GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ons zeggen, dat bij ontstentenis van den

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons zeggen, dat bij ontstentenis van den

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dienaar des Woords, het Ouderlingambt plaatsvervangend optreedt, blijkt hier en daar niet te zijn verstaan.

Ter voorkoming van verwarring zij het ons daarom vergund, onze bedoeling te dezen opzichte eenigszins te verduidelijken.

En dan dient allereerst vast te staan, wanneer het ambt van den Dienaar des Woords ontbreekt.

Ontbreekt dit zoodra er in een kerk met slechts één predikantsplaats, een vacature intreedt.' Stellig niet. Immers de kerken staan onderling met elkander in organisch en institutioneel verband; en nu is dit juist een principieel verschil tusschen het ambt van den Dienaar des Woords en van den Ouderling, dat de Dienaar des Woords ook in een andere kerk kan optreden, dan waar hij beroepen is, maar een Ouderling nooit.

Denk üit verschil eens wel in.

Een Ouderling in de kerk van Leeuwarden is Ouderling in Leeuwardens kerk alleen.

Nooit daarbuiten. En er is geen enkel geval denkbaar, waarin hij als Ouderling in de kerk van Amsterdam cf elders zou kunnen fungeeren.

D: t komt daarvandaan, dat de beroeping van een Ouderling altoos benoeming en geen roeping is. Een Dienaar des Woords wordt van elders geroepen. Dit kan niet anders. Maar een Ouderling nooit. Die moet integendeel lid der plaatselijke kerk zijn. Anders kan hij in die plaatselijke kerk geen Ouderling worden.

Dientengevolge is de benoeming van een Ouderling dan ook een zaak die alleen deze plaatselijke kerk aangaat. De kerkeraad vraagt daarom voor zulk een benoeming ook geen approbatie der Classe, en noch door de Classe noch door de Synode wordt een candidaat-Ouderling vooraf geëxamineerd.

Maar met een Dienaar des Woords is dit geheel iets anders. Die komt in den regel niet uit de plaatselijke kerk, maar tot haar. Die mag door geen plaatselijke kerk anders dan onder approbatie der Classe beroepen worden. En aan diens wettig beroep, zal het gevolg hebben en voltooid worden, moet een examinatie door de gezamenlijke kerken voorafgaan.

Is nu zulk eei Dienaar des Woords beroepen, dan heeft de kerk die hem riep daarom dan ook volstrekt geen uitsluitend recht op zijn dienst. Integendeel, zijn beroeping heeft altoos plaats onder beding, dat hij bij verlegenheid van andere kerken doordien heur Dienaar óf ziek is óf stierf óf vertrok ook die andere kerken bijsta.

De dienst des Woords is dus niet evenals de dienst van den Ouderling, streng plaatselijk, maar breidt zich uit tot de gegemeenschap der kerken. vStel b. v, er ware op een eiland eèn kring van twaalf kerken, waarvan slechts één enkele voorzien was van een Dienaar, dan zou deze Dienaar des Woords voor al deze twaalf kerken hebben op te treden.

Is dus een plaatselijke kerk vacant, wat den Dienaar des Woords aangaat, dan ontbreekt daarom in die kerk de Dienst des Woords nog niet geheel. Integendeel zorgen dan de andere kerken, dat er een Dienaar des Woords van een naburige kerk worde aangewezen, om zooveel hem mogelijk is, in den dienst des Woords ook bij die vacante kerk te voorzien.

Voor zoover dit nu kan en plaats grijpt, komt er dus van een plaatsvervangend optreden van het Ouderlingenambt nooit of nimmer sprake. En sprake van zulk een plaatsvervangend optreden kan er dan eerst zijn, als de genabuurde kerken, d. i. de Classis, in de volstrekte onmogelijkheid verkeeren, om de vacante kerk bij te springen De lingen drang zaak staat dus in een vacante moeten bezigen. zoo, dat de Ouderkerk al hun aanom de Classis te bewegen, dat zij zoo volledig mogelijk door het zenden van een Dienaar des Woords van elders in den nood hunner kerk voorzien; en dat de Classis gehouden is, zooveel immer mogelijk zorg te dragen, dat de Ouderling in het ouderlingenambt kunne blijven, en de dienst des Woords, en wat daarmee samenhangt, ook in vacante kerken door een Dienaar des Woords worde verricht.

