GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet te onpas is de opmerking van Ds. Gispen in de Bazuin orer de twijfelachtige hulde door Ds. Brummelkamp (den Synodalen) onlangs aan Amsterdams Burgemeester aangeboden.

Hij schrijft er van: Dat kerkelijk hoogleeraarschap te Amsterdam zet wat kwaad bloed! Het is ook hard, dat ik en een ander onzen cent in het zakje moeten gooien, waaruit de kerkelijke hoogleeraren hun onderhoud krijgen, terwijl wijzelf, voor onze eigen kerkelijke belangen 't zoo bitter groot noodig hebben. Het geweten der Hervormden is op dit punt zeer stomp, en de machthebbers in de stad weten zeer goed dat de oppositie óf te zwak is óf van te verdacht allooi, om aan de Hervormden deze bevoorrechting te ontnemen.

Hadden we een flinke, echte staatskerk, het zou ons dissenters niet half zoo hard vallen, gedwongen te worden haar mede te onderhouden. Maar nu ge schiedt er zooveel onder valscHe namen en leuzen, waarvan die van: scheiding van kerk en staat de allervalschte is. Toen, vóór eenigen tijd het nieuwe jongensweeshuis der Herv. gemeente te Amsterdam ingewijd werd, zeide Ds. Brummelkamp, niet van Mr.

Van Tienhoven, maar van «Amstels burgervader" : »hoe hij in hem een stillen steun van de kerk, een kampioen voor haar levensbescaan begroeten mocht."

En die weinige woorden is zooveel gezegd. De tegen woordige Regeering doet »in stilte" wat in vroeger dagen de Regeering publiek deed: de Herv Kerk steunen en een kampioen voor haar levensbestaan zijn. Dat is het valsche van den tegenwoordigen toestand. Dat heet nu, naar de logica der liberalen, scheiding van kerk en staat; gelijkheid van alle bur gers voor de wet! Dit is zeer opmerkelijk.

Deze Synodale woordvoerder roemt niet de sympathie van den heer Mr. Van Tienhoven voor het Synodaal genootschap, maar wijst er op, hoe de Burgemeester van Amsterdam begroet mag als •»een stille steun" voor de Synodale kerk.

En daar stond Mr. Van Tienhoven bij. En dat hoorde Mr. Van Tienhoven aan. En hij zei er niets tegen.

Geheel dus de bevestiging van onze opvatting uit de dagen van het Conflict, dat de Burgemeester van Amsterdam, als hoofd der politie, schijnbaar neutraal bleef, maar in stilte den Synodalen tegenkerkeraad steunde.

Nu, Ds. Brummelkamp kan het weten.

De heer Gijben van Monster komt in no. 49 van de Bazuin nog terug op zijn pleidooi voor pacificatie, en bespreekt thans de eigenlijke ireniek.

Wat nu verder de verschillen tusschen de Chr. Geref. en de iDol. betreft, ik heb steeds het gebruilc van uitdrukkingen als «twee standpunten», «twee lijnen», «overstappen» of «overloopen» enz. betreurd, onverschillig wie ze gebruikte. Zij die Ds N. kennen-weten dat hij er zooveel kwaads niet mede bedoelt en dat hij ruim genoeg van blik is, om ook de vele punten van overeenkomst tusschen de Chr. Geref en de Dol. te zien.

Doch zjj, die de zaak minder helder inzien, weten niet, wat zij bij zulke woorden denken moeten.

«Twee standpunten», maar hoever liggen die van elkaar ? Liggen zij in hetzelfde vlak of het eene veel hooger dan het ander ?

«Twee lijnen», maar zijn beide richt of loopt de eene krom ? Loopen zij evenwijdig of loopen zij tegen elkaar in, of kruisen zij elkaar ? Gaat soms de doleantie ook over een kromme lijn, die wel uit Genootschap van 1816 ««ïloopt maar die straks na eenige kronkelingen weer naar datzelfde Genootschap heenbuigt ? Of kleeft er een dergelijk kwaad ook soms aan de lijn der scheiding?

