich uit van den boven-Jordaan tot Berseba, maar het Zuid-Westen b.v. behoorde er niet toe; evenmin het uiterste

Noorden. Vijf eeuwen later was er een tijd da Israels grenzen reikten ver over Damaskus tot aan den Phrath en 't zelfs heerschte aan de Roode Zee. Kort na de Babylonische ballingschap kon eigenlijk slechts éen gewest, Judea of Juda, Israëlietisch gebied heeten. Tijdens onze Heer op aarde wandelde, woonde midden in 't land een vreemd volk, de Samaritanen.

Nu begrijpt ieder dat het een groot onderscheid . maakt uit welken tijd de kaart een voorstelling geeft. De grenzen onder Jozua en die onder Salomo verschillen geheel. Daarbij komt dat een kaart die 't land b. v. omstreeks 1300 vóór Christus voorstelt, een verdeeling zal bevatten van 12 stammen. Een kaart uit den Romeinschen tijd bevat 4 of meer gewesten en landschappen. Voorts zal b. v. een kaart van Palestina onder David de stad Jericho niet aanwijzen, die toen woest lag en evenmin KapernaUm, Tiberias en Cesarea Philippi, die nog niet gesticht waren.

Eindelijk dient niet vergeten, dat vele plaatsen in de Schrift genoemd thans geheel verdwenen en onvindbaar zijn. Jeruzalem, Hebron, Joppe liggen nog altijd waar ze steeds gelegen hebben, maar van vele andere plaatsen weet men de ligging volstrekt niet of niet met zekerheid aan te wijzen. Men gaat dan aan 't gis sen en natuurlijk dan neemt de een het zus, de ander zoo.

De vrienden zullen dus begrijpen, dat het zeer duidelijk is, waarom kaarten van Palestina zoo verschillen en ook waarom zoo moeilijk de beste is aan te geven. Goede bestaan er echter genoeg, b. v. van Van der Velde, Van Senden, Mulder, Bakkes e. a.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1889

De Heraut | 4 Pagina's