Classes, die voor de vacante kerken niet zooveel dienst van het ambt des Woords verstrekken als in haar vermogen staat, zondigen tegen God en de gemeenschap; en de kerkeraad van een vacante kerk, die zich aanmatigde, om buiten geval van volstrekte noodzaak te doen wat des Dienaars is, of ook de aangeboden hulp niet met beide handen aannam, zou schuldig staan aan verstoring van de ordinantie Gods.

_ Waaruit volgt, dat de plaatsvervangende dienst van het opzienersambt dan eerst kan en mag intreden, als alle middelen zijn uitgeput, om hulpe van een Dienaar des Woords te erlangen, Anders nooit.

Maar hier komt nog een ling bij. tweede bepa-

Als dan metterdaad het geval zich voordoet, dat de kerke raad, die geen eigen Dienaar des Woords in zijn midden heeft, moet gaan doen wat des Dienaars is, dan is het nog nooit een enkele Ouderling, noch ook een president-Ouderling, die hierover te zeggen heeft, maar alleen de kerkeraad in zijn geheel.

En daiï kan het zeer goed zijn, dat de

kerkeraad één der Opzieners wel den meest geschikte acht om zijn vergadering te leiden, maar niet om te catechiseeren; een ander wel geschikt om te catechiseeren, maar niet om den dienst der gebeden te doen, enz. Zoodat het allicht voor zal komen, dat een goede kerkeraad, bij ontstentenis zoo van een eigen Dienaar als van een Dienaar van buiten, het ééne aan dezen en het andere aan dien Ouderling opdraagt.

Wat zeggen wil, dat de Ouderling nooit zeggen mag: »Ik ben Ouderling, en dus treed ik op 1", maar dat altoos de kerkeraad heeft uit te maken, welk deel van de taak door dezen of dien Ouderling zal worden waargenomen.

ge­ En dan is er nog iets, waar niet noeg de aandacht op kan gevestigd.

Als er geen Dienaar des Woords, 't zij uit de eigen kerk, 't zij uit de genabuurde kerk is, kan onmogelijk heel de dienst des Woords vervuld worden; maar kan slechts zooveel ervan worden waargenomen, als buiten het speciaal karakter van dit speciale ambt valt.

De onderscheiding hiervan is niet moeilijk.

Immers al datgene, waarvoor een Dienaar des Woords A^el, maar een Ouderling niet is opgeleid, en waarvoor dus een Dienaar des Woords wel, maar een Ouderling niet door de kerken onderzocht en toegelaten is, kan nooit door een Ouderling bij plaatsvervanging vervuld worden.

Zelfs zal een Ouderling, die plaatsvervangend b. V. in den dienst der gebeden optreedt, goed doen met zich in den regel aan de formuliergebeden uit onze Liturgie te houden.

Plaatsvervanging geldt altoos alleen als een zaak van onvermijdelijke noodwendigheid en bepaalt zich daarom tot het strikt noodzakelijke. Ze kan nooit het geheele geonis dekken.

En dat is ook niet goed.

Immers ook in zulk een gemis moet de vacante kerk den prikkel vinden, om vuriger en ernstiger met haar gebed tot haar God te gaan, en verstaan leeren, wat Hij haar in deze ontblooting te zeggen heeft.

Kerkeraden, die de hulp van Oefenaars inroepen, doen dan ook stellig verkeerd, zoo ze den schijn aannemen, als maakte zulk een Oefenaar den dienst des Woords overbodig.

Dat is zijn wonde toedekken, zijn breuke bepleisteren.

En wat God wil is ivaarheid.

Hebt ge geen dienst des Woords, dan moet dit ook gemerkt worden, en moet in den Oefenaar uitkomen, dat hij geen Dienaar des Woords is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Ons zeggen, dat bij ontstentenis van den

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's