«Overstappen», wil dat zeggen, dat er een halfsteens scheidsmuurtje tusschen de zonen van hetzelfde huis wordt afgebroken, en deze dan vanzelf een eindje verder kunnen stappen? Of beteekent het, dat men voorgoed uit de tot dusver bewoonde vertrekken moet uitgaan? Met andere woorden: kan men met geringe veranderingen in het kerkelijk leven volstaan óf moet men geheel andere levensregelen invoeren?

Zie, al dergelijke vragen rijzen er naar aanleiding van zulke woorden bij de menschen op; of ook men hecht er dadelijk een ongunstige of onware beteekenis aan.

Dit gevaar is lang niet denkbeeldig. De redacteur van Het Stkhtsche Wekkertje sprak reeds van een goddelooze verloochening van het werk Gods in '34.

Goed, het zij dan zoo de Doleerenden eischen dan, dat men op hunne lijn overloopt. Ik heb er niets tegen, dat dit als het noodig is, zoo duidelijk moge lijk gezegd wordt. Maar ik vrees juist, dat zulke woorden niet duidelijk genoeg zijn. Wat beteekenen zij ?

Eischt dat overloopen een beginseheploocheningy of er die eisch niet in? Zie, dat moet er bij gezegd worden. Het overloopen op een andere lijn of het inne men van een ander standpunt is op %ichzelf nog niets goeds of verkeerds. Eerst de nadere bepaling, waarheen men loopt, maakt uit of het goed of kwaad is.

Het moet door ieder erkend worden: daar eijn verschillen. Maar deze worden m i. door vele Chr. Ger. en Doleerenden overschat. Ook over andere leer stukken dan over het stuk van de Kerk was en is er verschil tusschen de Gereformeerde godgeleerden.

' Men denke, slechts aan de verschillen over het stellen van uitverkiezing vóór of na den val, over het al of niet bestaan van langdurige tijdruimten tusschen het werk dér wedergeboorte en dat der bekeering in een mensch, over den aard van de rechtvaardigmaking in de conscientie, over de Zondagsviering, en zoo meer.

En waarom zou er dan ook geen verschil in kerke lijke beschouwingen kunnen bestaan, zonder dat dit de geregelde samenwoning onder ééne orde verhinderde ?

Er is verschil over de grenzen en den graad van zelfstandigheid der plaatselijke kerken en over haar beste wijze van optreden in de rechtssfeer van den staat. Het is waar, op de conferentiën der h.h Deputaten en Professoren konden zij blijkbaar niet opgelost worden. Doch dit bewijst nog niet dat zij 200 diep ingrijpend zijn. Het is de vraag, of zij ooit volledig epgeloit worden. Maar wij zeggen alweer: daarop be hoeft de samenwerking der kerken niet te wachten.

Dit nu is de quaestie der ireniek.

Het geldt namelijk de vraag, of voor kerkelijk saamleven noodig is, dat men over alle mysteriën tot in hun fijnste uitspinning precies eender denke.

Nu gold voor onze groote Hervormers en voor de groote theologen uit de dagen der Reformatie steeds als regel, dat dit mV/noodig was, niet kon, en met het wezen der kerken in haar onvolmaakten toestand in strijd was.

In de Confessie kwam men overeen, maar in de opvatting van ondergeschikte punten moest vrijheid gelaten, gelijk de Synode van Dordrecht in 1619 dit op het punt der Bovenof Benedenvaldrijving ten duidelijkste toonde.

De Synode toch weigerde één dezer beide zienswijzen te ijken, al neigde ze blijkbaar meer naar de voorstelling der buitenlandsche theologen, dan naar die van Gomarus.

Zoo bleven én Gomarus én zijn bestrijders saam in de kerk, en de ireniek maakte beider saamleven mogelijk.

KtTYPER.

De kerkeraad der Ned. Geref. kerk teZaamslag bericht met hartelijken dank ontvangen te hebben voor den bouw eener pastorie alhier de volgende collecten: KerkcoUecten: te 's Gravenhage ƒ 25.00; te Oostermeer ƒ 3.35; Vlissingen ƒ 13.75; Apeldoorn ƒ 12.65.

Bewege de Heere nog vele kerken, iets af te zonderen tot verlichting dezer gemeente.

De zegenende ziel zal vet gemaakt worden.

De kerkeraad voornoemd, H. DE BRAKER, ouderling. J. DE PUTTER, ouderling. F, W. J. WOLF, consulent.

BERLIKUM (F/iesland) 24 Nov. 1889. Deze dag was voor de kerk des Heeren alhier, door 's Heeren groote genade, een heerlijke dag. Het nieuwe kerkgebouw was des morgens t? 9 ure met toehoorders gevuld. Onze geliefde vroegere leeraar, de Weleerw. heer H.

Hoekstra, thans bedienaar des Woords bij de kerk van Utrecht, betrad den predikstoel, om met ons het nieuwe kerkgebouw in gebruik te nemen, ons de woorden des levens weder te verkondigen, en onzen nieuwen herder en leeraar, den Weleerw. heer J. Hartwigsen, als candidaat van Utrecht naar ons overgekomen, in het leeraarsambt te bevestigen en bij ons in te leiden. Ds. Hoekstra legde tot grondslag zijner rede Efeze 4 : 11, 12. Met de hem van. den Heere geschonken gaven deed Zijneerw. dit met ernst, getrouwheid en liefde, tot eere Gods en tot groote blijdschap en troost der gemeente.

Des namiddags te 2 ure was het kerkgebouw wederom met hoorders gevuld.

Alsnu betrad onze nieuwe leeraar den predikstoel en legde tot grondslag zijner rede Efeze 3 : 14—19. Deze bede van Paulus voor de gemeente te Efeze maakte Zijneerw. tot de zijne voor de gemeente alhier. In eenvoudigheid, doch met beslistheid, werden deze woorden naar den zin en de meening des Heiligen Geestes verklaard, en op grond en naar aanleiding daarvan verbond de jeugdige dienstknecht des Heeren op innige wijze zich

aan deze zijn eerste gemeente. De tegenwoordigheid des Heeren in ons midden werd duidelijk openbaar en kennelijk ondervonden. Ook mag met dankbaarheid vermeld, dat de collecten bij het uitgaan, gehouden voor het nieuwe kerkgebouw, hebben opgebracht / 63.22.

Wel hebben wij ruime stof, om met de kerk van den ouden dag te betuigen: »De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd!"

Namens den kerkeraad,

L. RuNiA, scriba,

HUIZEN. Mochten wij bij den aanvang der reformatie alhier nog al eens heen en weer geslingerd worden, en werd met de komst van Ds. Doornveld alhier alle hoop teleurgesteld, om uit volle overtuiging te breken met de Synode, toch werd onze verwachting over troffen. De Heere bewerkte, tot onze beschaming, dat een kerkeraad werd benoemd en daarna pogingen beproefd werden, om een eigen kerkgebouw te verkrijgen, hetwelk door 's Heeren zegen gelukte. Onze leening daarvoor, groot ƒ 6000, werd spoedig gesloten en de bouw begonnen. Ook vereerden ons eenige gevers met hun milde bijdragen, waarvoor wij hun uit 's Heeren naam dankzeggen. Zoo ontvingen wij uit Huizen van J. v. S. ƒ 5; uit Amersfoort van Ds. Bouman ƒ 10; van Hendriks te Bunschoten ƒ 10; van Berends te Nijkerk ƒ 10;

van Van der Heijden te Amsterdam N. O. ƒ 25, met een toezegging van jaarlijks ƒ 10 voor rentegarantie; van De Vries te Amsterdam / 3. Mochten wij, daar ons kerkgebouw weldra in gebruik zal genomen worden, de beloften der toezeggingen vervuld zien, dan, geliefde broeders en zusters ! blijft er nog veel te vervullen over. Geve de Heere, dat er nog velen gevonden worden, die ons met stoffelijke gaven willen steunen in onzen moeitevollen arbeid; het Kerstfeest moge daarvan getuigen; de behoeften zijn nog groot. Verblijdt ons met eene feestgave, opdat wij die onoverzienbare moeilijkheden teboven komen. Dat wij, tot beschaming van het Hervormd kerkgenootschap, ons mogen verheugen, vrij te zijn van alle banden der Synode, ons kerkgebouw, onder 's Heeren zegen gesticht, getuige er van. zit

Wij bevelen ons in uw aandenken aan.

's Heeren zegen zij over u en de uwen.

Namens de Kerkelijke Kas., K. BOOR, president,

Goz. LUSTIG, secr.-penningm.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's